André en Janny gaan naar Overijssel, naar de IJsseldelta. Janny duikt in de geschiedenis van de Hanzesteden, die in de dertiende en veertiende eeuw door slimme afspraken en onderlinge handel uitgroeiden tot de welvarendste steden van Nederland. De tocht begint in het eeuwenoude en prachtige Zwolle, waar de Pollux in de Thorbeckegracht op hen ligt te wachten. Via het Zwarte Water varen ze de IJsseldelta in, een prachtig waterrijk gebied vol landerijen en bossen. Halverwege slaan ze rechtsaf, de Overijsselse Vecht op. In een weiland gaan André en Janny klootschieten. Ze overnachten in Hasselt, het kleinere broertje van Zwolle.
André and Janny go to Overijssel, to the IJsseldelta. Janny delves into the history of the Hanseatic cities, which grew into the most prosperous cities in the Netherlands in the thirteenth and fourteenth centuries through clever agreements and mutual trade. The tour starts in the ancient and beautiful Zwolle, where the Pollux in the Thorbeckegracht is waiting for them. Via the Zwarte Water they sail into the IJsseldelta, a beautiful wetland area full of farmlands and forests. Halfway through, they turn right onto the Overijsselse Vecht. André and Janny go ball shooting in a meadow. They spend the night in Hasselt, Zwolle's smaller brother.