Detektiv Gerardi odmítá oficiální verzi o přepadení banky Jonkhere, která zní, že se vlastně nic nestalo. Navzdory zákazu svých nadřízených se pouští do pátrání. Bankéř Jonkhere je přesvědčen, že s pomocí „zainteresovaných“ osob, tedy majitelů vykradených schránek a jejich kontaktů, se mu podaří zamezit vyšetřování policie a tedy vypuknutí skandálu. V tuto chvíli ani Gerardi netuší, jak výbušný materiál obsahovaly schránky v bance Jonkhere, a že jejich odhalení by mohlo vést až k pádu vlády.
Bankchef Jonckhere hofft, dass schnell Gras über den Einbruch wächst, doch Gerardi weigert sich, die offiziell verbreitete Geschichte über die Vorkommnisse in der Bank zu glauben. Er setzt seine Ermittlungen auf eigene Faust fort, obwohl er von seinem Vorgesetzten suspendiert wird. Es gelingt ihm, in die Bank einzudringen. Vor allem durch die Informationen des stellvertretenden Direktors Roijns findet er heraus, dass die Schließfächer ausgeraubt wurden. Doch dann begeht Roijns plötzlich Selbstmord, und Gerardi entkommt nur knapp einigen mysteriösen Sicherheitsbeamten, die im Begriff sind, seine Familie als Geiseln zu nehmen.
On witnessing the assassination of Urbain and hearing of the death of his informant Strubbe, Geradi now knows his suspicions of a major unreported bank robbery are correct, but he is perturbed to realise that his house is under surveillance and that his official enquiries are being thwarted.
L'inspecteur Paul Gerardi apprend par son supérieur Martin Colla qu'il a été suspendu de ses fonctions et que son indicateur André Strubbe a été retrouvé pendu. Le domicile de Paul est surveillé constamment par deux agents appartenant au Ministère de la Justice. Paul s'enfuit grâce à la complicité de sa femme pour échapper à cette surveillance et mener son enquête.
Nu zijn tipgever van de kraak bij Bank Jonkhere en zijn vriend zijn vermoord, beseft Paul Gerardi dat hij in een gevaarlijk wespennest zit. Zijn huis wordt in het oog gehouden: is hij het volgende slachtoffer?
Pauls vrouw Sarah en dochter Sofie zijn doodsbang. Toch ontsnapt Paul. Hij ontdekt het geheim van de kluizenkraak en de namen van de 66 toplui die het slachtoffer zijn. Paul weet nu te veel en moet rennen voor zijn leven.
Intussen overleggen procureur-generaal Persigal en de minister van Justitie hoe ze Gerardi te pakken kunnen krijgen. Ze willen het land behoeden voor een schandaal van ongeziene omvang
