In 2004 had Nederland als voorzitter van de Europese Unie een hete aardappel op het bord: het toekomstige lidmaatschap van Turkije. Moest hierover onderhandeld worden? De meningen waren verdeeld, in binnen- en buitenland en dwars door alle partijen heen. Achter de schermen ontspon zich een diplomatiek en politiek spel op het hoogste niveau, met een zinderende finale in Brussel. Nederland dacht iedereen op één lijn te hebben maar een belangrijke speler bleef bijna tot het einde dwars liggen: de Turkse premier Erdogan. Aan het woord komt onder andere Ben Bot, destijds als minister van Buitenlandse Zaken de belangrijkste onderhandelaar namens voorzitter Nederland: 'Je moet wel weten hoe het spel gespeeld wordt'.