Goochelaar Har de Lange is hard getroffen door de crisis. De poëzie van zijn ambacht wordt niet op waarde geschat, zijn dertigjarige zoon wil het huis niet uit, en zijn vrouw, jarenlang zijn charmante assistente, verlaat hem met medenemen van al zijn goochelgeheimen. Met welke truc ontsnapt een ontsnappingskunstenaar de totale ontgoocheling?