Dikkie krijgt ruzie met Fientje. Meisjes, ik heb een hekel aan meisjes, zingt hij. Meisjes kunnen niks dan gillen, met meisjes kun je niks beginnen. Maar Fientje laat zich niet doen: jongens vinden alle meisjes klein, maar vergeten dat wij slimmer zijn. De ruzie gaat de hele tijd door, met allerlei plagerijen. Maar ook hier geldt: wie laatst lacht, best lacht.