Na een uitvoerig betoog over het in scène zetten van de dood slash verdwijning van Ruben Nicolai om zijn nog niet bestaande kunstwerken in waarde te laten stijgen, is het tijd om de carrières van de heren eens onder de loep te nemen. Tijl vraagt zich namelijk af welke keuzes in hun leven ertoe hebben geleid dat ze daar überhaupt van kunnen spreken. Nicolai trapt af en gebruikt zijn spreektijd om twee mensen in het zonnetje te zetten, waarvan één niet geheel toevallig zijn co-host is. Ruben van der Meer is benieuwd waar hij was geëindigd als hij zijn ijdelheid niet aan de kant had geschoven, en ook Tijl wordt nostalgisch als hij terugdenkt aan die tijd dat hij nog met keelpijn op de bank lag.