Er was eens een arm houthakkersgezin met twee kinderen, Hans en Grietje. Er was niet genoeg eten en daarom stelde stiefmoeder voor om de kinderen achter te laten in het bos. Hans en Grietje hoorde dat en waren ontroostbaar. Maar Hans zei: ‘Niet bang zijn, zusje. Ik heb een plannetje!’ De volgende dag ging het gezin hout sprokkelen. Onderweg legde Hans broodkruimels neer. Hij maakte een spoor naar huis. Diep in het bos rustten ze uit en vielen Hans en Grietje in slaap. Toen ze wakker werden waren ze alleen. En de broodkruimels waren opgegeten door de vogels! Moedeloos dwaalden ze rond, totdat ze een snoephuisje zagen. Hans en Grietje begonnen meteen met snoepen, maar plotseling verscheen er een heks: ‘Knibbel knabbel knuisje, wie knabbelt daar aan mijn huisje...?