Fien beleeft de eerste dag in de brugklas. Ze wordt snel vrienden met de coole Demi en geniet van haar nieuwe leven. Wanneer ze zichzelf voorstelt in de klas is zij stellig: vanaf nu is zij enig kind.
Fien moet op Luuk passen, maar besluit met Demi af te spreken. Als zij thuis komt staat niet Luuk, maar een onbekende jongen voor de deur. Ze moet Luuk terugvinden voor haar ouders weer thuis zijn.
Fien en Demi gaan lippenstift jatten, maar dan ziet Fien haar vader en broer in de winkel. Als Demi op school haar broer uitlacht, doet Fien keihard mee. Gelukkig weet Demi niet dat hij háár broer is.
Fien is jarig en gaat met opa en Luuk op bezoek in het ziekenhuis. Luuk zet het ziekenhuis op z'n kop, maar Fien weet de situatie te redden. Gelukkig is opa er om Fien weer in het zonnetje te zetten.
Fien besluit om samen met opa naar het feestje van Luuk te gaan. Zo kan ze Luuk een koekje van eigen deeg geven. Als ze thuis zijn wordt moeder woedend. Opa komt voor Fien op en geeft zijn mening.
Fien is in de bouwmarkt en haalt een grap uit met Luuk. Op het hoogtepunt verschijnt Demi ineens in het gangpad. Fien liegt de boel bij elkaar, maar dan komt Demi erachter dat Luuk háár broer is.
Fien is vreselijk verdrietig als Demi een spreekbeurt houdt over virals, met een filmpje van háár broer. Als Demi haar zelfs begint te pesten is uitgerekend Luuk de enige die Fien weet te troosten.
Fien besluit iedereen op school over haar broer te vertellen door haar spreekbeurt over hem te houden. Wanneer ze hem meeneemt naar het schoolfeest draait zelf Demi bij en praten ze hun ruzie uit.