Een verhaal over de herrijzenis van Nederland. Het grootste volksfeest sinds de Bevrijding van de Duitsers aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op zoek naar de bewoners van de zinkende woonboot, de mensen op de bruggen over de snelweg en naar uniek videomateriaal van de mensen die de bus op zijn zegetocht van het vliegveld Eindhoven naar het Museumplein in Amsterdam hebben gefilmd. Met stewardessen, ME'ers, half verzopen fans, een bezorgde burgemeester Van Thijn, radioverslaggever Jack van Gelder, het jongetje dat op de boot sprong, de chauffeur van de spelersbus en vele, vele anderen.
Favoriet Nederland, vice-Weltmeister '74, verliest dit in Joegoslavië gehouden EK 1976 na twee keer rood (Neeskens en Van Hanegem) in de halve finale tegen Tsjechoslowakije. Nederlandse spelers provoceerden en schopten, voetbalvandalisme binnen de lijnen. Verslag van een sportief drama, met alle direct betrokkenen. Cruijff, Van Hanegem, Neeskens, bondscoach George Knobel en scheidsrechter Clive Thomas alias The Book.
Het ware verhaal achter de rel Hiddink-Davids ('Steek je kop in de reet van een andere speler') op het EK 1996 in Engeland. De kwalificatie voor dit toernooi werd behaald door het zwartste Nederlands elftal ooit, bijna allemaal spelers van Ajax. De kiem voor het conflict ligt dan ook in Amsterdam. De zwarte Ajax-spelers verdienden fors minder dan de zogenaamde A-spelers waartoe Blind, Van der Sar en de gebroeders De Boer behoorden. De hoofdrolspelers spreken openlijk over de gang van zaken bij het Nederlands Elftal en bij Ajax. Met Ronald de Boer, Winston Bogarde, de toenmalige bondscoach Guus Hiddink en Maarten Oldenhof, de algemeen directeur van Ajax uit die periode.
Hoe Nederland bijna het EK van 1988 misliep na de ontploffing van een sinaasappelbom in de Kuip tegen Cyprus. Door een listige lobby in Zwitserland kreeg Oranje niet de reglementaire drie punten in mindering, maar mocht het de wedstrijd tegen Cyprus zonder publiek overspelen. In een leeg stadion De Meer in Amsterdam won Nederland met 4-0 en plaatste zich voor het EK 1988 in Duitsland. Een reconstructie met alle direct betrokkenen.
De winnende 800 meter race in Barcelona 1992 ter plekke minutieus gereconstrueerd met Ellen van Langen en haar tegenstanders uit Cuba en Rusland. De race als meisjesboek. Theo Reitsma leverde niet alleen op een legendarische manier commentaar, hij had de overwinning al voorspeld, naar aanleiding van de tijden die ze dat seizoen liep.
Het mooiste moment vonden ze toch wel de felicitatie van prinses Beatrix na afloop van de huldiging. Op de Olympische Spelen van Tokio in 1964 rijden vier Hollandse jongens naar wielergoud op de 100 kilometer ploegentijdrit. Het Nederlandse viertal is absoluut geen favoriet, maar ze fietsen in de stromende regen de sterke wielerlanden Frankrijk, Italië en België (met een jonge Eddy Merckx) naar huis. Voor het eerst in de Olympische geschiedenis worden in 1964 de Spelen in een Aziatisch land gehouden. Het is 14 oktober 1964 en het regent onophoudelijk in Japan. De Nederlandse ploeg bestaat uit Gerben Karstens, Bart Zoet, Eef Dolman en Jan Pieterse, allen afkomstig uit Zuid-Holland. Dolman is pas achttien, de anderen zijn begin twintigers. Ploegleider is Joop Middelink uit Amsterdam, die de start bijna mist omdat hij geen regenjas bij zich heeft. Van het kwartet van Tokio zijn nog slechts twee renners in leven: Gerben Karstens en Jan Pieterse. Bart Zoet is vroegtijdig gestorven na een ongemakkelijk leven vol drank en tegenslag. Eef Dolman is ook niet oud geworden. Hij leed aan een hersenziekte. Of zijn gebruik van doping in de jaren zestig hiermee te maken heeft gehad is nooit aangetoond, maar wel vaak verondersteld. De coureurs Gerben Karstens en Jan Pieterse praten over elkaar en over deze race in de regen. Familie en nabestaanden spreken openhartig over de moeilijke levens van Bart Zoet en Eef Dolman.
Was ze een man of toch een vrouw? Dat is de vraag die nu al bijna zestig jaar onlosmakelijk verbonden is met Foekje Dillema, het sprintwonder uit Friesland. Ze moest haar jacht op Olympisch goud opgeven omdat ze ervan werd beschuldigd een man te zijn. Ineens was ze daar eind jaren veertig: een boerenmeisje dat over de atletiekbaan vlóóg. Met haar krachtige passen liep ze sneller dan viervoudig Olympisch kampioene Fanny Blankers-Koen van wie ze op 18 juni 1950 het Nederlands record op de 200m afnam. Drie weken later verplichtte de Koninklijke Nederlandse Atletiekunie haar tot een seksetest en werd haar record uit de boeken geschrapt. 'Ze zeggen dat ik geen meid ben', vertelt Foekje Dillema bij het afscheid van haar ploeggenoten als bestuurders van de Atletiekunie haar op het station in Utrecht uit de trein halen. Ze wordt teruggestuurd naar haar geboortedorpje Burum waar ze tot haar dood in december 2007 over haar schorsing zwijgt. Nu, zestig jaar later, zeggen haar ploeggenoten dat Foekje uitgeschakeld moest worden, omdat ze een bedreiging vormde voor Fanny Blankers-Koen, de vliegende huisvrouw, die in eigen land niet verslagen mocht worden. Opheldering over het mysterie Foekje Dillema. Naaste familie, ploeggenoten en tegenstanders vertellen over het drama. Wie zat er achter de verplichte seksetest? En vooral: was Foekje een man of een vrouw? Na zestig jaar eindelijk het bewijs.
In 1992 hebben Ronald Florijn en Nico Rienks een droom: Met acht roeiers en een stuurman naar de Olympische Spelen van 1996. Met De Holland Acht. Er wordt wat lacherig over gedaan. De laatste Olympische medaille van een Nederlandse Acht dateert van 1900. Een bronzen. Maar de roeiers geloven in hun project. Ze kopen zelf een boot, zoeken sponsors. Een vriendenteam ontstaat. Naarmate de Spelen naderen wordt de sfeer harder, vriendschappen komen onder druk te staan. Roeiers van het eerste uur vallen af door selectiewedstrijden. En Niels van Steenis krijgt de eerste verschijnselen van een fysieke burn-out. Maar in 1996 pakt De Holland Acht Olympisch Goud. Een formidabele prestatie.
De enige keer dat Nederland gastheer was van de Olympische Spelen. Tachtig jaar later kijkt Andere Tijden Sport of Bep van Klaveren terecht goud won. Zijn Argentijnse tegenstander was stukken beter, althans volgens de Argentijnen die na afloop slaags raakten met de politie om zo hun woede over het vermeende onrecht te koelen. Verder vertelt Andere Tijden Sport het verhaal van de manier waarop voor het eerst een Olympische fakkel de vlam van de marathontoren ontsteekt en worden de achtergronden onderzocht van het hardhandige politieoptreden in de Vijzelstraat tegen de horde Nederlandse supporters die een kaartje voor de voetbalwedstrijd tegen Uruguay probeert te bemachtigen.
De Long van Ajax werd hij genoemd: Nico Rijnders. Vanwege zijn waanzinnige loopvermogen op het middenveld. Altijd maar buffelen. Voor Cruijff, Keizer en Swart. In 1971 wint hij met het gouden Ajax de eerste Europacup. Acht keer speelt hij voor het Nederlands elftal. Een film over het tragische leven van oud-Ajacied Nico Rijnders die op 28-jarige leeftijd stierf. Zijn hart had hem al een paar keer in de steek gelaten, waardoor hij zijn voetballoopbaan voortijdig moest beëindigen. Tot op de dag van vandaag zijn er raadsels en geruchten rond het leven en de dood van Ajax-voetballer Nico Rijnders. Waarom heeft niemand hem kunnen helpen en zijn er medische missers gemaakt?
Dit weekeinde wordt de 24 uur van Le Mans gehouden. Eén van de grootste sportevenementen ter wereld, maar ook een van de gevaarlijkste. In 1955 vielen er tachtig doden bij een ongeluk. Twee Nederlanders maken furore bij dit evenement: Gijs van Lennep (winnaar 1971 en 1976) en Jan Lammers (1988). Het afstandrecord is nog altijd in handen van Van Lennep. Beide coureurs verklaren de magie van Le Mans.
Mohammed Ali, geboren als Cassius Marcellus Clay, is de belangrijkste sportman in de moderne geschiedenis. Olympisch kampioen in Rome, vele malen wereldkampioen daarna. In de jaren zestig en zeventig was hij de bekendste mens op aarde. Als bokser, maar ook als voorvechter van zwarte burgerrechten. Hij noemde zichzelf The Greatest, schreef daarover een autobiografie die in 1976 verscheen. Ter promotie van dat boek flitste Mohammed Ali over Nederland. We reconstrueren het bliksembezoek van Ali aan ons land, met hilarische hoogtepunten in Volendam en Amsterdam.
In 1996 won Richard Krajicek als eerste Nederlander het tennistoernooi van Wimbledon. Zijn jeugdvriend en toptennistalent Paul Dogger keek naar de finale in een Amsterdamse coffeeshop. Stoned. Dogger werd een grotere toekomst dan Krajicek voorspeld. Maar zijn weg naar de top was geplaveid met valkuilen waar hij een voor een in stapte. We reconstrueren waar het mis ging met Paul Dogger die in 1988 nog alle voorpagina's haalde door bijna Ivan Lendl te verslaan.
Gisteren is in Monaco de Tour de France van start gegaan. Volgend jaar is de start van de Tour de France in Rotterdam. In 1978 begon het spektakel in Leiden. Alles wat maar mis kon gaan, ging toen mis. Het regende, de Tour-organisatie kreeg ruzie met het Leidse organisatiecomité, de overwinning van de Proloog door Jan Raas werd ingetrokken en uiteindelijk vertrok het peloton eerder dan gepland, als een dief in de nacht. De hilarische taferelen, het amateurisme van Leiden versus het professionalisme van de Tour-directie, de blunders, het verdriet van toen. Gereconstrueerd aan de hand van ooggetuigen. Waarin een klein land klein kan zijn.
Een jaar voordat PSV de Europacup zou winnen, schudde Eindhoven op zijn grondvesten. Stervoetballer Ruud Gullit stuurde aan op een breuk met de club, omdat hij in Italië bij AC Milan grof geld kon gaan verdienen. De schatrijke mediamagnaat Silvio Berlusconi kocht het contract van Gullit af voor zeventien miljoen gulden, waarmee hij na Maradona de duurste voetballer ter wereld werd. Een verhaal over macht, media en clubtrouw.
Op de Mont Ventoux kun je sterven. Letterlijk zelfs, is het gebeurd in de Tour de France van 1967. Tommy Simpson stierf op de flanken van de Ventoux aan een combinatie van amfetamine, alcohol en uitputting. Eddy Merckx moest op de top in een zuurstoftank worden bijgebracht en zo zijn er tientallen verhalen die de Mont Ventoux zijn mythische klank hebben bezorgd. We bedwingen de 1912 meter hoge berg in de Provence, die op 25 juli de scherprechter zal zijn van de Tour de France van 2009. Met Eddy Merckx, Eric Caritoux, oud-Tourwinnaar Ferdi Kübler, Eric Breukink en Robert Gesink.
Twee dagen voor de UEFA Cup-finale van 2002, Feyenoord - Borussia Dortmund, in de Rotterdamse Kuip, wordt Pim Fortuyn vermoord. Rotterdam huilt, de populaire politicus was de hoop van Rotterdam, zoals Pierre van Hooijdonk dat was voor Feyenoord. Sport en politiek samengebracht in een reconstructie van 72 uur, waarin Rotterdam leefde tussen hoop en vrees.
Hoe Yvonne van Gennip eindelijk de Oost-Duitse vrouwen wist te verslaan. Jaren '80. Drie keer goud in Calgary 1988. Hoe alles klopte en Van Gennip afrekende met de doping-dames uit de DDR.
Heel Holland hield van Krienbühl. Jaren 70: De Zwitserse cultheld Franz Krienbühl was zeer geliefd bij het Nederlandse publiek in het tijdperk van Ard en Keessie. De hossende menigte verliet het stadion pas als Krienbühl was gefinished. Zijn vrouw coachte hem in haar bontjas op de baan. Maar Krienbühl was meer dan een krabbelaar, hij is bijvoorbeeld degene die de revolutionaire schaatspakken heeft uitgevonden. Een pionier die lelijk aan zijn einde is gekomen.
De gouden schaatsmeiden van de jaren zestig: Stien Kaiser, Carry Geijssen en Ans Schut. Ze werden aanvankelijk weggelachen en tegengewerkt, maar sloegen in 1968 toe op het WK Schaatsen. Goud, zilver, brons in het allroundtoernooi. Stien Kaiser won op 33-jarige leeftijd goud op de Spelen van 1972 in Sapporo. Een verhaal over emancipatie. Van de vrouw en van het vrouwenschaatsen.
De wonderbaarlijke wederopstanding van Gerard van Velde. Goud op de 1000 meter in 2002, Salt Lake City. Een paar jaar eerder had hij de schaatssport vaarwel gezegd, omdat hij niet op klapschaatsen kon rijden. Aan de hand van de loopbaan van Van Velde schetsen we de opkomst van de klapschaats. Hilarisch en onthullend. Bijvoorbeeld hoe de sterren van weleer (Hein Vergeer c.s.) bewust de introductie van de klapschaats torpedeerden.
Onder toeziend oog van de Nederlandse topscheidsrechter Charles Corver torpedeert op het WK 1982 de Duitse doelman Toni Schumacher zijn Franse opponent Patrick Battiston. Met de knie vooruit schopt hij de Franse verdediger uit de halve finale Duitsland - Frankrijk. Een Frans voetbaltrauma is geboren, want door Schumacher halen de Duitsers uiteindelijk na strafschoppen de finale. Een reconstructie met Toni Schumacher, Patrick Battiston, Michel Platini en Charles Corver.
Begin jaren zeventig is Willi Lippens één van de beste voetballers van de Duitse Bundesliga. Vanwege zijn waggelende manier van lopen krijgt hij de bijnaam Ente: eend. Lippens is geboren en getogen in West-Duitsland, maar hij heeft een Nederlands paspoort. De Duitse bondscoach Helmut Schön wil hem selecteren voor de Mannschaft. Als Willie zich laat naturaliseren tot Duitser ligt een glansrijke interlandcarrière in het verschiet. Maar vader Lippens verbiedt dit zijn zoon: Lippens senior is tijdens de Tweede Wereldoorlog mishandeld door de nazi's. In het seizoen 1970-1971 wil Ajax hem van Rot Weiss Essen kopen en wordt Willi geselecteerd voor het Nederlands elftal. Hij speelt één interland. Hoewel hij scoort blijft dit zijn eerste en laatste interland. De spelers, onder aanvoering van Rinus Israel en Wim van Hanegem, pesten de Duitssprekende Nederlander uit de selectie. Het Nederlands elftal begint aan een internationale opmars, die eindigt op 7 juli 1974 in München. De WK-finale tegen West-Duitsland gaat verloren.
De meest zwarte bladzijde in de recente voetbalgeschiedenis van Oranje had plaats in Engeland tijdens het EK van 1996. Alles ging mis in het ruziënde team van coach Guus Hiddink. Het ging om geld en de bij Ajax achtergestelde Surinaamse spelers. Dieptepunt was dat Edgar Davids naar huis werd gestuurd omdat hij in de buitenlandse pers de coach had beschuldigd van vriendjespolitiek met de blanke spelers. Twee jaar later, op het WK van 1998 in Frankrijk, speelt Oranje bijna de finale. Met Edgar Davids als de grote roerganger. Pas na strafschoppen verliest de vriendenclub van Brazilië. Het is dezelfde coach en dezelfde spelersgroep die in 1996 voor een blamage zorgde, die het land nu in euforie brengt. Alles lukt en iedereen is blij. Van total loss tot glanzende bolide. Hoe heeft Guus Hiddink de failliete boedel van 1996 weten om te toveren tot een winstgevend bedrijf? En welke meesterzet deed hij om Davids weer bij de groep te krijgen? Dennis Bergkamp, Guus Hiddink, Edgar Davids, Frank de Boer, Phillip Cocu en Patrick Kluivert praten openhartig over de eerwraak van Oranje op het WK van 1998 in Frankrijk.
Het WK van 1966 is veel meer dan de bal die in de finale Engeland - Duitsland via de onderkant van de lat al dan niet doel heeft getroffen. In Engeland speelde in 1966 een heel ander verhaal. De gouden wereldbeker, de Jules Rimet trofee, wordt gestolen op een postzegelbeurs, kort voordat het WK begint. Engeland is in rep en roer. Een schande voor de natie dreigt. Maar gelukkig is er de pientere hond Pickles, die tijdens een wandeling door het park onder wat bladeren snuffelt en de gestolen beker terugvindt. Maar dat is lang niet alles. Tom Egbers op zoek naar de absurde feiten rond de gestolen wereldcup van 1966.
Rintje Ritsma ontketende in 1995 een revolutie in de schaatswereld met de oprichting van een Nederlandse commerciële schaatsploeg. Het verhaal begint in juli 1995. Het is hartje zomer en de hele Nederlandse sportwereld is in de ban van de winterkoningen Rintje Ritsma en Falko Zandstra. Zij zijn verwikkeld in een felle strijd met de schaatsbond over nieuwe contracten en sponsoring. Zandstra bindt uiteindelijk in, accepteert het voorstel van de KNSB en gaat door in de kernploeg. Ritsma heeft een langere adem, weigert te tekenen en zet met deze stap de schaatssport dat jaar op z'n kop. 21 september 1995 markeert het breekpunt in de schaatssport. Rintje Ritsma presenteert op die dag zijn nieuwe, commerciële Sanex-ploeg. Ritsma was de regels van de KNSB zat en ook het salaris van vijfenveertigduizend gulden konden ze houden. Sanex wilde zich meer als mannenmerk profileren en vond Ritsma daar uitermate geschikt voor. De KNSB liet het er niet bij zitten en vocht een keiharde strijd tegen Ritsma. Rechtszaken, hoger beroep en ruzies over de commerciële stap van Ritsma beheersen dat seizoen. In 1996 wordt Ritsma als Sanex-rijder bij de allrounders Europees- en Wereldkampioen. Hij wordt met deze successen de eerste schaatsmiljonair in de geschiedenis. Zijn voorbeeld wordt door veel collega's gevolgd. In de aanloop naar de Olympische Spelen van 1998 in Nagano verhuizen steeds meer schaatsers naar commerciële ploegen. De kernploeg blijft bij deze ontwikkelingen achter en wordt een uitgehold instituut.
De hoofdpersoon is tweevoudig Europees- en wereldkampioen Hilbert van der Duim. Hij was op alle afstanden ongenaakbaar. Kon wedstrijden winnen van 100 meter tot 100 kilometer en was daarmee een van de meest complete schaatsers aller tijden. Maar de meeste schaatsfans herinneren zich Van der Duim vooral door hilarische momenten als vogelpoep, je moet nog een rondje en het regenboogpak. Zijn clownsmasker wordt afgezet en Van der Duim krijgt de waardering die hij verdient. In 1987 maakte een auto-ongeluk een abrupt einde aan zijn loopbaan. Hij lag dagen in coma en het land leefde mee met het tragische lot van de schaatskampioen. Toen Van der Duim jaren later tijdens een gala voor het eerst weer op het ijs stond, huilde het publiek om de terugkeer van de sportman die hen zoveel moois had geschonken.
Een halve eeuw terug naar 1961. Toen werd Henk van der Grift uit Breukelen wereldkampioen en legde zo de basis voor het Ard-en-Keessie-tijdperk en het moderne schaatsen. Een titel die het rechtstreeks gevolg was van een onvoorwaardelijke liefde voor het ijs en een winnaarsmentaliteit. Van der Grift verhuisde met zijn vrouw naar Noorwegen om eerder aan de training te kunnen beginnen, om zodoende de almachtige Russen en Noren te bestrijden. Zijn grenzeloze toewijding had succes. Na Van der Grifts WK-titel, de eerste sinds die van Coen de Koning in 1905, sprak opeens heel Nederland over schaatsen. De huldiging in Breukelen was landelijk nieuws en de populariteit van de schaatssport groeide, met als tastbaar resultaat de aanleg van de eerste kunstijsbaan van ons land, de Jaap Edenbaan in Amsterdam. Waar Van der Grift nog genoodzaakt was om naar Noorwegen te verhuizen, maakte de volgende generatie dankbaar gebruik van de nieuwe mogelijkheden dat kunstijs bood. Nederland schaarde zich nu als schaatsland onder de wereldtop. In de 55 jaren tussen 1905 en 1961 won nooit een Nederlandse schaatser de wereldtitel. Na Van der Grift in 1961, legden Kees Verkerk (1966 en 1967) en Ard Schenk (1970, 1971 en 1972) beslag op de wereldtitel. In de decennia daarop kregen zij navolging van 21 Nederlandse wereldkampioenen.
Voetbalclub Vitesse staat sinds afgelopen jaar onder het bewind van een Georgische zakenman. Jordania heeft de fans in Arnhem beloofd dat hun club binnen drie jaar kampioen van Nederland wordt. Een gewaagde uitspraak van de Georgiër. Zeker als je weet dat er eerder iemand was met dezelfde plannen voor Vitesse: Karel Aalbers. En met hem is het uiteindelijk niet goed afgelopen bij de Arnhemse club. Karel Aalbers zorgt er in de jaren tachtig en negentig hoogstpersoonlijk voor dat Vitesse weer een club van belang wordt in het Nederlandse betaald voetbal. Hij stuwt de club op vanuit de eerste divisie naar de derde (!) plek in de Eredivisie. En passant zorgt hij er ook voor dat er een multifunctioneel stadion komt in Arnhem, het Gelredome. Uiteindelijk wordt Aalbers door hoofdsponsor Nuon gedwongen het veld te ruimen. Hij wordt zelfs vastgezet op verdenking van valsheid in geschrifte en zelfverrijking. Maar alle beschuldigingen worden door de rechter van tafel geveegd. Op één na, een fiscale overtreding. Ondanks verwoede pogingen is Aalbers er niet in geslaagd zijn positie terug te krijgen bij Vitesse. Nu, elf jaar na zijn vertrek, kijkt hij voor het eerst en eenmalig terug op een turbulente regeerperiode bij zijn grote liefde.
Topsporters zoeken de grenzen op om tot grootse prestaties te komen. Tafeltenniskampioene Bettine Vriesekoop zocht de grenzen op en ging er overheen. Mentaal, door zich jarenlang de wet te laten voorschrijven door haar dominante coach Gerard Bakker. En fysiek, door zichzelf jaar in jaar uit af te beulen. Kotsend achter de tafel, bloed in de schoenen, zo veel gewicht te verliezen dat je twee weken geen ontlasting meer hebt. En dat met maar één doel: de beste zijn. Het strakke regime heeft resultaat: Vriesekoop groeit uit tot de beste van Europa in 1982 en 1992. Tijdens de Olympische Spelen van 1988 in Seoul plaatst Vriesekoop zich voor de kwartfinales. Coach Gerard Bakker is ondanks de winst ontevreden over haar spel en brandt haar helemaal af. Dat is voor Vriesekoop het breekpunt. Ze verliest de kwartfinale en stopt met tafeltennis. De intense relatie Vriesekoop/Bakker slaat om in een afstandelijke. Er wordt zelfs een contract opgesteld waarbij Bakker belooft uit de buurt van Bettine te blijven als zij in interviews het verleden zal laten rusten. Maar Bettine kan de sport niet de rug toekeren. Ze keert terug in het tafeltenniscircuit en wordt in 1992 zelfs weer Europees kampioen. We gaan terug naar Peking met de tweevoudig Nederlands Sportvrouw van het Jaar. In het Mekka van het tafeltennis doorstond ze in 1980 als meisje van 18 een zware, twee maanden durende trainingsstage. Een erbarmelijk avontuur waar ze 12 kilo gewicht verloor en vele tranen moest laten uit heimwee naar Hazerswoude. Eenmaal terug in Nederland won ze alle grote Europese prijzen op tafeltennisgebied en versloeg ze in 1982 zelfs de Chinezen. Tot op de dag van vandaag hebben Bakker en Vriesekoop zich niet verzoend.
Anton Geesink is vooral bekend vanwege zijn historische overwinning tijdens de judofinale van de Olympische Spelen van 1964. In het hol van de leeuw nota bene, Tokio, versloeg hij de schier onoverwinnelijke Japanners. Maar een bijna net zo belangrijke overwinning boekte hij drie jaar eerder. In 1961 in Parijs werd Geesink wereldkampioen. Op dat wereldkampioenschap gaf hij al een serieuze waarschuwing aan de Japanners. Geesink versloeg drie Japanners achter elkaar en werd de beste van de wereld. We reconstrueerden die wereldtitel uit 1961 door de ogen van de familie Geesink, die in een Utrechtse flat de verrichtingen van Anton moest volgen. En door de ogen van toeschouwers, die met Geesink mee waren gereisd naar Parijs. Bij de research van deze aflevering stuitte maker Kees Jongkind nog op een nieuwtje. Naar nu blijkt hebben de Fransen vóór dat WK van 1961 geprobeerd Anton Geesink tot Fransman te naturaliseren. Omdat Frankrijk in hem een potentiële wereldkampioen zag. Geesink bedankte overigens vriendelijk voor dat verzoek. En de rest is geschiedenis...
Toen sportverslaggever Marcel Goedhart als elfjarig jochie in 1971 naar NOS Studio Sport keek, werd hij verliefd op Willy Stähle. Willy wie? Willy Stähle maakte furore als waterskister. Waterskiën was hot. Vooral door de bloedmooie Stähle. In 1971 werd zij de allerbeste van de wereld. Een jaar later was waterskiën een demonstratiesport op de Olympische Spelen van 1972. Ook daar haalde Stähle een gouden medaille. Nu, 40 jaar later, gaat Marcel Goedhart op zoek naar zijn vergeten sportheldin. En ze is niet alleen vergeten, ze lijkt ook verdwenen.
Op dinsdag 7 juni neemt Ronaldo Luis Nazário de Lima afscheid als voetballer. Hij speelt met Brazilië zijn afscheidswedstrijd tegen Roemenië. Uiteindelijk heeft de 34-jarige Ronaldo het gevecht met zijn lichaam verloren. Alleen zware blessures konden hem het scoren beletten. Want de drievoudig wereldvoetballer van het jaar scoorde als hij niet geblesseerd was altijd en overal. In Barcelona, in Milaan bij Inter, bij Real Madrid en natuurlijk in het nationale team van Brazilië. Hij is met 15 doelpunten nog altijd WK topscorer aller tijden. In augustus 1994 tekende de pas 17-jarige Ronaldo een driejarig contract bij PSV. Ajax werd afgetroefd in de strijd om Ronaldo en Eindhoven mocht twee jaar genieten van misschien wel de beste spits die ooit in Nederland gespeeld heeft.
De TI Raleighploeg van Peter Post geldt als de succesvolste uit het wielerpeloton. Als eind 1983 de geroemde ploeg uit elkaar valt, en Jan Raas met veel van de Post-renners een eigen ploeg vormt, ontstaat er een langslepende ruzie. Het is 22 juli 1992, het toppunt van de rivaliteit tussen twee Nederlandse wielerploegen. Twee renners van de ploegen Post (Panasonic) en Raas (Buckler) zijn in een Touretappe losgekomen van het peloton. Marc Sergeant en Frans Maassen hebben de onbekende Fransman Colotti mee. De winst ligt voor het grijpen voor Post of Raas. Maar ze houden de benen stil en laten de Fransman de etappe winnen. De hele wereld kijkt live mee. Een schande voor het Nederlandse wielrennen. Andere Tijden Sport kijkt met de direct betrokkenen terug op de gebeurtenissen rond deze merkwaardige dag in de Tour en komt daarbij te weten wat er tijdens de etappe echt gebeurde.
Het is de zomer van 1981, om precies te zijn 14 juli van dat jaar. Peter Winnen rijdt voor de eerste keer mee in de Tour de France. Alles is nieuw: het leven als prof én de Tour. Tot zijn eigen verbazing fietst de 24-jarige Winnen in die zeventiende etappe naar Alpe d'Huez mee in de kopgroep, met onder meer de gedoodverfde favoriet Bernard Hinault. Hinault zou deze Quatorze Juillet, dé nationale feestdag in Frankrijk, wel eens even van een extra rood-wit-blauw tintje voorzien. Ook Lucien van Impe, misschien wel de beste klimmer van zijn generatie, zit erbij. Deze 35-jarige Belgische bergkoning had zijn zinnen gezet op winst; dit was de enige berg waar hij nog nooit had gewonnen. Tussen al deze grote mannen rijdt Winnen, een rookie uit IJsselsteijn. Hij kende de Alpe d'Huez eigenlijk alleen van televisiebeelden en had nooit eerder in de Alpen gefietst. Hij vindt het prachtig, hij geniet en heeft goede benen. Eigenlijk veel te ver voor de top gaat Winnen ervandoor en geeft de anderen het nakijken. Een combinatie van pure onbezonnenheid en jeugdige overmoed, ondenkbaar in het huidige wielrennen. Als Winnen zich realiseert dat de camera constant op hem gericht is, beseft hij pas dat hij in zijn eentje op kop rijdt. Er zat totaal geen beleid achter zijn ontsnapping, geen tactiek en eigenlijk ook zonder enige voorbereiding. Een zege van overmoed en verwondering noemt Winnen het achteraf. Nu, in 2011, beklimt Winnen opnieuw de Alpe d'Huez met zijn dertig jaar oude Koga uit 1981. En kijken de grote sterren van toen - Hinault en Van Impe - terug op de fysiek onmogelijke geachte prestatie van Winnen.
Op 20 juli 1980 wint Joop Zoetemelk de 67ste editie van de Tour de France. Het inmiddels wielergekke Nederland is uitzinnig. Duizenden Nederlanders reizen dat weekend af naar Parijs om Joop te zien finishen in de Gele Trui. De Franse politie schat dat er tussen de zeventig- en honderdduizend Nederlanders in de Franse hoofdstad zijn. Het regent dat het giet, maar dat deert de horde landgenoten niet. Joop wint die dag als tweede Nederlander in de historie van de Tour. Onder de duizenden Nederlanders is een bus vol mensen uit het dorp waar Zoetemelk opgroeide, Rijpwetering. Zij zien hoe de wielrenner de laatste gele trui uitgereikt krijgt en premier Dries van Agt Joop als een van de eersten feliciteert. Ondanks het slechte weer staan er nog honderden Nederlanders urenlang onder het raam van het Raleigh hotel aan de Champs-Élysées te feesten. Terug in het polderdorpje vlakbij Leiden zijn de voorbereidingen voor de huldiging van Joop in volle gang, maar er is onduidelijkheid wanneer hun dorpsgenoot komt. De geplande criteriums gooien roet in het eten. Uiteindelijk wordt Joop op zaterdag 26 juli 1980 gehuldigd. Zoetemelk vaart op een boot door het dorp waar tienduizend mensen hem toejuichen. Nadat hij van de gemeente een schaap cadeau krijgt, vertrekt hij weer naar een volgend criterium. Langzamerhand keert de rust in Rijpwetering terug. We blikken terug op de Tourwinst van Joop met inwoners van Rijpwetering, oud-premier Dries van Agt, Joop Zoetemelk zelf en Nederlandse fans die op Champs-Élysées stonden op die regenachtige julidag in 1980.
In het weekend van 14 en 15 februari 1987 houdt de schaatswereld de adem in. Voor het eerst in de geschiedenis is er in een overdekt ijsstadion een wereldkampioenschap. In het gloednieuwe Thialf-stadion in Heerenveen. Worden de onaantastbaar geachte wereldrecords van de magische Sovjet-ijsbaan in het hooggelegen Alma Ata aan flarden gereden? Al vóór het eerste startschot klinkt, is de chaos in de schaatshal compleet. De organisatie heeft 16.000 kaartjes verkocht, maar zo veel mensen blijken helemaal niet in het stadion te passen. Honderden boze en verdrietige fans zien niets van het toernooi. De toeschouwers op de staantribunes staan als haringen in een ton. Creatieve supporters knutselen van naar binnen gesleept bouwmateriaal provisorische stellages, om nog iets van de strijd op het ijs te zien. Het zorgt voor levensgevaarlijke situaties. In Andere Tijden Sport stellen de fans 25 jaar later dat het een wonder is dat er geen ongelukken zijn gebeurd. Soms wordt er zo geduwd dat toeschouwers bang zijn voor een Heizeldrama. Stewards tillen kinderen uit het publiek, omdat die tegen de boarding worden gedrukt. In de schaatshal hangt een elektrische sfeer. In een oorverdovende orkaan van geluid rijdt Leo Visser op de vijf kilometer een nieuw wereldrecord. Maar er zijn ook teleurstellingen. Regerend wereldkampioen Hein Vergeer blaast zichzelf op. Nikolaj Goeljajev uit de Sovjet-Unie wint de wereldtitel allround. Bij de huldiging staat geen enkele Nederlander op het podium. De fans kan het niets schelen: het Sovjet-volkslied wordt massaal meegeneuried. Het bezorgt menig Nederlandse supporter kippenvel. Stoere mannen laten hun tranen de vrije loop. Zij hebben een magisch weekend beleefd. Met zeven verbroken wereldrecords in Thialf, het mooiste toernooi ooit. Vijfentwintig jaar na dato reconstrueert Andere Tijden Sport de schaatsrevolutie van 1987. Met coach Henk Gemser en zijn pupillen Hein Vergeer en Leo Visser. Met wereldkampioen Nikolaj Goelj. Met Rein Zwart, d
Schaatser Jan Bos droomt ervan op een dag wereldkampioen allround te worden. Hij lijkt goed op weg. In maart 1994 wordt hij in Berlijn wereldkampioen bij de junioren. Maar tot z'n stomme verbazing deelt zijn coach Leen Pfrommer hem mee dat hij het jaar erop niet naar de kernploeg gaat - die zit al vol - maar naar de opleiding sprintploeg. Bos is boos en begrijpt er niets van. Hij is de beste allrounder van de wereld in zijn leeftijdscategorie. En sprinten, dat stelt in Nederland niets voor. Uiteindelijk belandt Bos in de zomer van 1997 in de sprintploeg van Peter Mueller en dat klikt geweldig. De sprinters van Mueller willen dat jaar vooral pieken op het WK in Berlijn en op de Spelen in Nagano. De voorbereiding op het WK verloopt voor Bos echter ronduit belabberd. Hij schaatst niet lekker, omdat hij steeds met z'n schoen op het ijs komt. 'We hadden net een nieuw klapsysteem gekregen en het voelde voor mij niet goed. Ik ben gaan vergelijken en kwam erachter dat het nieuwe systeem 3mm lager was dan het oude. Ik heb toen bedacht dat er een aluminium plaatje van 3 mm tussen de schoen en het ijzer zou moeten komen om de oude hoogte terug te krijgen. Ik heb een tekeningetje gemaakt op mijn hotelkamer en dat naar m'n ouders gefaxt. Een kennis van ons heeft die plaatjes gemaakt. Ik heb ze op m'n schaatsen gemonteerd en het gevoel was meteen geweldig. Op dat moment wist ik dat ik wereldkampioen kon worden.' Na dag één gaat Bos inderdaad aan de leiding. Op de tweede dag verprutst hij z'n 500 meter. Op de laatste 1000 meter moet hij stand houden. Tegen zijn grote rivaal Jeremy Wotherspoon. Een bloedstollende rit volgt. Bos: '150 meter voor de streep wist ik dat ik wereldkampioen zou worden. Een ongelooflijk gevoel.' De eerste Nederlandse wereldkampioen sprint. En dat allemaal dankzij wat knutselwerk. Sprinten is vanaf dat moment niet langer het stiefkind van het Nederlandse schaatsen.
Motoren met banden vol spikes die met meer dan 100 kilometer per uur een glad gedweilde ijsvloer aan stukken rijden: ijsspeedway. IJsspeedway is in de jaren zeventig mateloos populair in Nederland. De races trekken tienduizenden bezoekers. De sport wordt gedomineerd door Russen, maar één van 's werelds beste ijsspeedwayrijders is een Nederlander, Roelof Thijs. Hij is de onbetwiste pionier van de ijsspeedway in Nederland Hij ziet in 1972 de eerste ijsspeedwaywedstrijd in Nederland in Assen en denkt alleen maar: 'Dat wil ik ook.' Hij blijkt een groot talent, want al snel kan Thijs zich serieus meten met de Russen en ontwikkelt hij een unieke rijstijl. Een coureur met een groot hart, die bekend staat om zijn lef en zijn tactisch inzicht. Hij wordt daardoor megapopulair, zelfs bij zijn grote rivalen, de Russen. Naast rijder was Thijs ook een soort uitvinder, altijd bezig nieuwe spikes te maken en te sleutelen aan zijn motor. Een man die alles er voor over heeft om in deze sport de beste te worden, zonder grote steun van de bond of sponsors. Maar wel met onvoorwaardelijke support van zijn vrouw Henny die bijna bij elke wedstrijd aanwezig is. De Russen hebben echter veel beter materiaal. Waar zij elke race nieuwe banden krijgen, moet Thijs vier races met één paar banden rijden. Bijna altijd is hij 'the best of the rest', maar hij wint ook races. In 1977 is hij dichtbij een wereldtitel. Hij wint de halve finale in Assen en de finale in Inzell zou een memorabele blijken. Omdat Thijs in Duitsland is geboren, wil de organisatie het Duitse volkslied laten horen, als hij het WK zou winnen. Thijs is het hier totaal niet mee eens, waarna de organisatie zich tegen hem keert. Om een onduidelijke reden wordt zijn motor afgekeurd en rijdt hij de finale op nieuwe wielen, die niet goed zijn afgesteld. Roelof Thijs eindigt uiteindelijk als achtste. Al jaren voor de perestrojka van Gorbatsjov reed Thijs achter het IJzeren Gordijn. 'Ik had zoveel ervaring in het ijsspeedway. Ik
Het verhaal over het Deense voetbalelftal dat in 1992 vanuit het niets het EK won. De Denen waren niet gekwalificeerd maar werden door de boycot van Joegoslavië acht dagen voor de eindronde toegevoegd. Spelers Peter Schmeichel, Brian Laudrup, Flemming Povlsen, Henrik Larsen en Henrik Andersen halen herinneringen op. De halve finale tegen titelverdediger Nederland vormt het hart van de uitzending. Hans van Breukelen en Marco van Basten kijken terug op een dramatische voetbalavond. Tijdens de beslissende strafschoppenserie miste Van Basten als enige en Van Breukelen slaagde er niet in een penalty te stoppen.
In de 41ste aflevering van Andere Tijden Sport staat Gerald Vanenburg, ooit 'de nieuwe Cruijff', centraal. Hij behoorde tot de Oranje-lichting die in 1988 het EK won, een unieke verzameling voetballers. En Vanenburg was misschien wel de beste, in potentie. 'Vaantje' debuteerde op zijn zeventiende in Ajax 1. De kenners keken als betoverd naar de onnavolgbare bewegingen van het wonderkind. De nieuwe Johan Cruijff diende zich aan, hoorde je al. Maar zijn fraaie erelijst ten spijt, zijn talent is nooit helemaal tot wasdom gekomen. Waarom niet?
25 juni 1988. München. Nederland verslaat de Sovjet-Unie in de EK-finale met 2-0. Bijna vijfentwintig jaar na dato staat vrijwel ieder detail van die dag nog in het collectieve geheugen gegrift. 'Dit is een goed stel, hoor!', klinkt het tijdens de huldiging uit de mond van tv-commentator Theo Reitsma. Het jaar 1988 is voor altijd het jaar van Oranje geworden. Van Nederland wisten en weten we eigenlijk alles. Van de Sovjets, onder leiding van de mysterieuze bondscoach Valeri Lobanovski, daarentegen, weten we niks. Nooit spraken de hoofdrolspelers van het laatste 'Perestrojka-team' over die dag. Voor het eerst horen we nu vanuit Sovjet-perspectief over die 25e juni 1988. Andere Tijden Sport ging naar Rusland en de Oekraïne, dook in de KGB-archieven en keek met hoofdrolspelers van het Sovjetteam en andere direct betrokkenen uitgebreid terug op de finale in München. Onder meer teammanager Michail Oshemkov en tv-commentator Vladimir Pereturin - de Theo Reitsma van de Sovjet-Unie - en spelers Aleksei Michailitsjenko en Igor Belanov spreken over die dag.
Over een maand is Londen weer het centrum van de wereld. Twee weken lang kijken miljarden mensen naar de Olympische atleten. 64 jaar geleden waren alle ogen ook op Londen gericht en in het bijzonder op één Nederlandse vrouw: Fanny Blankers-Koen. In haar acht dagen in Londen wint ze elf races en maar liefst vier gouden medailles. Andere tijden sport heeft een reconstructie gemaakt van deze Londense dagen van Fanny en stuitte tijdens de research op een sporttas vol met gelukstelegrammen en bewonderende boodschappen van over de hele wereld. De tas vol persoonlijke herinneringen was door Fanny op zolder gezet en is na 1948 nooit meer ingezien. Behalve telegrammen zitten er meer persoonlijke spullen in van Fanny. De makers vertrekken met de tas naar Engeland en gaan terug naar het Londen van 1948. Een stad die vlak na de oorlog op het nippertje klaar is voor dit grote evenement. Hoe beleefde de huisvrouw en moeder van twee kinderen deze spelen? Ze had groot succes, maar er was ook twijfel, verdriet en vooral heimwee. We spreken onder meer met Dorothy Manly, destijds de grote Engelse favoriete op de 100 m. Manly wordt op eigen bodem geklopt door de 'vliegende huisvrouw'. Ook de supporters Black Blextoon en Ronald Versnel gaan terug naar die bijzondere week in 1948.
De Limburgse bokser Arnold Vanderlyde viert grote successen in de jaren tachtig. Hij wordt drie maal Europees kampioen, acht keer Nederlands kampioen en is de eerste Nederlander sinds Bep van Klaveren (1928) die een olympische medaille wint. Maar er is een tegenstander van wie hij nooit heeft kunnen winnen: de boomlange Cubaan Felix Savón. Tijdens de Olympische Spelen van 1992 staat Arnold Vanderlyde voor de derde keer op rij in de halve finale van het olympische bokstoernooi voorzwaargewichten. Het zullen zijn laatste Spelen worden en dus is hij meer dan ooit tevoren gebrand op olympisch goud. Maar dat gebeurt niet. In de halve eindstrijd verliest hij weer van zijn Angstgegner: Felix Savón. De technische Vanderlyde delft in zijn carrière zeven keer het onderspit tegen de krachtpatser uit Havana. Wat maakte Savón onverslaanbaar voor Vanderlyde? Andere Tijden Sport brengt de twee boksers twintig jaar na de laatste klap samen op Cuba.
Het is het Koningsnummer van de Olympische Spelen. 100 meter sprinten in minder dan 10 seconden. Op zondagavond 5 augustus staat in het gloednieuwe Olympisch stadion in Londen de 100 meter sprint voor mannen op het programma. Alle ogen zijn gericht op Usain Bolt. De Jamaicaanse sprinter wil in Londen zijn Olympische titel op de 100 meter verdedigen. 24 jaar geleden werd een legendarische sprint gelopen tijdens de Olympische Spelen in Seoul. Carl Lewis tegen Ben Johnson. Johnson, net als de huidige sprintkoning Usain Bolt geboren op Jamaica, neemt het in 1988 op tegen de Amerikaanse superkampioen, Carl Lewis. In alles zijn ze elkaars tegenpolen. Lewis, de rustige, brave Christen, tegenover Johnson, de wilde, stotterende straatkat. De good guy versus de bad guy. Johnson wil maar één ding in zijn leven: de snelste man van de wereld zijn. En het lukt hem, hij laat de wereld naar adem happen met de onwaarschijnlijke tijd van 9.79. op de 100 meter sprint. Maar het wereldrecord komt niet in de boeken. Binnen 24 uur is Ben Johnson al op het vliegtuig naar huis. Hij is betrapt op doping. Andere Tijden Sport over de meest legendarische 100 meter sprint ooit, met Nederlandse getuigen zoals Nelli Cooman, Henk Kraaijenhof en Troy Douglas. En over Johnson zelf; wie was hij, waar is hij, wat doet hij nu?
Op de allerlaatste dag van de Olympische Spelen van 2000 in Sydney schrijft Jeroen Dubbeldam met zijn paard De Sjiem geschiedenis. Voor het eerst behaalt een Nederlandse ruiter individueel goud op het onderdeel springen. Heel Nederland kent nu de mooie schimmel en zijn ruiter. De Sjiem is een toppaard, maar ook een dier met een lastig en onvoorspelbaar karakter. Andere Tijden Sport vertelt het verhaal van de onvoorwaardelijke liefde tussen ruiter en paard. Bij de overwinning in Sydney is Jeroen Dubbeldam in tranen. Maar die tranen zijn er niet alleen vanwege het behaalde goud. Niemand weet dan hoe hard de strijd is geweest die deze ruiter met zijn paard heeft geleverd. De Sjiem is wereldtopper, maar óók een onhandelbaar dier. Een extreem lastige puber die niet te sturen en op te voeden is. Dubbeldam valt er keer op keer af. De Sjiem was 'een klotenpaard om te rijden', zou Dubbeldam later zeggen. De springkwaliteit heeft hij wel, maar Dubbeldam krijgt hem niet onder controle en wil opgeven. Met dit paard valt niet te werken. Toch zet hij door en wint uiteindelijk goud. De jarenlange strijd die Dubbeldam met De Sjiem voerde, komt er in Sydney allemaal uit. De doorgaans nuchtere en nonchalante Dubbeldam barst in 2000 voor de camera's van de NOS in Sydney in huilen uit. Hij zegt letterlijk: 'Na al die jaren dat het zo moeilijk ging tussen ons, beloont hij me zo.' Ook deze zomer probeert Jeroen Dubbeldam met zijn nieuwe paard Utascha zich in het team te rijden dat Nederland mag vertegenwoordigen bij de springruiters in Londen. En de Sjiem? Die geniet nu, 22 jaar oud, in een weiland van zijn welverdiende oude dag.
Het Nederlands hockeyelftal is eind jaren negentig het beste van de wereld. Oranje is Olympisch én wereldkampioen. Een onverslaanbaar team, dat dus ook de grote favoriet is voor de gouden medaille op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Anderhalf jaar voor de Spelen begint de machine echter te haperen. Bondscoach Roelant Oltmans vertrekt naar voetbalclub NAC Breda. Hij wordt opgevolgd door zijn minder populaire assistent Maurits Hendriks. Er ontstaat een verwijdering tussen het gouden team en de nieuwe coach. Hendriks staat te boek als een vernieuwer, een perfectionist en wil als beginnend bondscoach zijn stempel drukken op het team. De selectie bulkt van de ervaring en de spelers denken zelf heel goed te weten wat er moet gebeuren. Daarbij komt nog de kwestie van de aanvoerdersband. Hendriks maakt Stephan Veen aanvoerder, terwijl Jacques Brinkman vindt dat híj de band moet krijgen. Het team valt uiteen in kampen, de eenheid in de ploeg is weg. Wat volgt is een waardeloze voorbereiding, ruzie in het team en een coach aan wiens stoelpoten onophoudelijk wordt gezaagd. Het begeleidingsteam komt zelfs achter de rug van de bondscoach bij elkaar en discussieert openlijk over zijn positie. Nederland vertrekt als favoriet naar de Spelen in Sydney, maar speelt zeer matig. Na verlies in de laatste poulewedstrijd tegen Pakistan is de ellende compleet en lijkt vroegtijdige uitschakeling een feit. Maar dan voltrekt zich een wonder. Groot-Brittannië reikt de hockeyers de hand, door tot ieders verrassing Duitsland vlak voor tijd met 2-1 te verslaan. Oranje leeft weer. In de halve finale wordt thuisland Australië na een bloedstollende strafballenserie verslagen. In de finale tegen Zuid-Korea heeft Nederland na drie goals van Stephan Veen de gouden medaille al in handen maar geeft de ploeg in de laatste vijf minuten een 3-1 voorsprong weg. Na opnieuw strafballen sleept Oranje de Olympische titel toch binnen. Een bizarre ontknoping van een al even bizar toernooi. Voor s
De passie voor de dartsport in Nederland ontstaat in Den Haag. De inwoners van de hofstad kunnen in de jaren zeventig als eerste grote stad de Engelse zender BBC ontvangen, die traditiegetrouw in de maanden december en januari veel aandacht besteedt aan darts. Het hoogtepunt is steevast de finale van de Embassy, het officieuze wereldkampioenschap darts. Veel Hagenezen raken in de ban van deze in Nederland nog relatief onbekende sport en de `dartborden' beginnen aan een opmars in verschillende Haagse kroegen. Het eerste succes wordt daar behaald in 1988. De Hagenees Bert Vlaardingerbroek is de eerste Nederlander die het `gooit' tot de prestigieuze Embassy. Lang duurt zijn debuut niet, hij wordt al in de eerste ronde uitgeschakeld door de Engelsman - en latere winnaar - Bob Anderson. Hetzelfde overkomt hem in 1989, 1990 en 1992. Voor de doorbraak van zijn stadgenoot Raymond van Barneveld staat `Big Bert', zoals zijn bijnaam luidt, al te werpen in Frimley Green. De BBC brengt Vlaardingerbroek, de opmerkelijke verschijning uit Nederland, uitvoerig in beeld. In 1991 staat Van Barneveld voor het eerst op de Embassy. In 1995 haalt hij zelfs de finale, maar moet daarin zijn meerdere erkennen in Richie Burnett. Drie jaar later is het raak: `Barney¿ schrijft in 1998 historie door als eerste Nederlander de Embassy op zijn naam te schrijven. Hij verslaat in een zinderende finale diezelfde Burnett. De levens van `Big Bert' en `Barney' vertonen opvallende parallellen: beiden zijn geboren en getogen in Den Haag en ze werken bij de PTT in hetzelfde gebouw. Vanuit de Haagse dartscompetitie, die zich in de kroegen afspeelde, klimmen beiden op naar het internationale podium. In onderlinge potjes is Vlaardingerbroek eigenlijk altijd sterker dan Raymond van Barneveld. `Big Bert', veelvuldig Nederlands kampioen, wordt door de kenners als de beste darter van Nederland gezien. Vlaardingerbroeks prestaties inspireren talentvolle darters uit Nederland, onder wie Van Barneveld en Co
6 januari 1976; de jaarlijkse prijzen voor Sportman, Sportvrouw en Sportploeg van het jaar 1975 worden uitgereikt. Waar heel Nederland over zou praten, is de Sportploeg van het Jaar: de amateurs van IJsselmeervogels uit Spakenburg. Zij halen dat jaar de halve finale van de KNVB-beker. Geen amateurteam was dat ooit gelukt, of zou hen dat na 1975 nog nadoen. IJsselmeervogels had zich voor het seizoen 1974/'75 gekwalificeerd voor de KNVB beker. Limburgia en SC Amersfoort werden verslagen met 1-0 en 4-1. Hierna is FC Groningen de tegenstander. Het team is de trotse lijstaanvoerder van de eerste divisie en laat zich voorafgaand aan de wedstrijd wat kleinerend uit over IJsselmeervogels. Koren op de molen van de amateurs. IJsselmeervogels wint de wedstrijd met 2-1 en 'De Vogels' staan in de kwartfinale van de KNVB-beker. Dat is nog nooit een amateurclub gelukt. AZ '67 is de volgende tegenstander, een goede subtopper uit de Eredivisie. Spakenburg is volledig in de ban van de KNVB-beker. Busladingen supporters willen de halve finale meemaken. Er zijn zelfs Spakenburgers die niet meer het stadion in kunnen en ergens in Alkmaar aanbellen om de wedstrijd op televisie te zien. De beginfase is direct voor de amateurs. IJsselmeervogels komt snel met 0-2 voor, maar AZ komt terug naar 2-2, maar komt in de reguliere speeltijd niet voorbij de amateurs, te meer omdat Kees Kist een penalty mist. IJsselmeervogels weet ook in de verlenging stand te houden en dus moeten penalty¿s de beslissing geven. Keeper Jos de Feyter redt opnieuw een penalty van Kees Kist, waarna Evert de Graaf de winnende strafschop binnenschiet. Het stadion ontploft, het ongelofelijke gebeurt: een amateurclub haalt de halve finale van de KNVB-beker. De spelersbus gaat onder politiebegeleiding terug naar Spakenburg, een enorme mensenmassa staat de spelers op te wachten. Op het Spuiplein staat het zwart van de mensen. De overwinning geldt als de meest historische in de clubgeschiedenis en wordt dagenlang gevi
Op 18 januari 2013 was het een halve eeuw geleden dat in het barre en ijskoude Friese land een van de zwaarste sportwedstrijden ter wereld werd gehouden. Zelden zal iemand door een enkele sportoverwinning zo'n mythische status bereikt hebben als de toenmalige sportartikelenwinkelier Reinier Paping uit Dedemsvaart. Een belangrijke bijdrage aan deze mythevorming was het mislukken van het live tv-verslag. Het nog prille medium had alles uit de kast gehaald (helikopters, motoren), maar de techniek liet het in de ijswoestijn grotendeels afweten. Wie de live-uitzending destijds bekeken heeft, herinnert zich vooral een kettingrokende Koos Postema, die geen enkel idee had hoe de wedstrijd verliep, en dus maar weer eens overgaf aan collega Arie Kleijwegt, die met het veel te kleine mutsje van zijn zoon op zijn hoofd stond te blauwbekken bij het bruggetje in Bartlehiem. Ook hij kon daar urenlang niets meer vertellen dan dat 'Paping in aantocht scheen te zijn.' Behalve de post-Bartlehiem bleek die dag alleen de finish-camera op de Groote Wielen de kou te kunnen weerstaan. Alleen de doorkomsten in Barthlehiem en de finish op de Groote Wielen waren daarom rechtsreeks op televisie te zien. Het falen van de live-reportage van 1963 heeft er toe geleid dat er ook over het verloop van de wedstrijd altijd mythes zijn blijven bestaan. Mythes die tot op de dag van vandaag voortleven. Nog in 2007, tijdens de 'Avond van de Eflstedentocht' beschuldigde de als derde aangekomen Jeen van den Berg winnaar Reinier Paping ervan zich door niet-deelnemers te hebben laten 'zuigen'. Zo zijn er nog meer nooit echt opgehelderde controverses en tegengestelde herinneringen van met name de eerste drie aangekomen rijders: Reinier Paping, Jan Uitham en Jeen van den Berg. De mythische uitstraling van de Elfstedentocht van 1963 was vanaf het begin duidelijk. Nooit eerder is de tocht onder zulke barbaarse omstandigheden geschaatst en nooit zal het evenement nog onder zulke omstandigheden worden verreden
Doping heeft het wielrennen al jaren in z'n greep. Het afgelopen jaar kwam het ene na het andere dopingverhaal naar buiten. Maar hoe zit het eigenlijk met doping in het voetbal? Andere Tijden Sport gaat terug naar de Champions League-finale in 1996 tussen Ajax en het Italiaanse Juventus. Ajax werd in Rome na verlenging en strafschoppen verslagen door de agressief en fysiek spelende Italianen. Over het Juventus van 1996 doen veel verhalen de ronde. De Juve-spelers waren in die periode wel erg fit en erg sterk; zou er doping in het spel zijn geweest? Het kwam in Italië zelfs tot een rechtszaak die zich jaren voortsleepte, waarbij Juventus 'sportieve fraude' ten laste wordt gelegd wegens oneigenlijk medicijngebruik. Uiteindelijk, in 2007, ontliep Juventus iedere straf, omdat de eventuele feiten waren verjaard. Andere Tijden Sport gaat op zoek naar bewijs. Stonden de Italianen inderdaad gedrogeerd op het veld tegen Ajax? Hebben ze de 'Cup met de Grote Oren' wel terecht gewonnen? En, als er inderdaad doping is gebruikt, waarom zijn de spelers dan nooit betrapt? In de uitzending komen onder meer voormalig Juventus-speler Pietro Vierchowod, Raffaele Guariniello, de aanklager in Turijn en Giuseppe d'Onofrio, bloeddopingexpert, aan het woord. Ook Ronald de Boer en Finidi George, die beiden voor Ajax in actie kwamen in de verloren finale, reageren op de bevindingen. Deze Andere Tijden Sport geeft, in het weekend van Champions League-finale van dit jaar, het antwoord op veel vragen in een unieke zaak uit de voetbalgeschiedenis.
Op 29 mei 1974 moet Stadion De Kuip in Rotterdam het decor worden van een mooi voetbalfeest. Feyenoord speelt in eigen huis de finalewedstrijd tegen Tottenham Hotspur om de UEFA Cup. Een compleet uitverkocht stadion is klaar voor een spannende wedstrijd. Op 29 mei 1974 moet Stadion De Kuip in Rotterdam het decor worden van een mooi voetbalfeest. Feyenoord speelt in eigen huis de finalewedstrijd tegen Tottenham Hotspur om de UEFA Cup. Een compleet uitverkocht stadion is klaar voor een spannende wedstrijd. Wim Rijsbergen scoort een minuut voor de rust 1-0. Dan slaat de vlam in de pan. Teleurgestelde en stomdronken Tottenhamfans klimmen over de hekken van het naastgelegen Feyenoordvak en een enorme knokpartij ontstaat. Nederland maakt voor het eerst kennis met extreem voetbalgeweld. Nu, bijna veertig jaar na dato, heeft Andere Tijden Sport de hand weten te leggen op het officiële politierapport uit 1974. Daaruit blijkt dat de politie totaal niet is voorbereid. Er zijn precies 150 man politie op de been in het met 63.000 man gevulde stadion. De politie weet zich geen raad met de geweldsuitbarsting en wacht lang met ingrijpen. Veel te lang volgens veel aanwezige supporters. Uiteindelijk veegt de politie het hele Engelse vak met geweld leeg. Feyenoord wint te cup, maar met een bittere bijsmaak. Er zijn 150 gewonden, van wie er twee slecht aan toe zijn. Andere Tijden Sport reconstrueert 'De gesloopte finale' met Nederlandse en Engelse supporters, oud-politiemensen, Wim Rijsbergen en met voormalig sportjournalist Joop Niezen, die de bewuste avond verslag deed. Hoe een schitterende dag voor Feyenoord ontaardt in een veldslag. De sloop van De Kuip door Britse hooligans.
Hij arriveert in Eindhoven als een onbekende Braziliaan. Ze noemen hem 'Roo-Maa-Riejo' en hij is door PSV bij toeval op de kop getikt. Het stadion kreunt van genot als het ontembare roofdier speelt. Romario, de beste voetballer die PSV ooit heeft gehad. De Philips Sport Vereniging bestaat dit jaar honderd jaar. Bij zo'n jubileum horen lijstjes. Zoals wie is Mister PSV? Dat is onmiskenbaar Willy van der Kuylen, een Brabantse jongen en bovendien de clubtopscorer aller tijden; geen enkele voetballer maakte meer doelpunten in de Eredivisie. Maar vraag aan de kenners wie de beste PSV-speler aller tijden is, dan wordt steeds die ene exotische naam genoemd: Romario de Souza Faria. Romario, de eerste Braziliaanse voetballer in Nederland, was een fenomeen. Hij is maar 1,69 meter, maakte Brazilië wereldkampioen in 1994 en had een fabelachtig technisch vermogen. Bijna vijf jaar lang, tussen 1988 en 1993 speelde hij voor PSV. Romario lispelde een beetje in zijn charmante Nederlands en dat klonk grappig, zeker als hij zei dat hij geen appelmoes lustte of vertelde dat hij voor PSV voetbalde. Hij gaf de club echter internationale allure. Hij was regelmatig 'een beetje moe', kwam vaak te laat of helemaal niet en liep er op de trainingen maar een beetje bij. Tot ergernis van trainers en medespelers. Ze konden hem soms wel schieten, maar op zondag als het er op aankwam, stond hij er, liet hij PSV swingen en vonden ze hem weer een lief mannetje. In deze aflevering van Andere Tijden Sport een terugblik op het roemruchte tijdperk van de Braziliaanse voetballer Romario de Souza Faria bij voetbalclub PSV. Met onder meer Harry van Raaij, destijds penningmeester van PSV en manager bij Philips, voorzitter Jacques Ruts, Guus Hiddink en Twan Scheepers (ploeg- en stapmaatje van de Braziliaan) gaan we terug naar het Samba-tijdperk in Eindhoven. En Romario zelf? Die is tegenwoordig politicus. Hij is lid van de Socialistische Partij in Brazilië. Tijd en plaats voor een afspraak met Roma
Halverwege de jaren 80 domineerde Nederland het motorcross in de 125 cc klasse. Het is 1987: de helden heetten toen Dave Strijbos en John van de Berk. Over het mysterie van het 'benzinekraanincident'. Het nieuwe seizoen begint met de GP van Valkenswaard. 20.000 toeschouwers komen af op deze strijd der Nederlandse giganten. De eerste manche wordt gewonnen door regerend wereldkampioen Strijbos, maar in de tweede manche heeft hij een slechte start. John van de Berk is als eerste weg. Na een half uur heeft Strijbos zich teruggevochten van de achtste naar de tweede plek. Hij zit Van de Berk op de hielen. Dan gebeurt het; als Strijbos zijn machine voor die van Van de Berk zet om hem in te halen, raken ze elkaar. Ze vallen en de motoren liggen in elkaar verstrengeld op de grond. Beide coureurs krijgen de machines niet ontward. Een aantal toeschouwers helpt hen. Met vereende krachten krijgen ze de motoren uit elkaar en de twee coureurs springen er weer op. Van de Berk is als eerste weg, maar even verderop slaat zijn motor af. Strijbos gaat hem voorbij en even later ook nog een andere Nederlander, Pedro Tragter. Het duurt even voordat Van de Berk merkt dat zijn benzinekraan is dichtgedraaid. Hij draait `m weer open en wordt uiteindelijk derde. De vraag na afloop is natuurlijk: wie heeft de kraan dichtgedraaid? Dat moet een van die zogenaamde helpers uit het publiek zijn geweest. Een fan van Strijbos blijkbaar. Na dit incident wordt de vete tussen Strijbos en Van de Berk heviger dan ooit. Er is nooit helemaal boven water gekomen wat er nu precies is gebeurd. Klopt het verhaal van de benzinekraan eigenlijk wel? Was het inderdaad een helper uit het publiek die dat had gedaan en wie was dat dan? 'De onderste steen moet boven', schreef iemand onlangs op een motorcross-site. Laat daar nu net een televisieprogramma voor bestaan... Ontrafelt Andere Tijden Sport het mysterie van het `benzinekraanincident'
Van 26 tot en met 28 maart 1993 beleeft het Nederlandse tennis zijn 'one weekend of fame': het Spaanse Davis Cup-team wordt op eigen bodem verslagen. Mark Koevermans is de schlemiel die al op de eerste dag wordt vernederd door Carlos Costa. De 'Koef' zit vreselijk in de put en hoopt stiekem dat Paul Haarhuis op de afsluitende zondag ook verliest zodat zijn laatste partij er niet meer toe doet. Maar Haarhuis wint: hij maakt 2-2 waardoor Koevermans toch de beslissende partij tegen Sergi Bruguera moet spelen. Koevermans begint opnieuw slecht: hij komt twee sets tegen nul achter. Maar na een bloedstollende vijfsetter sleept hij uiteindelijk de zege uit het vuur. Nederland heeft een nieuwe groep talentvolle tennissers die bewijzen dat ze de wereldtop kunnen verslaan. Na de sensationele winst op grootmacht Spanje sloeg de vonk over bij het Nederlandse publiek. Er moesten in het vervolg zelfs tijdelijke stadions worden gebouwd om de belangstelling voor de Davis Cup aan te kunnen. Op de achtergrond speelden allerlei randzaken, waaronder een vete tussen Davis Cup-captain Stanley Franker en een deel van de Nederlandse tennispers, onder wie Parool-journalist Robert Misset. Ook de NOS liet zich niet van zijn beste kant zien: de beslissende punten waren niet live op tv te zien, omdat de zendtijd op was. Televisiekijkend Nederland moest het doen met schakelingen naar Barcelona, waar Heinze Bakker niet meer kon doen dan de kijker kort bijpraten. Mart Smeets sloot het programma af met de woorden: 'Als u wilt weten hoe het afloopt, om half twaalf is er een extra uitzending.' Bakker noemt de gang van zaken nu een schande. Andere Tijden Sport gaat met de hoofdrolspelers van toen terug naar dat legendarische tennisweekend. Zo ontmoet Mark Koevermans op tennispark Vall d'Hebron in Barcelona, waar het zich twintig jaar geleden allemaal afspeelde, Sergi Bruguera. Samen halen ze herinneringen op. En ze schudden elkaar eindelijk de hand. Indertijd kwam dat er niet van, omdat Koever
Na de drie gouden medailles van Yvonne van Gennip tijdens de Winterspelen in Calgary en de Europese titel voor het Nederlands elftal kan 1988 eigenlijk al niet meer stuk. Maar we gaan dat jaar nog even door, want Nederlandse wielrenners winnen dat jaar zeven etappes in de Tour. De meest aansprekende? De Koninginnerit naar Alpe d'Huez. PDM-renners Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse worden in die etappe eerste en tweede. En bijna heeft Nederland een derde Tourwinnaar. Bijna. Op 19 juli staan twee etappes op het programma. Tijdens de lunch krijgt teammanager Harrie Jansen een briefje in zijn handen gedrukt. 'Theunisse positief in de etappe naar Morzine.' José Miguel Echevarri, ploegleider van de Reynolds-ploeg, heeft eenzelfde boodschap gekregen over zijn kopman Pedro Delgado, op dat moment drager van de gele trui. Beide mannen besluiten het nog even stil te houden. Maar na de middagetappe krijgt de pers er toch lucht van. Honderden journalisten verzamelen zich in de lobby van het hotel. Ondertussen spreken PDM-ploegleider Jan Gisbers en Jansen met Theunisse. Die ontkent in alle toonaarden. Het kan niet zo zijn. Hij is er kapot van. Tourdirecteur Xavier Louy staat ondertussen de toegestroomde pers te woord. Om geen pottenkijkers te hebben, beleggen Jansen en Louy later op de avond een bijeenkomst in de bosjes aan het meer. Zij sluipen, samen met Gisbers, via een raam naar buiten. Ook Echevarri is erbij. De Tour-organisatie wil maar één ding: Delgado moet de Tour verlaten. Een 'besmette' geletruidrager, daar zit niemand op te wachten. Het geel moet dan worden overgedragen aan Steven Rooks. Rooks zit in een spagaat. Hij rijdt de Tour van zijn leven en mag morgen misschien wel in het geel starten. Maar op die manier wil hij niet winnen. Delgado is in zijn ogen de beste en verdient het om in Parijs op het hoogste treetje te staan. Bovendien deelt hij een kamer met een geknakte renner. Theunisse heeft z'n koffers al gepakt en wil de Tour verlaten. Het kost Rooks al
Corrie en Frans Siemons runnen sinds midden jaren zeventig het bordeel Sauna Diana in Zundert. Hun zonen Jan, Marc en Ruud zijn lid van de Zundertse wielervereniging. Na hun wedstrijdjes moeten zij zich op straat omkleden, achterin de auto of bij mensen aanbellen en vragen of ze mogen douchen. Corrie en Frans vinden dat het ook anders kan en kopen een Engelse dubbeldekker om deze om te bouwen tot een bus waarin kan worden gewassen en gekookt: de bus van Sauna Diana. De talenten van Zundert beschikken dus in de jaren tachtig al over een eigen ploegbus, terwijl de profrenners toentertijd nog dubbelgevouwen zaten in een ploegleiderswagen. Voor Corrie en Frans is de wielersport hun lust en hun leven. Ze volgen hun fietsende zonen - Jan is prof bij TVM - overal en begeleiden daarnaast hun eigen Sauna Diana-ploeg. De equipe van Sauna Diana baart ook sportief opzien: ze rijden een internationaal programma en brengen profrenners voort, waarvan Eddy Bouwmans - winnaar witte trui in de Tour - de bekendste is. De oude dubbeldekker wordt opgevolgd door een luxer en moderner exemplaar. De grote Sauna Diana-bus wordt bovendien vaak ingehuurd door profteams. Grote renners als Mario Cipollini, Johan Museeuw, Phil Anderson, Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse waren `aan boord' bij Corrie en Frans. De bus is, met z'n reclame-uitingen in de vorm van schaars geklede dames, een opvallende verschijning in het peloton. Sauna Diana groeit uit tot een begrip en de bus wordt dé ontmoetingsplek voor renners en journalisten. Wat begon uit liefde voor de wielersport blijkt een eerste aanzet te zijn voor de modernisering van de begeleiding van de renners. Pas jaren later komen ook profploegen met hun eigen bussen. In deze Andere Tijden Sport worden herinneringen opgehaald aan de 'Moeder aller bussen' met onder meer vader Frans Siemons en zijn zonen Ruud en Jan. Ook oud-profrenners Eddy Bouwmans en Rini Wagtmans, ploegleider Patrick Lefevere en wielerjournalist Peter Ouwerkerk gaan terug
De eerste dopingdode in de Tour de France. De Engelsman was een van de favorieten in de Tour van 1967, maar op de flanken van de Mont Ventoux voltrekt zich een drama. Een combinatie van hitte, drank, doping en uitputting wordt hem uiteindelijk fataal. Een prachtige reconstructie van die Tour, gemaakt door onze Belgische collega's.
De schaatssuccessen van Ard Schenk en Kees Verkerk bij het Europees kampioenschap in 1966 in Deventer leidden tot een nieuw fenomeen in de sport: de opkomst van het 'Oranjelegioen'. Vanaf toen trokken supporters massaal mee naar het buitenland om hun schaatshelden aan te moedigen. Personeel van de NS organiseerde zelfs een eigen 'Ard en Keessie Expres' waarmee naar Oslo, Gothenburg en Inzell werd gereisd. Hoe dat ging? Gewoon door eigen rijtuigen achter de reguliere trein te koppelen. Deelnemers van het eerste uur plús de helden zelf - Ard Schenk, Kees Verkerk en coach Leen Pfrommer - kijken terug op de komst van de oranjegekte in de Nederlandse sportwereld. Inclusief de ontdekking van de eerste Oranje-muts!
Op 3 januari 1997 stuurde de VPRO de fine fleur van de vaderlandse documentaire wereld naar Friesland om met 16 mm filmcamera's de Elfstedentocht in al zijn facetten vast te leggen. Het was een mooi clubje: Paul Cohen, Rob Smits, Hans Heijnen, Frans Bromet, Heddy Honigmann, Hank Onrust, Pieter Verhoeff en John Appel. Zelfs een helikopter werd gehuurd. Uit al dat prachtmateriaal zouden Cherry Duyns en Hans Keller de 'ultieme' Elfstedendocumentaire samenstellen. Het liep anders... het project liep vast en er is nooit iets van uitgezonden. Andere Tijden Sport stuitte onlangs in een kelder van de VPRO op een stapel filmblikken, die op het punt stond te worden weggegooid. Van het nooit eerder vertoonde materiaal is een unieke reconstructie gemaakt van de laatste Elfstedentocht sinds zeventien jaar.
De Olympische Spelen van 1980 zouden de Spelen worden van Eric Heiden en Ingemar Stenmark. Maar het werden ook de Spelen van Annie Borckink. Wie? Annie Borckink! Totaal onverwacht pakte ze het goud op de 1500 meter op de allereerste dag van de Olympische Spelen in Lake Placid, Verenigde Staten. Tot die tijd had Annie Borckink nog niet één prijs van betekenis gewonnen. De sfeer in de dameskernploeg was dat jaar volgens Borckink zeer slecht. Maar juist die spanningen onderling dreven haar naar de beste prestatie van haar leven. Andere Tijden Sport keerde na 34 jaar terug naar de magische plek van haar gouden medaille: de kleine buitenbaan van Lake Placid. Daar voelde ze weer het ijs en beleefde ze haar magische moment opnieuw. Ook ging ze zonder een adres op zak op zoek naar het toenmalige Holland Huis. Een plek waar ze zich 's avonds heerlijk kon terugtrekken en waar ze keek naar Andre van Duin-revues met een colaatje tic erbij. In deze aflevering ook de ervaringen van coach Ab Krook en kernploeglid Ria Visser. Andere Tijden Sport over de vergeten medaille van schaatsster Annie Borckink.
Een nieuwe Ard Schenk stond op: Hein Vergeer. Het gestileerde supertalent Vergeer werd gezien als de opvolger van de onnavolgbare Eric Heiden. Tussen 1984 en 1988 won de man uit het Zuid-Hollandse dorp Haastrecht alles wat er te winnen viel. Hij was populair en geliefd, bij publiek en pers. De Olympisch Spelen in Calgary 1988 moesten de kroon op zijn werk worden, maar in het laatste jaar richting deze Spelen ging het plotseling bergafwaarts. Na een val tijdens de training presteerde Vergeer niet meer en niemand wist precies waarom niet. Het trouwe schaatspubliek keerde hem de rug toe; applaus maakte plaats voor hoon. Calgary werd een deceptie en Vergeer stopte na de Spelen roemloos in 1988. Pas jaren later bleek wat de oorzaak van zijn falen was. Andere Tijden Sport ging op onderzoek uit en brengt de ware toedracht in kaart.
Deze aflevering van Andere Tijden Sport vertelt het verhaal van een sport die eind jaren zeventig in Nederland wordt geïntroduceerd en meteen succes heeft: shorttrack. Nederland behaalt in deze begintijd diverse wereldtitels en zelfs Olympisch goud. Als 'Azië' de sport ook ontdekt, valt de hegemonie vervolgens in duigen. Sinds een paar jaar krabbelt de sport in Nederland weer op onder leiding van bondscoach Jeroen Otter, één van de pioniers van het eerste uur. Bij de komende Olympische Winterspelen wordt de Nederlandse shorttrackploeg grote medaillekansen toegedicht. Andere Tijden Sport heeft unieke beelden van de beginfase van deze sport in Nederland. En stelt vragen: Hoe kwam deze sport in Nederland terecht? Hoe knokten de shorttrackers tegen het almachtige langebaanschaatsen? Wat deden deze schaatsknutselaars om vooruit te komen? Tom Egbers is de presentator vanuit de vaste thuisbasis, het Olympisch Stadion in Amsterdam.
Over het gemiste WK van 2002 en de historische persconferentie waarin de toenmalige bondscoach zijn vertrek aankondigt. Ooggetuigen en betrokkenen zoals Henk Kesler en Frank de Boer spreken vrijuit over de eerste periode Van Gaal. Op meerdere televisienetten tegelijk is op 30 november 2001 live te zien hoe bondscoach Louis van Gaal afscheid neemt van zijn 'vrienden van de media'. Een zesjarig dienstverband met de KNVB wordt na nog geen anderhalf jaar beëindigd. In een monoloog van bijna een half uur vertelt een zichtbaar geëmotioneerde Van Gaal waarom hij er als bondscoach niet in is geslaagd het WK van 2002 in Japan en Zuid-Korea te bereiken. De spelers en met name de pers moeten het ontgelden. Dertien jaar na dato, aan de vooravond van de revanche van Van Gaal tijdens het WK in Brazilië, blikken we met direct betrokkenen terug op deze memorabele dag. Zoals de aanvoerder van het Nederlands Elftal in 2001, Frank de Boer, de toenmalige KNVB-directeur, Henk Kesler, en zijn persvoorlichter Rob de Leede. Verder Oranje-beveiliger Bertus Holkema en de voetbaljournalisten Willem Vissers, Maarten Wijffels en Valentijn Driessen. We zoeken het antwoord op de vraag waarom het destijds fout ging onder Van Gaal. En wat er in de loop der jaren is veranderd, zodat het nu wel gesmeerd liep onder leiding van Louis van Gaal? Wat was er mis binnen Oranje? Wat gebeurde er in Kopenhagen met de Deense stoeipoes Kira Eggers?
Westerhof was eind jaren tachtig een van de eerste Nederlandse voetbaltrainers die zich in een exotisch avontuur stortte: “Ik waande me Kuifje in Afrika. Wist niet wat ik kon verwachten, maar ik ben gewoon gegaan. En heb geen seconde spijt.”
De WK-historie van het Nederlands elftal kent veel hoogtepunten, maar ook een paar peilloze dieptepunten. Eén van de diepste dalen betreft het wereldkampioenschap van 1990 in Italië. Voor het oog van de wereld spuugde Frank Rijkaard naar zijn Duitse tegenstrever Rudi Völler. Maar ook achter de schermen was het een puinhoop in de selectie van bondscoach Leo Beenhakkker. Het was zo erg dat Beenhakker er niet meer over wil praten. Desondanks waagt Andere Tijden Sport zich aan een reconstructie van een mislukte missie. Met hoofdrolspelers als Ruud Gullit en Ronald Koeman. Voorafgaand aan het WK van 1990 in Italië is het Nederlands elftal de gedoodverfde favoriet. Oranje is regerend Europees kampioen en 'De Drie Van Milaan' - Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard - vormen de gevreesde kern van het elftal. AC Milan heeft immers met dit Nederlandse drietal als kloppend hart juist weer de Europa Cup 1 gewonnen. Maar onderhuids zit het bij Oranje al scheef als Thijs Libregts als opvolger van Rinus Michels wordt aangesteld. Hij overleeft de slangenkuil niet en hij vertrekt tussentijds. De meerderheid van de spelersgroep wil Johan Cruijff als opvolger, maar het wordt Leo Beenhakker. De spelers voelen zich niet serieus genomen en vanaf dat moment is de sfeer in de selectie bedroevend. Andere Tijden Sport reconstrueert de gebeurtenissen rond het dramatisch verlopen voetbaltoernooi aan de hand van gesprekken met oud-internationals als Ruud Gullit, Ronald Koeman, Adri van Tiggelen, Hans van Breukelen en toenmalig voorzitter sectiebestuur betaald voetbal, Martin van Rooijen. Sommigen, zoals KNVB-verantwoordelijke Van Rooijen, spreken voor het eerst openhartig over de tumultueuze periode die volgde op Oranjes grootste voetbalsucces.
Grote opwinding maakte zich dit voorjaar meester van de redactie van Andere Tijden Sport. Er is een amateurverzameling 8 mm-filmpjes ontdekt van een Duitse scheidsrechter die filmde op de WK's van 1958 tot en met de jaren tachtig. De opnames blijken van een verrassend hoog niveau en bevatten unieke invalshoeken. En amateurfilmers zien de wereld vaak weer op een geheel andere wijze dan professionele cameramannen, zo blijkt uit de beelden. Deze unieke 'found footage' van het WK van 1978 in Argentinië is zondag 6 juli de voor het eerst op televisie te zien, in Andere Tijden Sport: WK '78: Gezien door andere ogen. De vinder van het bijzondere materiaal is documentairemaker Wim van der Aar. Hij schuimt zowel fysieke als digitale rommelmarkten af op zoek naar opmerkelijke films. Tijdens een speurtocht op eBay stuitte hij op amateuropnames, gemaakt door de Duitse scheidsrechter Kurt Goerdten, van het wereldkampioenschap voetbal van 1978. Van der Aar koopt alle Super 8-films en laat ze digitaliseren. Het materiaal blijkt van een uitzonderlijk hoog niveau. Zo stond Goerdten in de wedstrijd van Nederland tegen Italië op de ideale plek om hele heldere opnames te maken van Ernie Brandts, die per ongeluk Piet Schrijvers uit het toernooi schopte en in eigen doel schiet. Als scheidsrechter las Goerdten een wedstrijd erg goed en mistte hij met zijn Braun Nizo-filmcamera geen enkel doelpunt of bijzonder moment. En dan duikt er nóg een unieke amateurfilm op. Het blijkt om een video van Jan van Doorn te gaan, die in het kielzog van een fotograaf van De Telegraaf met Oranje naar Argentinië was afgereisd. Het materiaal bevat exclusieve beelden die hij heeft gemaakt tijdens de trainingen, in het spelershotel van het Nederlands elftal en op en rond het veld. Dat kon blijkbaar probleemloos in die tijd. Verder komen er beelden voorbij van feestvierende Argentijnen na de beruchte zege van het gastland op Peru. De Argentijnen wisten op voorhand dat ze de laatste groepswedstrijd tege
Tussen al het WK-geweld door presenteert Andere Tijden Sport op donderdag 10 juli een Tourspecial: De Wetten van Cees Priem. Priem is succesvol als wielrenner, aan de zijde van Jan Raas. En hij is nog succesvoller als ploegleider van TVM. De ploeg behaalt overwinningen in de Tour de France met topsprinter Jeroen Blijlevens en in alle andere grote wedstrijden. Totdat in de Tour van 1998 naar buiten komt dat er in een vrachtwagen van TVM Epo is gevonden. Priem wordt opgepakt en belandt enkele weken achter de tralies. Zestien jaar lang zwijgt hij over de kwestie. Wat is precies gebeurd? Wie zat er achter dit transport? En waarom hield Cees Priem al die tijd zijn mond dicht? In deze extra lange Andere Tijden Sport Tourspecial, geven de betrokkenen voor het eerst openheid van zaken. De Wetten van Cees Priem, over een Nederlandse ploeg en de verwoestende werking van een wondermiddel.
Het WK '74, moeten we het daar nog over hebben? Moet er weer zout in de wond? Alles is toch gezegd, geschreven en getoond? Over Oranje, inderdaad. Maar vergeet Cruijff, de 'nackte Mädchen' en de vraag waarom wíj in godsnaam verloren. We verplaatsen ons naar Malente, een afgelegen dorpje in Noord-Duitsland, waar het West-Duitse elftal zich voorbereidde op het WK. Daar draaien we met de hoofdpersonen Franz Beckenbauer, Günter Netzer en Berti Vogts de vraag om: waarom wonnen de Duitsers?
De Elfstedentocht. Aan de hand van niet eerder vertoond privémateriaal van vier schaatsgeneraties 'De Ruiter' wordt een beeld geschetst van een typisch Fries schaatsgeslacht met een rijke Elfstedentraditie. De eerste Elfstedentraditie van deze schaatsdynastie dateert uit 1914. De familie De Ruiter heeft zijn Elfstedentraditie in woord en beeld vastgelegd. Zo filmde Anne de Ruiter al schaatsend de Elfstedentochten van 1986 en 1997.
De geboren Amsterdamse oud-kunstrijdster Ellen Burka-Danby (93) is in Nederland tamelijk onbekend, maar in Canada een ware legende. Ze leverde het land als coach talloze wereldkampioenen en Olympische medaillewinnaars. Daarnaast wist de Joodse Burka dankzij het kunstrijden het concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog te overleven. Speciaal voor Andere tijden sport kwam ze naar Nederland en ging ze voor het eerst terug naar Kamp Westerbork
Een spreekwoordelijk standbeeld voor de man die grote klassiekers op de weg won en in 1996, in de late herfst van zijn imposante loopbaan, wereldkampioen veldrijden werd in het Franse Montreuil: Adrie van der Poel. Van der Poel trouwde de dochter van de Franse renner Raymond Poulidor en hun zoons David en Matthieu lijken daarmee door Moeder Natuur voorzien van super-wielergenen.
In 2015 debuteert Max Verstappen als zeventienjarige coureur in de Formule 1. In 1979 was er veel bezorgdheid toen een andere piepjonge coureur debuteerde: Jan Lammers, toen 22 jaar. Een terugblik op Lammers' jongensdroom.
Het Ajax van 1995. Aan de hand van 'wonderkind' Patrick Kluivert winnen de Amsterdammers als voorlopig laatste Nederlandse club de Champions League. Behalve Kluivert, blikken onder anderen ook aanvoerder Danny Blind, Jari Litmanen en Ronald de Boer terug naar dat memorabele moment in de vaderlandse voetbalgeschiedenis.
De beruchtste transfer in het Nederlandse voetbal: Het shirt stond hem niet, het zwarte broekje evenmin. Het schuurde. En toch liep Johan Cruijff in de zomer van 1983 De Kuip binnen. Hij had naar eigen zeggen één taak: kampioen worden. Voor Feyenoord, maar vooral ook tegen Ajax. Vanuit de boezem van de toenmalige spelersgroep wordt duidelijk dat onder de glans van schaal en beker pijn en teleurstelling schuilen.
Op bezoek bij Rik Smits in de Amerikaanse stad Indianapolis. Hoe kan het dat een verlegen slungel, die nauwelijks kon basketballen, uitgroeide tot een ster als Pacers-speler in de NBA? Een aangrijpend verhaal over een held die geen held wilde zijn: van 'zero tot hero'.
Het 'Gevecht van de Eeuw' tussen boksers Rudi Koopmans en Alex Blanchard; in 1982 troffen de heren elkaar in Ahoy Rotterdam voor de Europese titelstrijd: 'Rumble in Rotterdam'. Andere Tijden Sport bracht de twee kemphanen terug in de ring
De ultra-lange-afstandsloper Jan Knippenberg, de 'Forrest Gump' van Texel, bedacht in 1974 om van Hoek van Holland in negentien dagen naar Stockholm te gaan rennen, omgerekend twee marathons per dag.
Een terugblik naar 1954, toen de Tour de France voor het eerst buiten Frankrijk startte, namelijk in Amsterdam. In de Tour van 1953 won het Nederlandse landenteam het ploegenklassement. Als 'beloning', mocht de Ronde in 1954 in Nederland beginnen. Rotterdam was eerste keus, maar Amsterdam kreeg de primeur. Kort voor hun dood sprak Andere Tijden Sport met de pioniers die de Tour in de jaren '50 populair maakten: Jan Nolten, Gerrit Voorting en Henk Faanhof. Daarnaast ook uniek amateurmateriaal in kleur van een wielergekke familie die 'onze jongens' met de camera volgde tot ver in Frankrijk.
Han Urbanus was net na de oorlog, toen het honkbal hier nog in de kinderschoenen stond, de allerbeste werper van Nederland. In 1952 kreeg hij, als eerste Europeaan, de kans om in Amerika mee te trainen met een van de beste ploegen van de wereld: de New York Giants. In de Big Apple kwam Urbanus tot de ontdekking dat er in Nederland al die jaren verkeerd werd gegooid. Met nieuwe techniek, een instructiefilm en met een boek vol aantekeningen onder de arm, keerde Urbanus terug naar Nederland als 'honkbalprofeet'. Hij verspreidde het woord van het professionele honkbal in Amerika en legde de basis voor het Nederlandse honkbalsucces van nu.
Iedereen kent Fanny Blankers-Koen en Ellen van Langen. Maar Nederland bracht nóg een gouden atlete voort: Ria Stalman. Zij won op de Spelen van 1984 in Los Angeles goud op het onderdeel discuswerpen. Een medaille die altijd met argwaan is bekeken. Verschillende keren is zij beschuldigd van dopinggebruik. De nu 64-jarige Stalman gaat voor het eerst sinds 1984 terug naar het Olympisch Stadion van Los Angeles. Ze spreekt openhartig over de achterdocht en de vragen die haar al haar hele leven achtervolgen. In een emotionele reis bezoekt Stalman de plekken die van belang waren voor haar succes. En ontmoet ze haar vriendin én directe concurrente, de Amerikaanse Leslie Deniz, die in 1984 het zilver pakte.
De Friezin Atje Keulen-Deelstra uit Irnsum won begin jaren zeventig vier keer de wereldtitel allround. Ze was in de dertig en moeder van drie kinderen. De zorg voor die kinderen kwam in de wintermaanden neer op haar man Jelle en zijn ouders. Dat zorgde voor de nodige ophef in Nederland. Onbedoeld werd 'Us Atsje' een voorloper van de vrouwenemancipatie. De prestaties van Keulen-Deelstra zorgden tegelijkertijd voor ongekende vreugdetaferelen in haar Friese geboortedorp. Andere Tijden Sport vond veel amateurbeelden van die inhuldigingen terug. En exclusief voor Andere Tijden Sport maakte de Friese zanger-componist Meindert Talma het 'Atje-lied'.
Autocoureur Arie Luyendijk zag het niet meer zitten. De autocoureur uit Sommelsdijk was in Europa op een dood spoor beland. 'Waarom ga je het niet in Amerika proberen?', adviseerde zijn vader Jaap. Luyendijk vertrok en won jaren later, in 1990, de spectaculaire Indy 500, de grootste eendaagse sportwedstrijd van de Verenigde Staten. Hij groeide in Amerika uit tot een waar race-icoon. We keerden met Luyendijk terug naar de plek waar hij zijn grootste zege boekte en een fortuin vergaarde.
Ooit zat er 22 jaar tussen twee Elfstedentochten. Na de roemruchte tocht van 1963 duurde het liefst 22 jaar voordat er, in 1985, weer een tocht gereden kon worden. In die tussenperiode was Jan-Roelof Kruithof onoverwinnelijk. Vanaf 1974 won de oersterke architect uit Havelte liefst negen Alternatieve Elfstedentochten. Toen het er in 1985 eindelijk weer van kwam, was Kruithof inmiddels 48 en over zijn hoogtepunt heen. Toch zette hij alles op alles, en hield lang stand in de kopgroep. Totdat hij op de lange kluunplek in Kimswerd tot twee keer toe viel, waardoor aan een droom van 22 jaar keihard een einde kwam.
In 1963 raakt Nederland voor het eerst in de ban van de Europa Cup als Feijenoord - toen nog met een ij - in zegetocht over het continent trekt. Na heroïsche duels rolt voor de halve finale Benfica uit de koker. De regerend Europees kampioen met illustere namen als Eusebio, Torres en Coluna, spelers die men bewondert in het Polygoonjournaal. Wim Hollander - garagechef bij Het Vrije Volk - lanceert op de krant het idee om voor de return met de boot naar Lissabon te gaan. Als het in De Kuip 0-0 blijft, stromen de aanmeldingen binnen. De jaren 50 zijn voorbij. Welvaart gloort. De mensen hunkeren naar de finale en naar avontuur. Ook een tweede schip is in geen tijd volgeboekt. En of het nu 'Mijnheer' Cor Steyn, Johnny Kraaijkamp, Jaap Valkhoff of Max van Praag is, geen artiest zegt nee. Op 4 mei wordt het orgel van Cor Steyn aan boord gehesen en vertrekken de Groote Beer en de Waterman van de Lloydkade met in totaal 1500 supporters naar Lissabon. Duizenden langs de Nieuwe Waterweg zwaaien hen uit. "Alsof de koningin voorgoed vertrekt," verzucht iemand langs de kant. Feijenoord is een zaak van nationaal belang. Raadsvergaderingen worden uitgesteld; Toon Hermans verzet zijn show. 'Hand in Hand' is het nieuwe volkslied. Cor Steyn speelt het op de heenreis volgens eigen telling al 957 keer. Andere Tijden Sport toont voor het eerst beelden in kleur van het leven aan boord en maakt met Ida, Jan, Louis, Aad en Henk een 'boatmovie' over een ontluikende liefde, hoeren in de sloepen, jeneversmokkel en foto's die met duiven naar de krant worden gestuurd. Met oud-spelers 'Beertje' Kreijermaat en Eddy Pieters Graafland keren we terug naar de oevers van de Taag waar zij destijds tot tranen toe geroerd de supporters opwachtten. Gevangen in het tegenlicht galmt 'Hand in Hand' weer over het water. "In de kleedkamer hadden we het nóg over de boten," zegt Kreijermaat. De wedstrijd ging verloren, maar zij waren erbij toen het Legioen werd geboren.
In 1997 treedt Co Adriaanse aan als hoofdtrainer van Willem II. Co was tot dan toe hoofd Jeugdopleiding bij Ajax. In Tilburg haalt hij de bezem erdoor, want het moet allemaal een stuk professioneler. Er komt een hek om het trainingsveld, onorthodoxe trainingsmethoden worden ingevoerd, gedetailleerde gedragsregels ingesteld en de koffiejuffrouw moet eraan geloven. Resultaat heeft het wel: in Co's eerste jaar eindigt Willem II in de eredivisie op de vijfde plaats, het jaar daarop zelfs op de tweede. En dus speelt de Brabantse provincieclub in het daaropvolgende seizoen in de Champions League. Andere Tijden Sport sprak over de straffe hand van Co Adriaanse met onder anderen Adriaanse zelf, met Arno Arts, de toenmalige linkermiddenvelder, én met de koffiejuffrouw.
De kwalificatiereeks voor het EK van 1984 in Frankrijk. Het Nederlands elftal staat er riant voor: Spanje zou Nederland immers alleen nog voorbij kunnen door in de allerlaatste groepswedstrijd met maar liefst elf doelpunten verschil te winnen van Malta. Vier dagen later wint Spanje. Met 12-1. Oranje uitgeschakeld. Hoe kon dat gebeuren? Omkoping? Een EK zonder Oranje. Voor het laatst gebeurde dat 32 jaar geleden. Met nog een duel te spelen stond het Nederlands elftal er riant voor. Tot, op 21 december 1983, het Spaanse elftal Malta vermorzelde: 12-1. Spanje ging naar het EK84 in Frankrijk en Nederland likte thuis de wonden. Sindsdien hangt er een zweem van omkoping rond die wedstrijd. Hoe was bijvoorbeeld de rol van keeper John Bonello. En wat heeft de KNVB ondernomen? Andere Tijden Sport ging op Malta op onderzoek uit en stuitte op onverwachte zaken.
De Amsterdamse PSV'er Jan van Beveren geldt als de beste Nederlandse keeper ooit. Toch speelde hij nooit op een EK of WK. Hoe kwam dat? Een bekende verklaring is dat het niet boterde tussen Van Beveren en Johan Cruijff. Was dat ook zo? Andere Tijden Sport zocht naar een antwoord en sprak met onder anderen Johan Neeskens, Wim van Hanegem, Kees Rijvers en met de broer van Jan van Beveren, Wil
In de slotweek van de Tour de France van 2007 maakte Michael Rasmussen zich op voor de laatste bergetappe. De Deense kopman van de Rabobank-ploeg droeg op 25 juli al tien dagen de gele trui en de eindoverwinning lag voor het grijpen. Totdat hij ’s avonds op staande voet werd ontslagen. Andere Tijden Sport kijkt terug. Speciaal voor een reconstructie van Andere Tijden Sport gaat de Deen terug naar de Pyreneeën, waar hij voor het eerst sinds die noodlottige dag, negen jaar geleden, weer met de fiets de Aubisque beklimt. Wat is er toch gebeurd in die laatste 36 uur van Michael Rasmussen in het shirt van Rabobank? Aan het woord komen ook zijn toenmalige ploeggenoten Thomas Dekker en Michael Boogerd alsook Erik Dekker, een van zijn ploegleiders. Daarnaast spreken voor het eerst leden van het Rabobank-crisisteam zich uit en wordt nog duidelijker wat zich indertijd achter de schermen heeft afgespeeld.
Zij was zonder twijfel de meest flamboyante atlete die ooit op de atletiekbaan verscheen. Met haar lange kleurige nagels en in gewaagde outfits van eigen ontwerp snelde ze op de Olympische Spelen van 1988 in Seoul naar drie keer goud (100 meter, 200 meter en 4 x 100 meter) en één keer zilver (4 x 400 meter). Die gouden 200 meter liep ze in een wereldrecordtijd. Eerder dat jaar had ze al het wereldrecord op de 100 meter gelopen. Nooit rende een vrouw sneller. Florence Griffith Joyner geldt daarmee nog steeds als de snelste vrouw op aarde. Ze overleed in 1998, 38 jaar jong. Over haar dood, en ook over haar prestaties, doen allerlei verhalen de ronde. Vier jaar voor haar dood was wereldster Florence Griffith met haar man Al Joyner een week in Nederland voor het programma Stappen met Angela van de AVRO. Samen met Angela Groothuizen ging Flo-Jo schaatsen op natuurijs en reikte ze prijzen uit aan succesvolle atleten in de Amsterdamse Bijlmermeer. Ook was er een ontmoeting met de Nederlandse atletiekkoningin Fanny Blankers-Koen. Deze unieke beelden komen terug in de uitzending van Andere Tijden Sport. Verslaggever Kees Jongkind ging ook naar Californië en ontmoette daar weduwnaar Al Joyner. Verder bezocht hij er Flo-Jo's graf. In Nederland verklaren sprintster Nelli Cooman, atletiektrainer Henk Kraaijenhof en sportcommentator Theo Reitsma het fenomeen Flo-Jo.
Ze was veertig jaar geleden een van de zeer weinigen die weerwerk konden bieden aan de oppermachtige DDR-zwemsters. Maar in geen van de finales die ze zwom op EK's, WK's en Olympische Spelen kwam Enith Brigitha (1955) verder dan brons of zilver. Altijd was er goud voor een zwemster uit Oost-Duitsland. Zo was in Montreal, op de Spelen van 1976, de 17-jarige Kornelia Ender ongenaakbaar: ze won vier keer goud en werd daarmee de Koningin van Montreal. Nooit spraken Brigitha en Ender met elkaar: voor DDR-sporters was contact met de 'Klassenfeind' immers streng verboden. Maar nu - veertig jaar later - heeft Andere Tijden Sport een ontmoeting gearrangeerd tussen de twee tegenpolen.
Eind jaren zeventig en in de jaren tachtig leek geen sport zo populair als het windsurfen. Een zeil en een plank, water en wat wind, logisch dat de sport in Nederland een hoge vlucht nam. Op de meren en langs de kust was er geen ontkomen aan en op enig moment hadden zelfs een miljoen mensen een zeilplank in huis. Degene die de opkomst van de sport als geen ander belichaamde was Stephan van den Berg, een tieneridool van wie de poster in menige jongens- én meisjeskamer naast die van Doe Maar hing. De jonge Stephan las in de Waterkampioen van de ANWB over de Amerikaan Robbie Naish, die als dertien(!)jarige wereldkampioen was geworden in de nieuwe sport die windsurfen toen nog was. 'Dat wil ik ook', dacht Stephan, die letterlijk op het water was opgegroeid: het gezin Van den Berg woonde in een woonark in Hoorn en de vakanties werden doorgebracht op een boot. Stephan nam een krantenwijk, kocht een plank, peddelde zo vaak hij kon door het sluisje het IJsselmeer op en surfde tot de zon onder ging. In 1980, toen hij achttien was, kwam zijn droom uit: hij won z'n eerste van vier wereldtitels. En vier jaar later, op de Olympische Spelen van Los Angeles - de eerste waar windsurfen onderdeel van was - won hij meteen goud. Acht miljoen mensen zagen hem in de televisieshow van Mies Bouwman; windsurfwedstrijden langs de Hollandse kusten trokken zomaar 150.000 belangstellenden.
Wie Jannes van der Wal zegt, zegt niet alleen wereldkampioen dammen in 1982, maar ook excentriekeling. Hij stamelde voor de camera bij Mies Bouwman en miste een NK doordat hij in de trein in slaap was gevallen. Met deze Pietje Bell van de denksport was altijd iets te beleven. Maar hij kon ook verschrikkelijk goed dammen. Kenners spreken nog steeds met bewondering over zijn inzicht en zijn aanvallende spelstijl. In 1996, nog maar 39 jaar oud, stierf hij aan leukemie. Broer en ouders, collega's en vrienden schetsen een verrassend en ontroerend beeld van een bijzondere damgrootmeester.
Andere Tijden Sport viert de 100e uitzending met een bijzondere aflevering, met uitsluitend amateurbeelden. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw waren sommige sporters (zoals Kees Verkerk op de foto hiernaast), begeleiders en supporters in het bezit van een camera. Meestal een 8-mm filmcamera. Dat was nieuw en bijzonder. Zij schoten uren en uren aan film, niet wetende dat ze daarmee historie vastlegden. Het grote publiek kreeg al dat materiaal nooit te zien. Het verdween in schoenendozen op zolder. En daar komt het nu voor het eerst uit. Door oproepen en gerichte zoekacties heeft Andere Tijden Sport veel van dit unieke materiaal opgespoord. Aangevuld met het originele geluid levert dat een fascinerend beeld op van een sporttijdperk waarin alles anders was. Waarin supporters en bewonderaars nog gewoon dicht bij hun helden konden komen. Waarin je als supporter nog vrij rond kon lopen in een Olympisch dorp en de sfeer van de Spelen kon opsnuiven. Waarin topsporters aanraakbaar en dichtbij waren.
John Blankenstein (1949-2006) was als scheidsrechter geliefd en gerespecteerd. Hij was ook een man die openlijk uitkwam voor zijn homoseksualiteit en daarmee een taboe doorbrak in de voetbalwereld. Maar daardoor ontmoette hij ook tegenstand. In 1994 was Blankenstein aangewezen om de Champions League finale tussen AC Milan en Barcelona in Athene te leiden. Het zou de bekroning worden van zijn carrière, en daarmee ook van zijn assistenten Rob Overkleeft en Gerhard Verwoort. Vijf dagen vóór de finale werden Blankenstein en zijn grensrechters er vanaf gehaald. Waarom? Omdat hij Nederlander was, net als Johan Cruijff en Ronald Koeman die bij Barcelona werkten? Omdat de invloedrijke eigenaar van AC Milan, Silvio Berlusconi, hem daardoor partijdig vond? Omdat hij homoseksueel was? Omdat er doodsbedreigingen tegen hem binnen waren gekomen bij de UEFA? Of een combinatie ervan? Andere Tijden Sport gaat op zoek naar het antwoord.
Nu Max Verstappen het racen in Nederland weer populair heeft gemaakt, gaan de gedachten uit naar een ander fenomeen uit de racewereld: Liane Engeman. Bloedmooi en razendsnel in haar bolides. De blonde schrik van het circuit, zo werd de Haarlemse in de jaren 60 van de vorige eeuw genoemd. Opgeleid door Rob Slotemaker, die meteen het talent in haar herkende. Bewonderd door de vele mannen om haar heen, onder wie een piepjonge Jan Lammers. Tussen 1965 en 1973 racete Liane Engeman over de internationale circuits. Gewoon tegen de mannen. Ze won veel, overleefde crashes en spotte met vooroordelen. Twee keer was ze de beste vrouwelijke coureur van Europa. Nog altijd spreken oud-collega's en bewonderaars vol lof over haar racekwaliteiten. Andere Tijden Sport over een bijna vergeten sportvrouw, die flirtte met de dood en een carrière in de Formule 1.
Simon Tahamata was voor een hele generatie de eerste donkere speler in Nederland die het hart stal van de voetballiefhebber. Na zijn debuut bij Ajax in 1977 werd hij met ragfijne solo’s en fijne doelpunten razendsnel ongekend populair, tot ver buiten Amsterdam. Zijn brede grijns en aaibaarheid deden de rest voor de mediagenieke Molukker. In dezelfde periode werd hij – onbedoeld – het boegbeeld voor de Nederlandse Molukkers, toen Nederland voor het eerst met ‘terreur in de polder’ te maken kreeg. De door de Nederlandse staat verwaarloosde Ambonezen kwamen in opstand. Uiteraard werd de jonge stervoetballer aangesproken op de treinkapingen en andere keiharde acties van de Molukkers. Balancerend op het snijvlak van nationale knuffelbeer en rolmodel voor een minderheid in de knel, vocht Tahamata voor zijn positie in het voetbal, zonder zijn volk en afkomst te verloochenen. Hoe deed hij dat?
Sinds 2008 is het een Olympische sport en vorig jaar pakten Jelle van Gorkom (zilver) en Laura Smulders (brons) er het eerste Nederlandse Olympische eremetaal in: BMX oftewel Bicycle Motocross (waarbij de X staat voor cross). Andere Tijden Sport gaat terug naar de beginjaren van de BMX, toen sommigen het nog weglachten als een sport op een kinderfietsje, maar anderen al de potentie zagen van deze nieuwe spectaculaire sport. En wat blijkt? Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld in de opkomst van de BMX. Begin jaren tachtig raakten Nederlandse jongeren voor het eerst in de ban van de BMX. Het waren vooral de raceprogramma’s van de AVRO, gepresenteerd door Karel van de Graaf, die de sport in één klap een groot podium gaven. Voor veel beginnende renners was Jan van den Dungen, bijgenaamd Helikopter Jantje, het absolute boegbeeld van de nieuwe sport. Spektakel verzekerd met Helikopter Jantje, en met andere BMX’ers, zoals Turbo Monique (Monique de Bruijn). Zij waren weer schatplichtig aan motorcrosser Gerrit Does, die in 1974 voor het eerst jongeren in de VS op merkwaardige fietsen zag crossen en besloot de sport naar Nederland te halen. Gerrit Does stond hiermee niet alleen aan de basis van de BMX in Nederland en Europa, maar heeft ook alles gefilmd op Super 8mm.
In de jaren tachtig sprak Nederland nog een stevig woordje mee in de motorsport. Witte Reus Wil Hartog, Jumping Jack Middelburg en D'n Boet van Dulmen boekten successen in de zwaarste klasse. En er was dat legendarische zijspanduo Streuer/Schnieders uit Assen dat drie keer wereldkampioen werd, maar steeds naast de winst greep op het thuiscircuit tijdens de TT van Assen. Tot 1987, toen eindelijk in de stromende regen alles klopte en 140.000 toeschouwers volledig wild werden van vreugde door het succes van de ruig bebaarde rijder Egbert Streuer en zijn knappe bakkenist Bernard Schnieders. Andere Tijden Sport keert terug naar de oertijd van de Nederlandse motorsport. Over de dood van Schnieders, de verfijning van een motorblok en de ziel van de zijspan. Met Egbert Streuer, geldschieter Riemer van der Velde, teammanager/marketingman Lee van Dam en Jaap Geerts, racer van het eerste uur en kroegbaas. Een verhaal vol bier, braadworst en benzinedampen.
Wielrenner Hennie Kuiper was een geboren aanvaller. Solo werd hij Olympisch kampioen, wereldkampioen en won hij vier grote klassiekers. Zijn palmares doet weinig onder voor dat van zijn landgenoten Zoetemelk en Janssen, met dit verschil dat op de erelijst van Kuiper de eindoverwinning in de Tour de France ontbreekt. Een paar keer was Kuiper er dichtbij. De grootste kans op de eindzege had hij in 1977. Een paar dagen voor de finish in Parijs stond hij op slechts acht seconden van het geel. Wat als hij op verschillende momenten alerter was geweest? Wat als hij had geëist dat zijn ploeg voor hem zou rijden? Wat als ploegleider Peter Post hem meer vertrouwen had gegeven, zich wat minder obsessief op de dagsuccessen en op zijn oogappel Didi Thurau had gefocust? En werd eindwinnaar Bernard Thévenet bevoordeeld door de chauvinistische Franse organisatie? In Andere Tijden Sport: de Tour van 1977, de Tour die Hennie Kuiper had kunnen en misschien wel had moeten winnen…
Reinier Paping, Evert van Benthem en Henk Angenent. In de Nederlandse sportgeschiedenis nemen zij een unieke plek in. Ze wonnen immers de meest aansprekende sportwedstrijd die je in ons land kunt winnen: de Elfstedentocht. Van Benthem won hem zelfs twee keer: in 1985 en 1986. Om de jaarlijkse stoet van fans te ontvluchten emigreert Van Benthem met zijn gezin in 1999 naar Canada. Daar wordt de schaatsheld weer de boer die hij wil zijn. Reinier Paping, de glorieuze winnaar van de barbaarse Elfstedentocht van 1963, is inmiddels 86. Andere Tijden Sport hoort van hem dat hij graag nog eens Evert van Benthem, in 1985 na 22 lange jaren zijn opvolger als winnaar van de Elfstedentocht, in Canada zou willen opzoeken. Ook Henk Angenent, in 1997 winnaar van de voorlopig laatste Tocht der Tochten, voelt daar wel wat voor. Zo gezegd, zo gedaan. Andere Tijden Sport gaat met Paping en Angenent op bezoek bij Van Benthem in Canada. Het wordt een memorabele ontmoeting van drie Elfstedenhelden in een winters landschap.
In 2006 vindt een tragisch ongeluk plaats tijdens de Volvo Ocean Race, de zwaarste en langste zeilwedstrijd ter wereld. Hans Horrevoets, de ervaren zeiler van de ABN AMRO 2, slaat tijdens een zware storm op de Atlantische Oceaan overboord. De andere zeilers zetten alles op alles om Hans uit het water te halen. Daarin slagen ze uiteindelijk, maar ze kunnen het leven van Hans niet meer redden. Hoe kon het gebeuren? Was het pech? Voelde Horrevoets zich te verantwoordelijk voor de grotendeels jonge bemanning? Andere Tijden Sport maakte een reconstructie van de fatale reis. Aanvankelijk loopt alles op rolletjes. De negen maanden durende zeiltocht kent vele tussenstops en de 'jongerenboot' van ABN AMRO 2, met Horrevoets als ervaren rot, doet het verrassend goed. Zijn vriendin Petra van Rij komt regelmatig over met dochter Bobby. En in Kaapstad raakt ze zwanger van een tweede kindje. In de zevende etappe, van New York naar Portsmouth, gaat het mis. Andere Tijden Sport praat o.a. met de zeilers die erbij waren, met Roy Heiner, sportief directeur van de Nederlandse ploeg en vriend van Horrevoets, en met Petra.
In 1992 wint Bart Veldkamp goud op de 10 kilometer tijdens de Olympische Winterspelen van Albertville. Hij verlost Nederland daarmee van een trauma. Sinds 1976 (Piet Kleine) haalde het Nederlandse mannenschaatsen nooit meer een gouden medaille op de Spelen. Veldkamp maakt deel uit van de 'Haagse bende', een groep jonge schaatsers, met ook Ben van der Burg en Thomas Bos, die eind jaren tachtig vanuit schaatsbaan De Uithof Nederland verovert. Veldkamp is een perfectionist en een twijfelaar. En wat weinig mensen weten: hij gaat geregeld gebukt onder faalangst. Voor de Spelen van 1992 heeft hij zich minutieus voorbereid. Hij verblijft in het hooggelegen Davos, ideaal vanwege zijn astma, en reist pas laat af naar Albertville. Daar gaat eerst alles mis: zijn 5 kilometer mislukt omdat hij in tegenstelling tot zijn concurrenten op ‘schuurpapier-ijs’ rijdt. Het chagrijn is groot. Bart is koortsig en voelt zich beroerd. Het dagboek dat hij bijhoudt spreekt boekdelen. “Als ze me nu zouden neerknallen, zou ik het niet eens erg vinden.” Maar hij herpakt zich wonderwel. Andere Tijden Sport reist met Bart Veldkamp van Davos naar Albertville, dezelfde reis die hij in 1992 maakte, en neemt hem mee terug naar het mooiste moment in zijn carrière.
Was hij een angsthaas of juist moedig? Acht jaar geleden neemt bobsleepiloot Edwin van Calker een van de meest besproken beslissingen in de Nederlandse sportgeschiedenis. Op het allerlaatste moment besluit hij niet van start te gaan met zijn viermansbob tijdens de Olympische Winterspelen van Vancouver 2010. Hij vindt de baan te onveilig. Vooral Bocht 13 is berucht. Daar, maar ook in andere bochten, zijn bij de trainingen van het bobsleeën, rodelen en skeleton, al vele ongelukken gebeurd. En bij een training nog vóór de start van de Spelen verongelukt een Georgische rodelaar op de Olympische baan. Van Calker weet het zeker: hij is niet van plan zijn leven en dat van zijn teamgenoten in de waagschaal te stellen. De beslissing slaat in als een bom. In één klap verandert hij van medaillekandidaat in de nationale kop van jut. Andere Tijden Sport reconstrueert de gebeurtenissen die leidden tot deze beslissing. Edwin van Calker en zijn broer en toenmalig teamgenoot Arnold van Calker keren terug op de baan waar hun Olympische droom veranderde in een nachtmerrie.
Het wordt The Miracle on Ice genoemd. De overwinning van het Amerikaanse ijshockeyteam op de onverslaanbaar geachte Sovjet-Unie tijdens de Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid. Terwijl de Koude Oorlog op zijn hevigst is, sleept Team USA een nooit verwachte gouden medaille in de wacht. The Miracle on Ice valt samen met de hoogtijdagen van het Nederlandse ijshockey. Ook wij zijn erbij, die Winterspelen, voor de eerste en enige keer. Het Nederlandse ijshockeyteam hoort, mede dankzij de inbreng van diverse 'Canadese Nederlanders', tot de beste acht van de wereld. Natuurlijk hebben wij niets van doen met The Miracle on Ice. Of toch wel? In aanloop naar de Spelen traint het team van de Sovjet-Unie diverse keren in Nederland. De Zweedse bondscoach van Nederland, Hans Westberg, ontwikkelt een strategie om de Red Army te bestrijden. Hij houdt een boekje bij waarin één vraag centraal staat, een vraag die de hele ijshockeywereld in die periode bezighoudt: hoe versla je de Russen? De Amerikaanse coach, Herb Brooks, is dan ook zeer geïnteresseerd in dat boekje. Andere Tijden Sport over ijshockey in tijden van oorlog.
In mei 2018 vindt de Giro plaats, de Ronde van Italië. Tom Dumoulin, vorig jaar de eerste Nederlandse winnaar, gaat proberen zijn titel te prolongeren. Het scheelde niets of niet Dumoulin maar Erik Breukink was de eerste Nederlandse winnaar geweest. Terug naar 1989. Negen jaar na Zoetemelks Tourzege gaat opnieuw een Nederlander een grote ronde winnen. Na een derde en tweede plek in het Giro-eindklassement rijdt Erik Breukink in 1989 al een paar dagen soeverein in het roze. Het spookt in de Dolomieten, maar net als een jaar eerder in de legendarische helletocht over de Gavia blijkt hij de omstandigheden het beste te verteren. Met nog twee tijdritten op het programma, zijn specialiteit, hoeft hij nog maar één colletje over. Dan gaat het mis. Andere Tijden Sport reconstrueert Breukinks fatale dag.
Dertig jaar geleden is het: het nietige KV Mechelen wint onder leiding van Aad de Mos ten koste van Ajax de Europacup II. Het is een titel met een verhaal. De geboren Hagenees Aad de Mos start zijn trainerscarrière in het betaald voetbal bij Ajax in 1980. Hij neemt in De Meer eerst de A1 en het tweede onder zijn hoede. In 1982 benoemt het bestuur hem tot hoofdtrainer. De Mos sluit de club in zijn hart vanaf het eerste moment dat hij de vier rode letters AJAX vanaf de Middenweg ziet. En hij boekt successen. Hij wordt kampioen in 1983 en is in 1985 hard op weg naar een tweede titel tot hij wordt ontslagen. Vijf wedstrijden voor het einde. Aankomende sterren als Van Basten, Rijkaard en Van 't Schip rebelleren tegen hun trainer. Het bestuur laat hem vallen. De Mos zoekt zijn heil in Mechelen en met succes. Andere Tijden Sport belicht de Amsterdamse jaren van De Mos en gaat met hem terug naar België. In de spelonken van het oude stadion 'Achter de Kazerne' ontvouwt zich het verhaal achter het Mirakel van KV Mechelen, dat in het seizoen '87/'88 als debutant in zegetocht door Europa trekt. Met als apotheose de finale in Straatsburg. Tegen Ajax. De ultieme kans voor Aad de Mos om zijn gram te halen op de mensen die hem drie jaar daarvoor zonder scrupules een bijna zekere landstitel ontnemen.
In 2002 levert het Zuid-Koreaanse voetbalelftal een unieke prestatie door in eigen land de halve finale te bereiken van het WK Voetbal. Dat gebeurt onder leiding van Guus Hiddink, die sindsdien een nationale held is in het Aziatische land. Het is dan ook niet zomaar iets dat Hiddink klaarspeelt. Vier jaar na zijn topprestatie met Oranje (halve finalist in 1998), evenaart hij deze prestatie met een land dat voordien nog nooit een wedstrijd heeft weten te winnen op een WK. Het succesverhaal begint op het moment dat Hiddink benaderd wordt. Hij stelt onmogelijke eisen, maar heeft buiten de vastberadenheid van de Koreanen gerekend, die bijna al zijn sportieve voorwaarden inwilligen om hem binnen te halen. Andere Tijden Sport reconstrueert de wijze waarop Zuid-Korea Guus Hiddink veroverde – en Hiddink vervolgens Zuid-Korea.
Op 14 juni is het zover. Dan begint in Rusland het WK Voetbal. Het Nederlands elftal heeft zich zoals bekend niet geplaatst. Wel zien we veel in Nederland opgegroeide jongens op het WK. Bij Marokko... Tegenwoordig kiezen topspelers met een Marokkaans paspoort eerder voor Marokko dan voor Oranje. Dat was niet altijd zo. De eerste Marokkaanse Nederlander in Oranje is Dries Boussatta. Hij debuteert in 1998 in het Nederlands elftal. Hij is er trots op. Maar tijdens Nederland-Marokko, in 1999, wordt hij continu uitgefloten door jongens met eenzelfde achtergrond als hij. Spreekkoren zijn niet nieuw voor Boussatta, maar dit is andere kost. Andere Tijden Sport organiseert een ontmoeting tussen Boussatta en vijf van die jongens van destijds. En praat met Co Adriaanse (oud-gymleraar van Dries), Willem van Hanegem (zijn oud-trainer bij AZ) en Najib Amhali (fan van Dries). Welke keuze zou Dries nú maken? En wat adviseert hij zijn dochter, talentvol voetbalster, als ze straks misschien voor dezelfde keuze komt te staan?
Wat was er gebeurd als Rob Rensenbrink tegen Argentinië niet tegen de paal had geschoten maar had gescoord? Was Nederland in 1978 dan echt wereldkampioen voetbal geworden? Om die vraag te beantwoorden reist Andere Tijden Sport met oud-internationals Arie Haan en Ernie Brandts terug naar Argentinië. Zij zijn ervan overtuigd dat oranje de wereldtitel nooit kon winnen omdat de militaire machthebbers het toernooi manipuleerden ten faveure van het thuisland. De twee ontmoeten hun tegenstanders in de finale en praten met slachtoffers van het regime van Jorge Videla. Zijn de Argentijnen wel trots op deze wereldtitel? Wat wisten de Argentijnse spelers van de verschrikkingen die op dat moment plaatsvonden? Waarom applaudisseerden de ‘dwaze moeders’ voor de spelers van het Nederlands elftal?
In de maand juli, tijdens Wimbledon, wijdt Andere Tijden Sport een uitzending aan Betty Stöve. Betty Stöve is zonder twijfel Nederlands beste tennisspeelster ooit. Ze is winnares van liefst tien grandslamtoernooien, waarvan zes in het vrouwendubbelspel en vier in het gemengd dubbelspel, en behoort in de jaren zeventig tot de absolute top. Heel bijzonder is dat zij vanaf het prille begin van haar carrière is gefilmd door haar vader. Met dat historisch filmmateriaal als uitgangspunt maakte Andere Tijden Sport een portret van een schuchter meisje dat uitgroeit tot Nederlands eerste grote tennisvedette bij de vrouwen. Over haar weg naar de top, haar strijd voor de emancipatie van het vrouwentennis en haar hoogtepunt in 1977, als ze in maar liefst drie Wimbledon-finales staat. Met o.a. Betty Stöve, Billie Jean King, Virginia Wade en Martina Navratilova.
De Nederlandse schaatsbond heeft in 1985 het bericht van de diefstal van een kistje met urinemonsters van Yvonne van Gennip en Ria Visser in de doofpot gestopt. De urine werd afgenomen na het EK in Groningen, waar Van Gennip en Visser verrassend de DDR-rijdsters versloegen. Andere Tijden Sport en de Volkskrant onthullen nu hoe destijds grote paniek ontstond en wie vermoedelijk achter de diefstal zat. Voormalig dopingcontroleur Frans Pellikaan en toenmalig KNSB-bestuurslid Letty Corbijn spreken zich uit in Andere Tijden Sport. Daarin wordt een nieuw licht geworpen op de Nederlandse schaatssport in de jaren 80. Centraal daarbij staat het EK vrouwen van 1985 in Groningen, toen Yvonne van Gennip en Ria Visser een bres sloegen in het onaantastbaar geachte Oost-Duitse bolwerk. Andere Tijden Sport onthult hoe na dat EK het kistje met de urinemonsters van Van Gennip en Visser op verdachte wijze verdween.
Het is inmiddels een heuse traditie. Voor het zevende opeenvolgende jaar is er een Andere Tijden Sport gewijd aan de Elfstedentocht. Maar deze keer aan een tocht die er nooit zou komen. In januari 1996 is Henk Kroes niet weg te slaan van de televisie. De voorzitter van de Vereniging De Friesche Elf Steden spreekt over ijstransplantaties, over windwakken en vooral over ja of nee. Komt-ie wel of komt-ie niet? Zondag 4 februari 1996 lijkt de grote dag te worden. Vol goede moed rijdt Kroes van zijn woonplaats Boazum naar Leeuwarden. Hij is dan nog in de veronderstelling dat hij de woorden 'It giet oan' gaat uitspreken. Maar de voorzitter is te positief geweest. De tocht komt er niet. Althans niet de officiële tocht. Weekblad Panorama vindt Kroes maar laf en besluit om zelf een Elfstedentocht te organiseren. Negen marathontoppers rijden een wilde tocht zonder stempelkaart.
In 2005 wint schaatsster Barbara de Loor uit het niets goud op de 1.000 meter bij de WK afstanden in Inzell. Ze verslaat Anni Friesinger en Marianne Timmer. Op buitenijs. In de sneeuw. Die gouden plak heeft een bijzondere voorgeschiedenis. Barbara de Loor, de eeuwige vierde. In 1999 ondergaat ze een hartoperatie om hartritmestoornissen te verhelpen. Tijdens het EK in 2003 wordt ze verguisd omdat ze opgeeft na een rugblessure en Nederland een startplek verliest. Een jaar later slaat ze terug. En hoe. Barbara gaat schaatsen voor het team van haar idool Friesinger. Ze verhuist naar Inzell. Ver weg van familie en vrienden. Daar, in het rustige Zuid-Duitse plaatsje, vecht ze tegen de eenzaamheid en tegen het individualistische topsportleven. Uit verveling helpt ze zelfs mee in de keuken en in de bediening van het restaurant van de ijsbaan. Over een oer-Hollandse schaatsster en haar strijd tegen eenzaamheid, met uiteindelijk de ultieme beloning: eeuwige roem.
In de gouden jaren van het Nederlandse voetbal is hij tussen grootheden als Willem van Hanegem en Johan Cruijff een opvallende verschijning. Frans Derks, de scheidsrechter met het strakste broekje van de eredivisie. Volgens vriend en vijand een uitstekend arbiter. Populair bij voetballers en trainers. Maar door zijn lange haren, zijn korte broekjes, zijn ongezouten meningen en zijn eigengereide gedrag niet geliefd bij de bobo's van de KNVB. "En dat heeft me een WK gekost," zegt Derks jaren later in Andere Tijden Sport. Dik in de tachtig is hij inmiddels, maar het broekje past nog en hij fluit nog steeds.
Jakarta, 20 oktober 1973. Zwaargewicht Rudi Lubbers bokst de wedstrijd van zijn leven tegen Muhammad Ali, de grootste bokser aller tijden. Lubbers verliest weliswaar op punten, maar knock-out gaat hij niet en hij blijft de volle twaalf ronden overeind. Daarmee oogst hij bewondering, ook van de meester zelf. Lubbers heeft een prachtige carrière met vele titels, maar nadien gaat het mis met hem. Hij belandt in een Portugese gevangenis wegens drugshandel. Het is een beschuldiging die hij altijd ontkend heeft en die hem mentaal sloopt. Een leven van ups en downs volgt, maar de oude wordt hij nooit meer. Andere Tijden Sport treft hem aan in een Bulgaars gehucht aan de Zwarte Zee. Hij en zijn vrouw leven er als kluizenaars. Nog één keer kijkt hij terug op dat gedenkwaardige gevecht met Ali en steeds duidelijker wordt waarom hij die avond tussen de touwen in Jakarta overeind bleef maar daarna door het leven geveld werd.
'Willem' is een unicum voor Andere Tijden Sport: een geheel uit archiefmateriaal opgebouwd portret van een voormalig topsporter. Willem van Hanegem, 'De Kromme', volgens sommigen de op één na beste voetballer van Nederland ooit, wordt in februari 75 jaar. In 'Willem' focussen we puur op zijn actieve voetbaljaren, dus van de jaren zestig tot 1983, het jaar van zijn afscheid. Willem van Hanegem was zeer geliefd. Als voetballer en daarbuiten samen met Truus, de eerste voetbalvrouw. Maar Willem was ook bikkelhard, een treiteraar, kortom: een onmogelijk mens. Door een uitgelezen selectie uit het archief, met eveneens een rol voor radio en fotografie, komt voortdurend dat door Van Hanegem zelf belichaamde contrast naar voren: het ruwe en het fijne, het mooie en het lelijke, het stoere en het kwetsbare.
Op de dag van de Grand Prix van Valkenswaard zendt Andere Tijden Sport een aflevering uit over één van Nederlands beroemdste motorcrossers, Gerrit Wolsink. Jeffrey Herlings is de eerste Nederlandse wereldkampioen motorcross in de koningsklasse, maar hij had eigenlijk de tweede moeten zijn. In de jaren zeventig is Gerrit Wolsink, de Vliegende Tandarts, er heel dichtbij. De Nederlander kan in 1976 wereldkampioen worden, maar in de állerlaatste Grand Prix van het seizoen wordt hij dwars gezeten door een Belg, waardoor een andere Belg er met de wereldtitel vandoor gaat. Wolsink vermoedt nog steeds een complot. De Achterhoekse crosser is in die dagen razendpopulair. Niet alleen in Nederland, maar ook in de Verenigde Staten, waar hij liefst vijf keer op rij de Grand Prix wint. Wolsink staat model voor de superhit Oerend Hard van Normaal én voor de spraakmakende film Spetters van Paul Verhoeven. Andere Tijden Sport over de sexy jaren van de motorcross.
In de wielerwedstrijd Dwars door België 1983 botste Gerrie Knetemann in volle koers op een auto. Het dramatische gevolg: een beenbreuk, een slagaderlijke bloeding, men vreesde voor zijn leven. Twee jaar later blijkt hij uit de dood herrezen wanneer hij in erbarmelijke omstandigheden de Amstel Gold Race wint. Met het historische moment waarop hij zijn ellende en vreugde live op televisie uithuilt op de schouder bij Mart Smeets.
Veel boksers, voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, waren van Joodse komaf. De eerste knokploegen tegen de nazi's bestonden uit Joodse boksers. In de arme Joodse wijken was spierkracht een van de manieren om je staande te houden. De Joodse Ben Bril was een van de bekendste boksers. Al vijf jaar voordat het verplicht werd door de Duitse bezetter, bokste hij met een Davidster op zijn broek. Om die er, uit trots over zijn afkomst, nooit meer af te halen. Hij overleefde kamp Westerbork en Bergen-Belsen, nadat hij was verraden door Sam Olij met wie hij in 1928 nog gebroederlijk in het Olympisch team zat. Bijna 75 jaar later duikt de 33-jarige Joodse profbokser Barry Groenteman in het verleden van de hoogtijdagen van het Joodse boksen en van zijn illustere voorganger Ben Bril.
Vera Pauw wordt met twee broers geboren als drieling. Met haar broers voetbalt ze op het pleintje in geboortedorp Vianen. Ze tackelt jongens, ze passeert pubers. Vera hoort erbij. Maar als haar broers lid worden van een voetbalclub, mag Vera niet meedoen. In de jaren zeventig mogen meisjes van de KNVB pas op hun zestiende voetballen. Het is het begin van Vera Pauws voetbalgevecht. Ze trotseert cynische mannen, krijgt het voor elkaar dat jongens en meisjes samen in een team kunnen spelen en coacht het Nederlands vrouwenelftal naar de halve finales van het Europees Kampioenschap in 2009. Het is de doorbraak van het vrouwenvoetbal. Een schitterende toekomst lonkt. Vera maakt verdere plannen, maar clasht dan met de bazen van de KNVB. Een Andere Tijden Sport over vrouwenstrijd in het voetbal. Met o.a. Louis van Gaal, Daphne Koster, Shanice van de Sanden en Michael van Praag.
Na de grote Toursuccessen in de jaren vijftig is het Nederlandse profwielrennen begin 1964 op sterven na dood. In de laatste Ronde van Frankrijk zijn maar vier Nederlanders gestart, een dieptepunt. Ze rijden ook nog eens allemaal in buitenlandse dienst. Het lukt in Nederland niet om een sponsorploeg op de been te krijgen, ook de beroemde ploegleider Kees Pellenaars niet. Als de topcoureurs al elders onderdak hebben gevonden, weet Pellenaars vlak vóór de Tour van 1964 toch een geldschieter te strikken, TeleVizier. Het tegendraadse, jonge weekblad en Pellenaars passen goed bij elkaar. Het clubje onervaren Brabantse amateurs waarmee hij naar Frankrijk afreist ontpopt zich als een rebellenploeg. Jagend op etappezeges lappen ze de regels aan hun laars. Een van hen, Kees Haast, blijkt verrassend genoeg een begenadigd klimmer. Een jaar later gaat hij in het klassement de strijd aan met mannen als Gimondi, Poulidor en Motta. Hij lost ze op een col van de eerste categorie. Haast is op weg om de eerste Nederlander te worden op het eindpodium van de Tour de France. Dan gaat het mis…
Een onnavolgbare schaar, een mysterieuze blik. Een virtuoze linksbuiten in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Piet Keizer. Winnaar met Ajax van drie Europa Cups. We zijn met zijn allen een beetje vergeten hoe goed Piet Keizer kon voetballen. De jongere generatie kent hem amper, terwijl er ooit discussies waren wie er beter was: Cruijff of Keizer. Je zag hem ook bijna nooit meer op tv. Daar had Piet helemaal geen zin in. Hij was wars van heldenverering. Ruim twee jaar geleden overleed Piet Keizer. Na zijn dood bleef de voetbalwereld achter met onbeantwoorde vragen. Over zijn onzekerheid, zijn nukkigheid. Over zijn ruzie met Johan Cruijff, die in het begin van zijn carrière idolaat van hem was. Over zijn botsingen met zijn coach Rinus Michels. Andere Tijden Sport op zondag 4 augustus, 22.00 uur, NPO 1. Met nieuw beeld en o.a.Jan Mulder, Sjaak Swart, Klaas Nuninga en Willem van Hanegem.
Natuurlijk, Evert van Benthem won de Elfstedentocht van 1985. Maar niet eens zo heel veel later kwam Lenie van der Hoorn binnen, als eerste vrouw. Geen camera had oog voor haar buitengewone prestatie. Andere Tijden Sport deed een oproep: wie filmde Lenie van der Hoorn in 1985? Die oproep had succes. Deze aflevering maakt de onzichtbare winnares van de Elfstedentocht van 1985 zichtbaar. En daarmee het bijzondere levensverhaal van een vrouw met een missie.
Begin jaren 90 is hij de sensatie van het Nederlandse schaatsen: Falko Zandstra. Een supertalent, dat schijnbaar moeiteloos titels aaneenrijgt. Zijn laconieke, jongensachtige voorkomen maakt hem tot een idool. Posters van de ‘gespierde spijker’ hangen in meisjeskamers. Kenners weten het zeker: dit is het begin van het tijdperk Falko. Maar dat wordt het niet. Rintje Ritsma - de man die tot dan toe in Falko’s schaduw reed - wordt de grote kampioen van de jaren negentig. Zo snel als Falko kwam, zo snel verdwijnt hij ook weer van het toneel. Wat ging er mis? Andere Tijden Sport over de pieken en dalen van een schaatskampioen.
A Day At The Races door de jaren heen. Een bijzondere aflevering vol archiefbeelden van de Formule 1 op Zandvoort zoals die verreden werd tussen 1948 en 1985.
In 1970 wint Feyenoord als eerste Nederlandse voetbalclub de Europacup I. Door doelpunten van Rinus Israël en Ove Kindvall wordt Celtic met 2-1 verslagen. Rotterdam loopt uit voor zijn helden. Om die duizenden mensen iets tastbaars te geven, wordt de Cup in een paviljoen in de stad gezet en kan iedereen er mee op de foto. En dat doen de Rotterdammers, massaal. Al die foto's van mensen die 'op de kiek met de Cup' gingen, vormen het uitgangspunt van deze aflevering in aanloop naar de 50e verjaardag van die gedenkwaardige finale in Milaan.
Wat voor een kleur je ook hebt, in de kleedkamer en op het veld doet het er niet toe. Als je maar kan voetballen. Je hebt elkaar nodig. Je moet samenwerken. Maar op de tribunes en buiten het stadion valt er nog een wereld te winnen. In Andere Tijden Sport vertellen Humberto Tan, Rocky Tuhuteru en Nadia Bouras over hun Surinaamse, Molukse en Marokkaanse Oranjehelden, en wat zij in hun leven hebben betekend. Van Mijnals tot Memphis.
Dit jaar precies 50 jaar onlosmakelijk verbonden met de zomer: Radio Tour de France. Andere Tijden Sport keert in deze aflevering terug naar de beginjaren van dit iconische radio-programma en toont de prestaties van onder anderen Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper, Steven Rooks, Peter Winnen en Tom Dumoulin. Begeleid door lang vervlogen - maar nooit vergeten - radiocommentaar van Harrie Jansen, Heinze Bakker, Jorrit Jorritsma, Fred Racké en natuurlijk de ongeëvenaarde Theo Koomen.
De Spelen van 2004 in Athene moeten Anky van Grunsven een tweede gouden medaille dressuur opleveren. Succespaard Bonfire heeft plaatsgemaakt voor de talentvolle maar nog onervaren Salinero. De aanloop naar de Spelen wordt een ramp, met als absoluut dieptepunt het overlijden van haar vader. De man die haar voor het eerst op een pony zette en haar grootste fan is. Van Grunsven is zo overmand door verdriet dat ze niet wil deelnemen aan de Spelen. Toch gaat ze, in de naam van haar vader. In Andere Tijden Sport zien we de weg naar haar tweede goud.
Judoka Mark Huizinga wint in 2000 een gouden medaille op de Spelen van Sydney. Een unieke prestatie van de judoka en een groot succes voor het Nederlandse judo. Ook voor Chris de Korte, de sensei (judomeester) van Huizinga. De basis voor dit succes ligt 35 jaar eerder in Japan. De Korte trekt in 1965 in zijn eentje richting de bakermat van het judo. Andere Tijden Sport maakt een reconstructie van de unieke reis.
Kein Geloel, Fussbal Spielen. Met die zin is voetbaltrainer Ernst Happel in Nederland beroemd geworden. In Andere Tijden Sport een verhaal puur opgebouwd uit archief, beelden en geluid van de altijd als zeer zwijgzaam bekendstaande Happel. Met veel in Nederland nog nooit vertoonde beelden en interviews.Over zijn unieke kijk op het voetbal, zijn relatie met de pers, hoe je vedetten kunt motiveren en Happels kijk op de dood.
Jan Raas is één van Nederlands meest succesvolle wielrenners. Hij won 14 klassiekers, 10 etappes in de Tour de France en een WK. Andere Tijden Sport kijkt terug op een epische overwinning van de zwijgende Zeeuw: het Wereldkampioenschap van 1979 in Valkenburg. De aanloop, de ruzies, het duwincident op de Cauberg, de overwinning en de bittere nasmaak.
De Tour de France van 1953 was voor Nederland een enorm succes. Met maar liefs vier Nederlandse etappeoverwinningen (Gerrit Voorting, Jan Nolten, Wim van Est en Wout Wagtmans), een vijfde plaats van Wagtmans in het eindklassement, en als klap op de vuurpijl een ongekende overwinning van de Nederlandse ploeg in het ploegenklassement, steeg de tourkoorts in ons land naar ongekende hoogte. De huldiging van de winnende ploeg in het Olympisch Stadion trok 40.000 toeschouwers. Kort na deze Tour verschenen er een film over het Nederlandse wielersucces, gemaakt door Haghe-film, het filmbedrijf van Nederlandse filmpionier Willy Mullens. Drie weken lang volgden ze de wielrenners als ware guerillafilmers. De Tour-leiding werkte namelijk zoveel mogelijk tegen, zodat veel opnames in het geniep werden geschoten. Ook gaven de makers zichzelf maar enkele dagen voor de eindmontage om de film nog in dezelfde week van de finish naar de bioscoop te brengen. Zo werd een unieke film gemaakt, volgens sporthistoricus Marnix Koolhaas zelfs de eerste Nederlandse sportdocumentaire ooit. De opname raakte verloren om in 1998 voor één keer weer op te duiken in het Filmmuseum. De kwaliteit van het materiaal was echter zo slecht, dat een nieuwe vertoning onmogelijk leek. Toch is het gelukt om de opname te restaureren en digitaliseren. Na ruim 60 jaar wordt deze vergeten Tour-film uit 1953 voor het eerst op Nederlandse televisie uitgezonden.