In de loop van de jaren negentig stappen bijna alle gemeenten in Nederland over op de stemcomputer. De voordelen liggen voor de hand: fouten bij het invullen van het stembiljet behoren tot het verleden, en het tellen van de stemmen is nauwkeurig en in een handomdraai gerealiseerd. De stemcomputer maakt vooral het leven van gemeenteambtenaren – vanouds belast met de verkiezingen – veel en veel makkelijker. Totdat in de zomer van 2006 Rop Gonggrijp ontdekt dat de computers te hacken zijn. In korte tijd weet hij het vertrouwen in de apparaten te ondermijnen. Met de Tweede Kamerverkiezingen in het vooruitzicht moet de overheid actie ondernemen. Wat te doen met de kwetsbare stemcomputers? Met wat kunstgrepen aan de apparaten worden ze bij de verkiezingen toch nog gebruikt, maar daarna is het afgelopen en gaat Nederland definitief terug naar het rode potlood.