De boerenzonen Gieljan en Willem raken betrokken bij de gewelddadige dood van hun vader, de heemraad Rijk Beijen.
Tien jaar na de dood van Rijk Beijen heeft zijn stuurse weduwe Thera de teugels strak in handen op de hoeve Watersnoodt.
Gieljan Beijen probeert zich uit alle macht te bevrijden van zijn heerszuchtige moeder en probeert de rijke hoeve Watersnoodt te ontvluchten. Maar hij onderschat zijn moeder.
Gieljan Beijen is door zijn moeder Thera uitgehuwelijkt aan de stille en ingetogen Aaigie Scheer. Op de hoeve Watersnoodt meldt zich een vreemdeling.
Na de dood van zijn vrouw Aaigie, besluit Gieljan Beijen zijn hoeve en alles wat daarbij hoort te verkopen. Maar daarbij zal het niet blijven.
Gieljan Beijen is zijn geboortegrond en zijn familie ontvlucht om naar zee te gaan. Op de hoeve Watersnoodt lijkt de rust weergekeerd, maar schijn bedriegt.
Thera Beijen, de trotse boerin van Watersnoodt, begint haar opstandige zoon Gieljan, die is gaan varen, te missen. En zoon Willem zet zijn trouwplannen tegen haar zin door.
Gieljan Beijen is teruggekeerd naar Watersnoodt op het moment dat van alle kanten onheil dreigt. De knecht Jaap wordt gezocht door de politie en het water bedreigt de dijken.