De tienersterren van begin jaren zestig zijn zelf nog piepjong als ze beroemd worden. Willeke Alberti, Trea Dobbs en Ria Valk zijn nog geen 20 als ze grote hits scoren met nummers als Spiegelbeeld, Ploem Ploem Jenka en Rockin’ Billy. De populaire muziek is in opkomst en jongeren zijn een nieuwe belangrijke doelgroep; zij willen idolen van hun eigen leeftijd zien. De platenmaatschappijen zien een gat in de markt en vooral door middel van talentenjachten wordt veel jong talent binnengehaald. Zo wint Trea Dobbs in 1963 het Cabaret der Onbekenden en mag ze een plaatje maken bij Phonogram. De tieners moeten hard werken: veel optredens in het hele land, veel plaatjes maken en tussendoor nog in de tv-studio’s verschijnen. ‘Ik zeg altijd, ik heb mijn puberteit overgeslagen,’ vertelt Trea Dobbs. Herman Stok werkt voor diverse jongerenprogramma’s en ziet de tienersterren opkomen. Hij helpt ze met adviezen op gebied van kleding en repertoire. Bert Schouten is producer bij Phonogram en produceert de ene na de andere hit. De liedjes zijn vaak vertalingen van buitenlandse nummers. Dat is voor de Nederlandstalige markt interessanter. Zo zijn Spiegelbeeld en Het Ritme van de Regen vertalingen van respectievelijk Tes Tendres Années en Rhythm of the Rain. Halverwege de jaren zestig zijn de hoogtijdagen van dit nieuwe genre alweer voorbij door de opkomst van The Beatles en The Rolling Stones.
Name | Type | Role | |
---|---|---|---|
Yael Koren | Director |