The city of Los Angeles erupted into chaos on April 29, 1992, after four white LAPD officers were acquitted for beating African American motorist Rodney King. Over the next six days, television and radio reports, home video, and police footage captured the turmoil that led to 54 deaths, nearly 12,000 arrests, and over $1 billion in damages. Using these recordings, we take a look at one of the biggest periods of civil unrest in American history as if it were all unfolding in real time.
Op 29 april 1992 spreekt een overwegend blanke jury vier blanke agenten vrij die werden beschuldigd van het geweld op taxichauffeur Rodney King. Kort na het verdict breken zware rellen uit in Los Angeles.
Naast de immense materiële schade die werd aangebracht, lieten meer dan 50 mensen het leven en werden maar liefst meer dan 11 000 anderen gearresteerd.
De stad en haar bevolking werden zwaar getekend door de gebeurtenissen van april en mei 1992. Wegens de materiële en menselijke schade, maar vooral ook door het besef dat het Amerikaanse gerecht niet opgewassen was tegen de kracht van plat racisme.
Le 29 avril 1992, à Los Angeles, un jury majoritairement blanc déclare non coupables quatre policiers blancs ayant battu un chauffeur de taxi noir : des émeutes s'ensuivent.