1986. 26 april. Het is nacht in het Russische Tsjernobyl wanneer dat wat voor onmogelijk gehouden wordt, toch gebeurt. Eén van de vier kernreactoren van de plaatselijke kerncentrale ontploft en vliegt in brand. Reddingswerkers kunnen niet voorkomen dat enorme wolken radioactiviteit de reactor verlaten. Pas 60 uur na de explosie luiden de alarmbellen uiteindelijk in Den Haag. Er wordt inderhaast een crisiscentrum opgericht onder aanvoering van de toenmalige minister van milieubeheer, Pieter Winsemius.