Een zeiltocht met het hele kantoor dreigt te mislukken als zowel Pim als Marius op het laatste moment worden weggeroepen. Marius moet naar de rechtbank voor een zitting waarbij een co-assistent die in de pers de noodklok heeft geluid over de zware werkomstandigheden in het ziekenhuis, haar schorsing aanvecht. Marius staat het ziekenhuis bij. De advocaat van de co-assistent is een oud studiegenoot van Marius.
Pim krijgt een telefoontje van een vroegere cliënt die na twee jaar onschuldig in de gevangenis te hebben gezeten, volledig de weg is kwijtgeraakt. Hij is net door een rood stoplicht gereden, waarop de politie achter hem aan is gekomen. Uit angst om opnieuw opgesloten te worden is hij ervandoor gegaan en heeft hij zich nu in een boerderij verschanst waar hij een gezin gegijzeld houdt. Pim haast zich naar de belegerde boerderij om te bemiddelen.