“Vóór 2008 was het feest op de financiële markten”, zegt Gillian Tett, journaliste van The Financial Times. “Haast iedereen zag het helemaal zitten. Het geld was goedkoop, het vertrouwen groot. Veel bankiers droegen daartoe bij door creatieve manieren te bedenken om consumenten goedkoop geld te bezorgen. In Amerika lachten we dat zelfs kinderen, katten en honden een kredietkaart konden krijgen.”
De Belgische banken maakten begin jaren 2000 grote opgang, maar aan hun glorierijke expansie kwam abrupt een einde toen in de Verengde Staten een huizenbubbel uiteenspatte en daardoor de val van zakenbank Lehman Brothers veroorzaakte. Michaël reist naar de VS en onderzoekt er de wortels van de wereldwijde financiële crisis.
“Ik herinner mij: voor die analisten was het nooit genoeg. Iedereen is toen eigenlijk zot geraasd door de jacht naar rendementen.”, aldus Karel De Boeck, bestuurder Fortis 1999-2008.
En toen het fout ging op de financiële markten, heeft ook de Amerikaanse overheid foute beslissingen genomen, meent Yves Leterme: “Als ik over één ding kwaad ben geweest, is het de zeer orthodoxe aanpak van de Amerikanen. Lehman Brothers laten failliet gaan was eigenlijk de cruciale beslissing. Had men toen een andere beslissing genomen, dan had de loop van de geschiedenis anders kunnen zijn.”