In de eerste aflevering verkent amateur-astronoom en begenadigd verteller Stijn Meuris voor een live publiek de onmetelijke omvang van het universum. De trip leidt vanuit de tuin van zijn grootouders (waar Meuris lang geleden een primitieve sterrenwacht had gebouwd) tot de grens van het waarneembare heelal. Onderweg is er sprake van planeten en sterren, manen en kometen. Maar toch vooral van een extreme vorm van leegte. Meuris toont de wegenatlas van de kosmos, vertelt over de armtierige pogingen van de bemande ruimtevaart, en hij moet tijdens de voorstelling ook nog even heen en weer naar Luik…
Als er één ding is dat er in de kosmos ruim voorhanden is, dan is het tijd. Het heelal heeft immers geen haast. Spacekadet Stijn Meuris rekent voor hoe we zo veel tijd moeten inschatten, en de uitkomst is dat de mens zich volstrekt niks kan voorstellen bij de eeuwigdurende kosmologische kalender. Net zomin als we verder kunnen denken dan drie dimensies. Vier, als je echt slim bent. Terwijl de Britse professor Stephen Hawking weet dat er 11 dimensies zijn. Of 7. Als het er geen 9 zijn. Om maar te zeggen: het heelal is een verwarrende omgeving, vol bruine dwergen en rode reuzen, die – omdat ze daar de tijd voor hebben - dan ook nog eens spectaculair veranderen. Meuris ontwart in deze aflevering de vreemdste mysteries. Zoals de brandende kwestie: waarom landen marsbewoners altijd in New York en nooit in België…
Als u denkt dat er op aarde bizarre levensvormen voorkomen: in de ruimte is het nog veel erger. Daar huizen pas echt exotische objecten. Stijn Meuris overloopt in deze aflevering van Stijn & het heelal het hele intergalactische gamma: van meteoren tot kometen, van witte dwergen tot zwarte gaten. Melkwegstelsels die mekaar opeten, pulsars die ultrasnel rond hun eigen as dansen, en gaswolken waarin miljoenen sterren geboren worden. Stuk voor stuk vreemde en vaak akelige hemellichamen die de fantasie ver overstijgen. Wist u overigens dat de vorige paus ooit door een rotsblok uit de ruimte werd getroffen? Ook Meuris ziet een vallende ster en doet een wens. En die blijkt nog uit te komen ook…
In de vierde aflevering probeert ruimtegids Stijn Meuris te antwoorden op de moeder aller vragen: zijn wij alleen? Bestaan er andere levensvormen in de kosmos of is de mens gedoemd om voor eeuwig eenzaam te zijn tussen de sterren? De zoektocht is zo oud als de beschaving, maar het is pas sinds kort dat de wetenschap langzaamaan een oplossing formuleert. En als er buitenaards leven is, hoe ziet dat er dan uit? En gaan we met mekaar kunnen opschieten? ‘Where are they?’, zo vroeg de Italiaanse wetenschapper Enrico Fermi zich ooit af. Hoe komt het dat we ze niet zien, als er statistisch zoveel andere beschavingen moeten zijn…?
Het gaat niet zo best met de huidige ruimtevaart, aldus Stijn Meuris. Met de onbemande ruimtevaart valt het nog wel mee, maar astronaut lijkt hem een beroep met weinig toekomst te zijn. Te duur, te gevaarlijk, te langzaam. De mens is niet bijzonder geschikt om de reis naar de sterren aan te vatten: hij zal heimwee ervaren, en vreselijk uitgehongerd de strijd staken. En toch: de mens zal altijd streven naar kennis, en dus toch proberen de ruimte te veroveren. Want de jacht is vaak mooier dan de vangst…