In Boedapest ontmoet Jan een vooraanstaand lid van de Hospitaalridders, een orde die in Godfrieds tijd in Jeruzalem werd gesticht. De route loopt door Szeksard, het hart van Hongarijes oudste wijnstreek. Een boer vertelt dat ook de kruisvaarders de plaatselijke productie naar waarde wisten te schatten. Het Kroatische stadje Nushtar is getekend door de recente oorlog tegen de Serviërs. Jan brengt een dag door met een team militairen die op gevaar van lijf en leden landmijnen ruimen. tussen de ruïnes van het ooit zo pittoreske Vukovar maakt Jan kennis met Sladana, een Servisch meisje dat in een vijandige omgeving een nieuw leven probeert op te bouwen.