Amper een uurtje over de oostgrens, gelegen in het industriële hart van het Ruhrgebied aan de oevers van de Rijn, ligt Keulen. Een stad die meer te bieden heeft dan carnaval en kerstmarkten. Het is vooral een stad van contrasten tussen oud en nieuw: van Romeinse resten tot avant garde architectuur. Naast vele hoogtepunten als de Dom en de prachtige musea is er ook een gênant dieptepunt: het eau de cologne museum. Althans, zo ervaren de Van Rossems het.
Afgaand op het grote aantal standbeelden dat er te vinden is, moet Haarlem een stad van heel veel helden zijn. De Van Rossems scheppen er plezier in om het heldendom van al de uitgebeelde personen te onderzoeken. Zijn er echt zoveel waarachtige helden in Haarlem geboren of valt daar wel op af te dingen? De Van Rossems menen dat het laatste veelal het geval is. Welke helden blijven er over?
In hun jeugd bezochten de drie Van Rossems Arnhem dikwijls. Ze kennen de stad dan ook door en door. Tenminste, dat denken ze. Sinds hun kinderjaren is Arnhem aan een tweede jeugd begonnen. Met nieuw elan, nieuwe architectuur en nieuwe initiatieven. Maarten, Sis en Vincent gaan op een sentimental journey en ontdekken en passant wat er allemaal veranderd is.
Brussel wordt wel de hoofdstad van Europa genoemd, maar heeft het ook de allure die bij een hoofdstad past? Vroeger ongetwijfeld wel, maar wat is daar nu nog van over? De drie Van Rossems gaan op onderzoek uit en ontdekken dat het er misschien helemaal niet toe doet of Brussel echt een hoofdstad is. Met of zonder dat predicaat heeft Brussel op allerlei gebied veel moois te bieden. Zolang Manneken Pis maar wordt gemeden.
Maarten, Sis en Vincent van Rossem verkennen Delft, een stad waar zij als kind kwamen, omdat hun grootouders er woonden.
Maarten, Sis en Vincent van Rossem verkennen Münster. Deze stad, net over de grens bij Enschede, was eeuwenlang het toneel van wreedheden en diplomatie, van oorlog en vrede.
Maarten, Sis en Vincent van Rossem verkennen Middelburg. De stad heeft een verleden van bloei en rijkdon, maar ook van ondergang en chaos.
Universiteitsstad Franeker heeft geen universiteit, maar toch valt er veel te leren. Bijvoorbeeld wat een xylotheek is. En een stins. Ook proberen de Van Rossems de regels van het kaatsspel te doorgronden. Het meest onder de indruk zijn ze echter van wolkammer Eise Eisinga, die ons hele zonnestelsel in zijn huis nabouwde.
Leuven, studentenstad en bierhoofdstad van België, is vooral de stad waar de Belgische taalstrijd is uitgevochten. Om daarover te vertellen brengen Maarten, Sis en Vincent een bezoek aan de Abdij van Park, de Katholieke Universiteit en het Stadhuis. Ze gaan ook langs bij de bekendste Leuvenaar, Fonske. In het Groot Begijnhof wanen ze zich in de middeleeuwen: een oase van rust.
In Enschede onderzoeken de Van Rossems hoe de stad de geleden ellende zoals de vuurwerkramp, het verlies van de textielindustrie, de Tweede Wereldoorlog en de stadsbrand van 1862 te boven is gekomen: het herstelvermogen blijkt groot te zijn. Naast gerestaureerde industriële bouwwerken is er veel moderne architectuur te bewonderen: het stadhuis, het oorlogsmonument in het Volkspark en synagoge. Ook verrassend: de bordeelscène van Jan Steen in Rijksmuseum Twenthe.
Bij het verkennen van Groningen constateren de Van Rossems dat 'het Siberië van Nederland' een opmerkelijke vitaliteit vertoont. De stad was vroeger een magneet voor pelgrims en handelaren en de laatste decennia trekken veel jonge mensen naar Groningen voor hun studie. Daardoor bruist de stad als nooit tevoren. Er zijn veel verhalen te vertellen, bijvoorbeeld over de arts en feministe Aletta Jacobs en de moordenaar Hendrik Jut, van wie beide opmerkelijke curiosa terug te vinden zijn in het museum van de universiteit. En er is veel om van te genieten, al zijn de meningen over bijvoorbeeld het Groninger Museum verdeeld. Twee van de drie Van Rossems komen na hun bezoek tot de conclusie dat Groningen een levendige provinciestad en een gezellige studentenstad is. Eén Van Rossem kan daarover alleen maar het hoofd schudden.
Sis, Maarten en Vincent constateren bij hun bezoek aan 's-Hertogenbosch - in de volksmond Den Bosch - dat de stad in allerlei opzichten een 'bolwerk' is. Als vesting kent Den Bosch letterlijk meerdere bolwerken en bastions. In figuurlijke zin is de stad een rooms-katholiek bolwerk (geweest), waarvan ook vandaag de dag nog alle kenmerken - in de kunst en de kerken - terug zijn te vinden. De hoofdstad van Noord-Brabant kent zelfs een woonwijk met bolvormige woningen en heeft het summum van postmoderne architectuur ontwikkeld met de moderne kastelenwijk de Haverleij, een bolwerk dat vooral rijke Bosschenaren aantrekt. En natuurlijk is 's-Hertogenbosch ook de stad van de Bossche Bol. Dat alles bij elkaar maakt Den Bosch voor de drie Van Rossems een 'hartstikke leuke' stad, waar heel veel te zien en te genieten is.
Het Vlaamse Gent is een stad naar het hart van de Van Rossems: eigenzinnig en standvastig. Maarten vertelt met smaak het verhaal van de burgers die vijfhonderd jaar terug weigerden belasting te betalen en voor straf met een strop om de nek door de stad moesten lopen. Een standbeeld getuigt daar nog van. Gent is nog steeds de stad van de stroppendragers. Sis laat het imponerende schilderij Het Lam Gods zien, dat de broers Van Eyck met engelengeduld in de 15e eeuw hebben vervaardigd en dat sindsdien een bewogen geschiedenis heeft gekend. Voor Vincent is de betonnen Boekentoren een van de hoogtepunten van hun bezoek aan de stad. Concluderend stellen de Van Rossems vast dat Gent een fijne, verrassende stad is en een binnenstad heeft 'die zich heel aantrekkelijk laat bewandelen'.
Amersfoort was eeuwenlang een garnizoensstad. Militairen bepaalden het stadsbeeld en de economie. Maarten heeft daar nog een staartje van meegemaakt toen hij er in dienst was. Zijn carrière had daar bijna een heel andere wending genomen, maar misschien is het maar goed dat hij voor de wetenschap koos en niet voor het leger. De militaire geschiedenis drukt nog steeds een stempel op de stad met het Belgenmonument, dat de Eerste Wereldoorlog markeert, en het Kamp Amersfoort, dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend houdt. Gelukkig heeft de geschiedenis ook prettiger erfgoed nagelaten, zoals de Koppelpoort en de middeleeuwse binnenstad. Er is veel te zien en te vertellen voor de Van Rossems. Amersfoort is volgens Sis 'een aangename plaats, een interessante plaats en een prettige plaats'. Maarten zou er zelfs bijna wel willen wonen. En voor Vincent is Amersfoort zeker 'romantischer dan Amsterdam'.
Niet ver van het drielandenpunt van België, Nederland en Duitsland ligt Aken. De stad heeft zijn plaats in de geschiedenis verworven door de aanwezigheid van warmwaterbronnen en door Karel de Grote: hij maakte Aken zo'n 1200 jaar geleden de eerste Europese hoofdstad. Voor de historicus Maarten van Rossem is er dus veel te vertellen: over de Romeinen, de tijd van Keizer Karel en over de decadente badcultuur in de negentiende eeuw. Vincent geeft een toelichting op de architectuur van het stadhuis, de Dom, een jugendstilzwembad en een stadspaleis. Sis concentreert zich vooral op de religieuze kunst die hier in ruime mate te vinden is. Voor haar is Aken een speciale stad omdat hier bij een vorig bezoek, ruim veertig jaar geleden, haar liefde voor middeleeuwse kunst is opgevlamd. En die liefde is er nog altijd.
Volgens Vincent van Rossem is de industriële erfenis van Eindhoven 'niet kinderachtig' en is de voormalige lichtstad een bezoek meer dan waard. Hij laat zijn broer en zus onder meer Strijp-S zien, het voormalige Philips-bedrijventerrein buiten het centrum, waar nu tal van innovatieve bedrijven zijn gevestigd. In het stadshart hebben de Witte Dame en de Bruine Heer een nieuwe bestemming gekregen. Eindhoven was met DAF ook het Nederlandse centrum van de auto-industrie. Een museum doet die tijd herleven en de Van Rossems tuffen zelfs nog even rond in een originele DAF Variomatic. Ooit was Eindhoven ook het centrum van de tabaksindustrie en heeft daaraan het Van Abbemuseum te danken, opgericht door de tabaksbaron Henri van Abbe. Dit alles en veel meer maakt Eindhoven een fascinerende stad, zoals Maarten met instemming van de anderen vaststelt.
Op het eerste gezicht is Almere misschien niet de meest voor de hand liggende keuze voor een bezoek door de Van Rossems. Het is immers een nieuwe stad, waar de geschiedenis en kunst van vervlogen eeuwen niet voor het oprapen liggen. Toch valt er meer dan genoeg te zien en meer dan genoeg over te vertellen. Maarten heeft het bijvoorbeeld over de tijd dat de zeespiegel meters lager lag dan nu en er ook al mensen woonden in Almere. Sis ontdekt spectaculaire, nieuwe landschapskunst die toch aan vroeger doen denken. En voor Vincent is Almere helemaal een feest want op het gebied van architectuur is er veel geëxperimenteerd in de stad. Elk decennium bracht weer nieuw inzichten voort over wonen en bouwen. Soms heel geslaagd, soms totaal mislukt. Wat dat betreft is Almere nu al een fascinerende staalkaart van moderne architectuur.
Als voormalige Hanzestad heeft Zwolle in de vijftiende eeuw haar grootste bloeiperiode gekend. Dat is in de stad nog terug te zien. De Sassenpoort bijvoorbeeld is een hoogtepunt van 15e-eeuwse bouwkunst, waar de Van Rossems echt van kunnen genieten. Ook de kerken vinden ze zeker een bezoekje waard, ook voor niet-gelovigen, maar onderweg daar naartoe komen ze wel een kunstwerk tegen waar ze alle drie niets van moeten hebben: een treurige engel van glas. Ook over de kunst van vader en zoon Voerman is hun mening eensluidend: maar die zien ze juist wel heel graag. Zwolle is eveneens de stad waar een van de historische helden van Maarten is geboren: Johan Rudolph Thorbecke. Hij legt het belang van deze staatsman graag nog eens uit. Tenslotte treffen de Van Rossems in de stad, behalve de bekende Peperbus, nog een iconisch gebouw aan: Museum De Fundatie, met een enorm ei op het dak. Uiteraard hebben ze hier ook een mening over. Of ze het nu ook eens zijn...
Maarten grijpt het bezoek aan Düsseldorf vooral aan om een pleidooi te houden voor meer belangstelling en waardering voor het moderne Duitsland, onze belangrijkste handelspartner en de steunpilaar van heel Europa. Ook op cultureel gebied heeft de stad veel te bieden, constateren Sis en Vincent. Van oudsher is het een centrum van schilderkunst, maar ook de fotografie kwam er tot grote bloei. Natuurlijk blijft het duistere verleden van Düsseldorf niet onbelicht. Zo bezoeken de Van Rossems een park dat als propagandatoneel door de nazi's werd aangelegd. En waar, tot verbazing van de Van Rossems, nog twee enorme beelden zijn blijven staan die zonder meer een fascistoïde indruk maken. Vincent zoekt naar resten van typisch Duitse architectuur van vóór de Tweede Wereldoorlog en constateert tot zijn blijde verrassing dat zijn broer en zus daar net zo onder de indruk van zijn als hijzelf.
Breda is de aangewezen stad voor Maarten om uit te leggen waarom ons koningshuis 'van Oranje' is en waarom koning Willem Alexander 'van Nassau' als een van zijn achternamen draagt. De familie Nassau woonde honderdvijftig jaar lang op het Kasteel van Breda, waar nu de Koninklijke Militaire Academie is gevestigd. Het Kasteel is niet vrij toegankelijk voor het publiek, maar voor de Van Rossems gaat de poort wel open, want Vincent wil er een verhaal vertellen over de architectuur van het gebouw en Maarten wil het ook nog over de daar gesloten Vrede van Breda hebben. Met Sis bezoeken ze de Grote Kerk met het indrukwekkende praalgraf, waar onder anderen de eerste vrouw van Willem van Oranje, Anna van Buren, is bijgezet. Als Breda destijds niet in Spaanse handen en dus katholiek was gebleven, was Breda de laatste rustplaats geweest van alle Oranjes. Volgens sommigen was Breda dan zelfs de hoofdstad van Nederland geworden. Wat vinden Maarten, Sis en Vincent van die gedachte?
Toeristen komen vooral naar Alkmaar voor de beroemde kaasmarkt, maar voor de Van Rossems is die bijzaak. Veel mooier en interessanter zijn het Waaggebouw, het orgel in de Grote Kerk of het schilderij van het interieur van die kerk met dat orgel van Saenredam. Sis vertelt het buiten Alkmaar niet zo bekende verhaal van het Bloedwonder dat zich hier heeft afgespeeld. Het verhaal van het Spaanse beleg van de stad in 1573 en het verrassende ontzet van de stad is misschien beter bekend. Het zal zeker beklijven nadat Maarten het nog eens heeft verteld en toegelicht. Tenslotte bezoeken de Van Rossems ook nog een buitenwijk van de stad, die volgens Vincent woningbouwtechnisch de moeite waard is, maar waar Maarten zich helemaal niet op zijn gemak voelt. Het is wel een leerzaam uitstapje voor hem.
De Van Rossems weten dat Luik, dertig kilometer onder Maastricht, nog niet zo lang geleden een arme en vervuilde industriestad was, die dat verleden inmiddels heeft afgeschud. Dat klopt ook. Overal in de stad zijn en worden architectonische hoogstandjes gebouwd, die de stad een nieuwe status en een modern aanzien moeten geven. Met als spectaculair hoogtepunt het futuristische station. Maar de Van Rossems beginnen hun verkenning van Luik onder de grond. Daar liggen de fundamenten en de oorsprong van de bloei van de stad. Alleen hebben zowel Sis als Vincent last van claustrofobie. Het interessante verhaal van Maarten ontgaat ze, want ze willen zo snel mogelijk weg uit de duistere en bedompte kelder. Gelukkig is er in de open lucht ook erg veel te zien, hoewel ook iets waar de Van Rossems zich hevig aan ergeren: overal auto's.
Zutphen blijkt een stad te zijn waar de Van Rossems blij door worden verrast. Als Vincent niet net al was verhuisd, zou hij serieus overwegen Zutphen als woonplaats te kiezen. Hij komt tot die conclusie nadat het drietal de vele torens van de stad aan de IJssel heeft bewonderd, het nabijgelegen Museum MORE heeft bezocht en van het vele groen in de stad heeft genoten. Maarten is enthousiast over de Librije (de kettingbibliotheek, niet het restaurant) waar hij oog in oog komt te staan met een eerste druk van het destijds ketterse boek van Copernicus, waarin niet de aarde maar de zon tot centrum van ons zonnestelsel werd verklaard.
In Gouda kunnen de Van Rossems niet anders dan zich bezighouden met een actueel probleem: bodemdaling. Hier is goed te zien hoe gebouwen langzaam wegzakken in de slappe bodem. Maarten verklaart dat verschijnsel en Vincent legt uit hoe groot dat probleem is in een oude stad als Gouda, waar de oude gebouwen verschillende soorten fundering hebben. Natuurlijk staan ze ook stil bij de schoonheid van enkele van die oude panden. Zo geeft Sis een toelichting op de Waag en vertelt Vincent het verhaal van het karakteristieke stadhuis. In de Sint-Janskerk bewonderen de Van Rossems de wereldberoemde gebrandschilderde ramen, waarvan de originele tekeningen nog in Museum Gouda te zien zijn.
Bergen op Zoom is van oudsher een kruispunt van Holland, Zeeland en België en was ooit een heel belangrijke handels- en vestingstad. De Van Rossems zien daar nog de sporen van, zoals de spectaculair gerestaureerde vestingwerken en het rijke Markiezenhof. In dat vijftiende-eeuwse stadspaleis maken ze onder meer kennis met 'Jan met de lippen', een enorme schouw en een prachtige maquette van de stad. Het kermismuseum op zolder roept nostalgische gevoelens bij de broers op. Vincent kan ook de moderne stadsplanning van Bergen op Zoom wel waarderen; met name van de Bergse Plaat is hij onder de indruk.
Antwerpen heeft veel moois te bieden, maar de Van Rossems betreuren het wel dat dat al algemeen bekend is. Het massatoerisme heeft bijna Amsterdamse proporties aangenomen en dat maakt een bezoek bepaald minder aangenaam. Maar het drietal trotseert de menigte in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, het Rubenshuis en het Centraal Station en bezoekt daarnaast de minder drukbezochte plekken. Het boekdrukkunstmuseum Museum Plantin-Moretus, het woonhuis van de architect Winders of het Museum Fritz Mayer van den Bergh zijn nog pareltjes, waarvan in alle rust te genieten valt.
Leiden was in de gouden eeuw dankzij de lakenindustrie de een na grootste en belangrijkste stad van het land, na Amsterdam. Ondanks de neergang die zich daarna aandiende is van die grootsheid nog veel terug te vinden. De oudste universiteit van Nederland staat in Leiden en geeft de stad een voornaam karakter met het Academiegebouw, de Hortus Botanicus, de Oude Sterrewacht en de vele musea. Het Rijksmuseum van Oudheden, bijvoorbeeld, is befaamd om zijn verzameling Egyptische mummies, maar Sis kiest iets heel anders om over te vertellen aan haar broers, een enorme camee. Architectuur speelt ook een belangrijke rol in deze aflevering. Zo geven de Van Rossems hun ongezouten mening over de nieuwbouw van Museum De Lakenhal en zijn ze vol lof over de ontwikkeling van De Meelfabriek, industrieel erfgoed dat voor nieuw gebruik wordt ingericht.
Leeuwarden wordt alleen door Maarten en Vincent aangedaan, want de gezondheid van Sis liet een bezoek aan de Friese hoofdstad tijdens de opnameperiode niet toe. De broers Van Rossem bezoeken beeldbepalende torens van de stad, zoals de historische en scheve Oldehove en de moderne Achmeatoren, en vertellen de oude en nieuwe verhalen die daarbij horen. Er worden bijzondere gebouwencomplexen aangedaan, zoals de Blokhuispoort en het Provinciehuis. De stad heeft beroemdheden voortgebracht als de revolutionair Pieter Jelles Troelstra en de exotische danseres Mata Hari; ook zij krijgen een verbaal monumentje van de broers. Eigenlijk gaat maar één ding in Leeuwarden ze een beetje tegenstaan: de Friese taal die uiteraard overal te zien en te horen is.
Wie Assen zegt, zegt TT. Maar de stad heeft meer te bieden dan ronkende motoren. Zo is er de Brink, waar in de 13e eeuw een nonnenklooster aan de basis stond van het dorp Assen. Of het Drents Museum, waar Sis een op het oog heel gewoon schilderij belicht, dat bij nadere inspectie toch niet zo gewoon blijkt. Maarten vertelt hoe Assen stadsrechten verwierf. Over veel bezienswaardigheden in en rond Assen hebben de Van Rossems iets bijzonders te vertellen: van treinstation tot hunebed en van voormalige dwangkolonie Veenhuizen tot het beeld van Bartje. Al met al is het drietal heel best te spreken over Assen: een stad waar je nog kan ademen.
Het verhaal van Mariken van Nimwegen kan zo naar Hollywood, menen de Van Rossems. Het standbeeld van Nijmegens beroemdste dochter mag natuurlijk niet ontbreken in deze aflevering. En zo zijn in Nijmegen meer verhalen te halen, bijvoorbeeld bij Museum Het Valkhof en bij de Waalbrug. De rijke geschiedenis van Nijmegen zou volgens Maarten trouwens heel goed aan de hand van bruggen beschreven kunnen worden. Daarbij kunnen de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog overigens niet onbesproken blijven. Vincent neemt ons mee naar een nieuwbouwwijk die dankzij een Cruijffiaanse wet heel goed gelukt is. En naar het bijzondere Huis Wylerberg in Berg en Dal.
De Van Rossems varen Kampen binnen in een kogge. Dit schip speelde een grote rol bij de bloei van Kampen in de late middeleeuwen. Een passende entree in een stad die graag meer toeristen zou trekken. De Van Rossems vinden dat maar niks. Toerisme heeft al te veel mooie steden verpest. Ze bezoeken de laatste sigarenfabriek en het ziekenhuis, waar de grote Willem Kolff de kunstnier uitvond. Vincent belicht de restauratie van het stadhuis en het oudste huis van Kampen. De rol daarbij van architect Pierre Cuypers roept gemengde gevoelens op. En wie denkt dat Kampen nog altijd diep religieus is, wordt door Maarten vakkundig uit de droom geholpen.
De geschiedenis van Apeldoorn is vervlochten met de Oranjes. Maar daar willen de Van Rossems het nu niet over hebben. Daarom geen bezoek aan Het Loo, maar wel aan het door het drietal bewonderde Kröller-Müller Museum en aan Radio Kootwijk, waar ze vele mooie zomerherinneringen hebben liggen. Apeldoorn is feitelijk een enorm dorp met wijken waar het goed wonen is en parken waar het goed flaneren is. En met een in het oog springend gemeentehuis, waar Sis, Maarten en Vincent graag hun ongezouten mening over willen geven. En dan is er nog iemand die ze willen belichten, de Duitse messenfabrikant Eugen Hollaender, oftewel de Apeldoornse Schindler.
De Van Rossems zijn in Schiedam, maar ze zijn niet alleen. De heilige Liduina, patrones van de chronisch zieken, reist met ze mee. Hoe dat zit, legt Sis uit. In Schiedam is de erfenis van de jeneverindustrie nog goed te zien, bijvoorbeeld in de imposante brandermolens. Ook de Korenbeurs van de Italiaanse architect Giudici danken we aan het jenever stoken. Het Coöp-museum vertedert de Van Rossems en in het Stedelijk Museum, gevestigd in het voormalige Sint Jacobsgasthuis, bewonderen ze de beroemde Cobra-collectie. Hier was ooit Pierre Janssen conservator, de man die heel Nederland wist te begeesteren met zijn aanstekelijke verhalen over kunst.
Utrecht is een stad met veel schoonheid en af en toe een dissonant. Zo kan Maarten nog boos worden om de Neudeflat: 'Een misdaad!' Ernaast ligt het oude postkantoor, een prachtgebouw. Op het Domplein doet Vincent verslag van een felle architectenstrijd en bij het monumentale Paushuize vertelt Maarten het tragische verhaal van de Utrechtse paus Adrianus. Een schilderij in Museum Catharijneconvent over de wellust prikkelt de zinnen, maar gelukkig weet Sis het academisch te duiden. Maarten sluit de serie af met een exposé over de wonderlijke geschiedenis van de Maliebaan - als hij tenminste niet gestoord wordt door knetterende motorfietsen.
Gorinchem is een vestingstad waar het verleden voelbaar is. De stad is trots op zijn helden. 'De Nederlandse Leonardo da Vinci' werd hier geboren. Een andere zoon van Gorinchem schopte het tot nationale held van Korea. Ook de dichter Ida Gerhardt, door de Van Rossems zeer bewonderd, kwam uit Gorinchem. Sis leest een gedicht van haar voor. Houden de mannen het droog? Maarten vertelt over een omstreden burgemeester. Vincent belicht een eigenzinnig monument. Het bezoek wordt afgesloten bij een belangrijk stukje vaderlandse geschiedenis, het poortje van Hugo de Groot, maar hier moet Maarten de gemeente Gorinchem toch echt even streng toespreken.
Heerlen was tot ver in de vorige eeuw een welvarende stad. De mijnindustrie zorgde voor werk, saamhorigheid en een indrukwekkend aantal winkels en warenhuizen. Na het sluiten van de mijnen trad het verval in. Het verdriet daarover is er nog steeds, maar inmiddels heeft Heerlen zich herpakt. De Van Rossems maken een reis in de tijd. Sis leidt haar broers rond in het blootgelegde Romeinse badhuis. In het Nederlands Mijnmuseum raakt Maarten begeesterd door het leven van de 'koempels'. Vincent haalt zijn hart op aan een pronkstuk van het 'nieuwe bouwen': het Glaspaleis. Aan het eind van de reis heeft Heerlen de harten van de Van Rossems gewonnen.
Vincent is blij dat hij er niet meer woont, Sis heeft een bloedhekel aan de hoofdstedelijke arrogantie, dus het is duidelijk wie met het idee kwam om naar Amsterdam te gaan. Maarten heeft dan ook een missie: hij wil een aantal plekken in Amsterdam laten zien waar de gemiddelde toerist makkelijk overheen kijkt. Hij neemt zijn broer en zus daarom mee naar enkele minder bekende musea. Daar weet Sis er ook nog wel een paar van. Vincent gaat voor de Stelling van Amsterdam, maar laat ook zien hoe mooi sociale woningbouw kan zijn én hoe groen en ruim Amsterdam op sommige plekken is - zolang je het door toeristen overspoelde centrum maar mijdt.
Deventer geldt als dé boekenstad en dus verheugen de Van Rossems zich bij voorbaat op hun bezoek. Als ze ook nog eens met een poster welkom worden geheten, kan niets ze meer van hun stuk brengen. Maar waarom is Deventer eigenlijk een boekenstad? Maarten legt het uit. Daarbij passeren illustere namen de revue, zoals Geert Grote, Thomas à Kempis en niet te vergeten Donald Duck. Vincent wil laten zien waarom het soms goed is om je als burger te verzetten tegen sloopplannen en daarvoor neemt hij zijn broer en zus mee naar een prachtig gerestaureerde, middeleeuwse wijk. En Sis heeft zich verdiept in de psyche van meestervervalser Han van Meegeren.
Lelystad is de stad van de toekomst, maar nog niet iedereen ziet dat. De Van Rossems wel. De inpoldering, het levenswerk van ir. Lely, loopt als een rode draad door het verhaal van Lelystad. Die inpoldering schonk de stad vele archeologische vondsten. In het museum Batavialand belicht Sis zo'n vondst, een 15e-eeuwse leprozenklepper. Waar diende dit voorwerp voor en hoe kwam het in de Zuiderzee terecht? Vincent vraagt aandacht voor een gebouw dat op een bescheiden manier bijzonder staat te wezen. Lelystad heeft ruimte en natuur. De stad heeft de 'historische pech', zoals Maarten het noemt, van zich afgeschud en kan met vertrouwen vooruitkijken
In april 2022 bezochten de Van Rossems Zierikzee. Door het overlijden van Sis bleek dit de laatste keer dat de Van Rossems samen op stap gingen. Zierikzee mag dan niet groot zijn, de Zeeuwse stad heeft een imposant aantal monumentale plekken en gebouwen. En een rijke geschiedenis bovendien, waarin het water een grote rol speelt. De Van Rossems belichten die geschiedenis terwijl ze Zierikzee op hun eigen wijze verkennen. Ze bezoeken onder meer het Stadhuismuseum, nemen de gezichtsbepalende Dikke Toren onder de loep en kunnen uiteraard ook niet om de Zeelandbrug heen. In het nabijgelegen Ouwerkerk brengen ze een bezoek aan het Watersnoodmuseum.