Eind jaren ’70. Het revuetheater Oud België is op sterven na dood, maar directeur Leonard weigert dit in te zien. De artiesten zijn zich van geen kwaad bewust en hebben hun eigen problemen. Marcel, de orkestleider, met zijn vrouwen, Willy, de komiek, met zijn bloemenwinkel en Jack, de regisseur, met zijn tegendraads karakter.