('Verzet en collaboratie') Hoe hard de meeste mensen Hitler ook haatten, een kleine groep had tijdens de oorlog wél bewondering voor 'de Führer'. En ze lieten zich enthousiast meeslepen. Maar dat dit niet evident was voor de tieners van toen, blijkt uit de emotionele getuigenissen van de kinderen van twee oorlogsburgemeesters, Leona Vindevogel en Albrecht De Schrijver. Er waren ook duizenden Vlaamse jongeren die zich vrijwillig meldden om naar het Oostfront te trekken, zoals de broer van diezelfde Albrecht De Schrijver. Om te gaan vechten tegen het 'goddeloze Bolsjewisme'. Het werd hen niet in dank afgenomen. Maar ook in het kamp van de weerstand lieten jongeren zich niet onbetuigd. Zij werden soms op jonge leeftijd al betrokken bij het verzet. En niet zonder risico: Paul Baeten werd verraden en Jozef Craeninckx werd opgepakt tijdens de razzia van Meenzel-Kiezegem. En zijn vader, maar ook de Joodse ouders van Fee Bloch werden afgevoerd naar de kampen. Die politieke en Joodse gevangenen ondergingen vaak hetzelfde lot: soms werden ze hier terechtgesteld, maar meestal gingen ze op transport richting Duitsland. Waar ze de gruwel van de kampen aan den lijve ondervonden. En dat laat ook 70 jaar later nog diepe sporen na.