Hoe rood Wallonië de katholieke Vlaamse immigranten veranderde en langzaam, maar zeker ook zelf een dramatische omwenteling beleefde:
Vanuit ruraal, katholiek Vlaanderen (Limburg) naar rood Wallonië (Luik-Seraing) verhuizen, zorgde bij de Vlamingen niet alleen voor een materiële, maar ook voor een mentale schok. Sommigen vertrokken vanonder de rokken van mijnheer pastoor en eindigden met een hamer en sikkel in hun graf gebeiteld.
Een heel bijzonder verhaal is dat van Jef Ulburghs die in Berleur bij Luik als priester tussen de arbeiders ging wonen. Hij moest er veel weerstand overwinnen. Zijn aankomst viel samen met de Koningskwestie: België was nooit dichter bij een burgeroorlog: katholiek, leopoldistisch Vlaanderen stond lijnrecht tegenover links, anti-leopoldistisch Wallonië. Ulburghs heeft het bijna bekocht met z’n leven. Later werd hij zelf socialist in Berleur en een belangrijke figuur in de plaatselijke gemeenschap. Als hij terugkeert naar Berleur wordt hij ontvangen als een verloren zoon.
De integratie van Gaston Onkelinx, vader van vice-premier Laurette, verliep veel rimpellozer. Het Jeuk waarin hij opgroeide was de eerste socialistische gemeente van Limburg omdat zo veel pendelende Jeukenaren rood geworden waren in de fabrieken van Cockerill, Seraing. De hele familie Onkelinx – ouders en kinderen – vestigden zich definitief in Seraing. De ouders begonnen een café tegenover de Cockerill-hoogoven, de kinderen gingen in de fabriek werken.
Gaston maakte een onwaarschijnlijke carrière die begon op de fabrieksvloer en via de vakbond en de PS eindigde op de burgemeestersstoel van Seraing en het federale parlement. Op zijn 78ste stelt hij vast dat de oude wereld die hij gekend heeft, verdwenen is.