Miljoenen jaren geleden kroop uit de zee het eerste leven aan land. In de poelen van de veengrond ontdekken we glibberige modderkruipers, in de heidegebieden is de grond arm en haalt de zonnedauw zijn voedsel niet uit de grond, maar vangt als vleesetende plant onoplettende insecten met zijn tentakels. De klapekster blijkt de slager onder de zangvogels en we krijgen de paring van de zeldzame lentevuurspin te zien...
Miljoenen jaren geleden kroop uit de zee het eerste leven aan land. In de poelen van de veengrond ontdekken we glibberige modderkruipers, in de heidegebieden is de grond arm en haalt de zonnedauw zijn voedsel niet uit de grond, maar vangt als vleesetende plant onoplettende insecten met zijn tentakels. De klapekster blijkt de slager onder de zangvogels en we krijgen de paring van de zeldzame lentevuurspin te zien...
Om te voorzien in zijn eigen voorbestaan heeft de mens zich toegelegd op landbouw. Daarvoor is ruimte nodig, open ruimte waarin gewassen kunnen groeien en vee kan grazen. Maar andere diersoorten hebben deze rijke oases ook ontdekt. De haas gebruikt de open ruimte als boksarena, het is de broedplek van weidevogels en jachtgebied van wilde katten. Maar ook de thuis van de das, hazelmuis, strontvlieg en bruine kiekendief.