Koning Jozef laat allerlei edelmannen aanrukken om met zijn dochter te trouwen, maar Prieeltje moet er niks van weten. Koning Jozef laat de Grimms een wedstrijd uitvaardigen: wie de drie gouden haren op de kin van de Moeder van de Duivel kan uittrekken, mag trouwen met zijn dochter. Wanneer deze laatsten weet krijgen van dit plan, trekken ook zij naar het kasteel...
Koning Jozef wil Kulderzipken zo snel mogelijk uit het kasteel wegkrijgen, en de Moeder van de Duivel, die haar zoon aan de prinses wil koppelen, bedenkt een plan. Kulderzipken moet naar de hoogste berg van de wereld om een zeldzame parel te zoeken. Met de hulp van de Grimms vliegt Kulderzipken erheen op een vliegende deur. Maar wanneer hij aankomt op de berg, blijkt dat daar de Blote Bosmens woont, die niets liever doet dan iedereen doodslaan...
Moe Duivel bedenkt een nieuwe opdracht voor Kulderzipken. Hij moet op zoek gaan naar de draak die in het bos woont en die draak verslaan. Maar wanneer de Duivel zijn goed hart laat zien, en Kulderzipken gaat helpen, wilt Moe Duivel natuurlijk dat de Drakenjacht onmiddellijk wordt stopgezet. Koning Jozef trekt het bos in, maar stoot op een drakendrol, en valt flauw van de stank. Hij wordt gevonden door de Vervelende Vent.
De koning en de koningin zijn bang, maar willen niet vertellen waarom. Prieel en Kulderzipken verkennen het kasteel, en stuiten in de kerkers op een vergeetput. Daarin zit een gek mannetje, de Knoerifast, dat ze vrijlaten. Maar het mannetje duwt hen in de put en betovert iedereen in het kasteel. Prieel en Kulderzipken ontsnappen en ontdekken in de boeken van de Grimms dat ze de Knoerifast kunnen lokken door de ge-ur van growentensojep...
Het is hartje winter, en net dan komt tante Hildegarde op bezoek. Tante Hildegarde houdt van de kou, en eist dus dat alle ramen van het kasteel open blijven staan, tot groot ongenoegen van al diens inwoners. De Grimms doen een poging om haar weg te jagen, maar zij verandert hen in een vogelverschrikker. Ook Moe Duivel probeert haar te verjagen, maar zij wordt veranderd in een tor. Nu is het de beurt aan Kulderzipken om een plan te bedenken...
Koning Jozef en Kulderzipken treffen Sint Lutgardis, de zus van de koning (Reinhilde Decleir) tijdens de jacht. Ook de broer van de koning, Diederik (Vic de Wachter), komt op bezoek, en zit in geldnood. Koningin Angina heeft nood aan nieuwe hobby, en koning Jozef kan al nachten niet slapen, want zijn kasteel rinkelt. Kulderzipken en Prieeltje ontdekken dat dat gerinkel afkomstig is van een geest..
Als voorbereiding op het koningschap krijgt Kulderzipken les van de Koning. Koningin Angina heeft een nieuwe hobby gevonden. Maar Prieeltje heeft niets te doen, en gaat snuffelen in de bagage van haar tante, Sint-Lutgardis. Daar vindt ze allemaal mosterdpotten. Wanneer ze er één opent, komt daar het meisje Serpentina uit.
Koning Jozef en Koningin Angina hebben nog nooit de zee gezien en vertrekken op reis. De koning geeft de Grimms de opdracht om ervoor te zorgen dat Kulderzipken zich gedraagt zoals dat een koning betaamt: waardig, statig en majestueus. Koning Jozef komt onderweg een vreemd figuur tegen, de Houten Man. Hij geeft hem een hand, maar begint daarna langzamerhand in een boom te veranderen. Ondertussen is de Houten Man opweg naar het kasteel...
Koning Jozef heeft het lastig met zijn dieet. Hij droomt al verschillende nachten over een pudding, waar hij niet aan kan omdat de wordt bewaakt door een viking. Wanneer de Oom van Kulderzipken op bezoek komt, vertelt die de Grimms om een droommachine te maken. Zo kan Kulderzipken door de dromen van de bewoners van het kasteel wandelen. Maar wanneer hij in de machine zit terwijl iemand wakker wordt, dan sterft hij...
Kulderzipken en prinses Prieeltje krijgen les in 'het ontvangen van hoog bezoek'. Koningin Angina beoefent haar nieuwe hobby, trombone spelen. De Vindikooks zijn in het land, en dat is altijd lachen geblazen. Zij antwoorden namelijk op elk voorstel "Vind ik ook!". Maar het lachen vergaat Koning Jozef, wanneer de Vindikooks besluiten om zijn kasteel aan te vallen...
Koning Jozef is het diëten beu, en geeft de Grimms de opdracht een vermageringsdrankje uit te vinden. Maar daardoor verliest koning Jozef zijn hoofd, en gaat zijn lijf op de vlucht. Tot overmaat van ramp komt net nu de Kardigraaf langs. Toevallig heeft de koning ooit een weddenschap afgesloten met de Kardigraaf; dat die koning mocht worden op de dag dat Koning Jozef zijn hoofd verloor. De Kardigraaf past zich al helemaal aan.
Kulderzipken en Prieeltje keren terug met hun trouwkleren, en merken dat iedereen in de weer is met het verzamelen van allerlei voorwerpen. Kolen, kippen, kandelaars, kabouters, kreeften, ... De twee raken er niet uit wijs, tot blijkt dat al deze voorwerpen bestemd zijn voor Katrien de Kol, een heks die gek is van dingen met de letter K. Wanneer ze Kulderzipken ontdekt, laat ze iedereen opkrassen behalve hij...
De dag van het huwelijk tussen Prieeltje en Kulderzipken is aangebroken, maar, zo blijkt, de maan is kapot en het mannetje in de maan, Frans Vanderschijnsel staakt. Kulderzipken gaat, met een machine die de Grimms uitgevonden hebben, naar de maan om die te repareren. Hij kan echter niet terug, want er is geen parkeerplaats aan de maan. Omdat alle kosten voor het feest toch al zijn gemaakt, besluit koning Jozef om Prieel te laten trouwen met iemand van de genodigde edelmannen. Hun weg wordt echter versperd door een ongenodigde neef van koningin Angina, Rudolf, de man die denkt dat hij een paard is...