De meeste amateurfilms tonen vooral vrolijke momenten, het leven lijkt mooi en zorgeloos. Dat geldt in ieder geval voor de films van Hans en Noes Fischer, een jong echtpaar dat in 1937 naar Nederlands-Indië vertrekt. De wereld om hen heen wordt echter steeds grimmiger. Een reconstructie van de idylle versus de boze buitenwereld.