In 'De gekkengallerij' is er geen spake van een verhaallijn of een boodschap, maar gewoon wat losse fragmenten die behalve de overgangen de constante onzin absoluut niets met elkaar te maken hebben. Er is met een gefingeerde forumdiscussie wel gelegenheid om te improviseren met tekst, maar dan wel binnen vastomlijnde grenzen. Om het publiek te boeien kozen ze voor beweeglijk theater. De dynamiek staat voorop.
In hun derde programma 'Jool Hul', dat vernoemd is naar een vrijersplek langs de snelweg tussen Amersfoort en Apeldoorn, slaan ze op elkaar in met reigers en in de meesterlijke wijn-en-spuug-scène rochelt Van Waardenberg in de wijd opengesperde mond van De Jong.
Het programma is agressief en opnieuw hakken ze creatief op elkaar in (zo knallen ze zelfs met een stalen kast tegen een stroomleiding), waarna ze uiteindelijk in elkaars armen vallen.
In 'Naggelwauz' spelen ze in losse scènes een soort associatief opgebouwd absurdistisch spel met een verwrongen werkelijkheid. Ze strijden om te overleven door de ander letterlijk en figuurlijk onderuit te halen. Als kemphanen staan ze soms tegenover elkaar en slaan elkaar opnieuw met allerlei attributen om de oren. Van Waardenberg is opnieuw de verpersoonlijking van macht die de schlemielige De Jong afblaft en op een grove manier kleineert en in een hoek zet. Bij De Jong wordt zelfs de broek naar beneden getrokken om zijn geslachtsdeel als microfoon te kunnen gebruiken. Die scheve verhouding wordt later enigszins recht getrokken tijdens de oefening met de gymnastiek-ringen waarmee De Jong een stuk vaardiger blijkt te zijn dan de stuntelige Waardenberg. Ze gebruiken ook een soort van stoomketel die later gedemonteerd wordt en dienst doet als putopeningen om later als turks bad gebruikt te worden. Ten slotte komt er een gigantische luchtmatras te voorschijn die de eerste twee rijen publiek bedekt. Met skippyballen meppen ze elkaar van de matras af en eindigen uiteindelijk in elkaars armen onder de dekens.
Met o.a. de balk, de onderwaterscene en de zeilramp Bandkaai is het zesde theaterprogramma van de Rotterdamse theatermakers Martin van Waardenberg en Wilfried de Jong. De typische Waardenberg en de Jong aanpak zal in Bandkaai zeker weer te zien zijn. Performance afgewisseld met miniatuurtjes van toneelspel. Grootse en wezenloze decorstukken. Schoonheid maar ook afbraak. Harde klanken naast stille beelden. Fysieke uitputting en tevens serene rust. Chaos en orde tegelijk. Waardenberg en de Jong zijn niet te vangen.