Jeroen probeert 4000 soorten patatten uit elkaar te houden In Peru begon het allemaal voor de patat. En daar begint Jeroen Meus ook aan zijn zoektocht naar de geschiedenis en het belang van de aardappel. Het Centro Internacional de la Papa stuurt hem de bergen in, naar de wieg van de aardappel. Juni is oogstmaand in de Andes, en dat zal Jeroen geweten hebben. De gemiddelde Peruaanse boer heeft 200 verschillende aardappelvariëteiten op zijn velden staan. Een hele klus om die te oogsten, maar ook reden om te vieren: een dag in het leven van een Peruaanse boer – vroeger, en nu.
De Spaanse ‘conquistadores’ hebben terecht geen al te beste reputatie, maar zonder hen had Europa de aardappel waarschijnlijk nooit gekend. De mannen wisten eerst echter niet wat ze zagen: een grillige knol die op een truffel leek, en door de Inca’s met veel smaak werd gegeten. Verstopt tussen tonnen goud en zilver uit de Nieuwe Wereld vond ook de patat zijn weg naar het Europese vasteland. Maar het duurde nog een hele tijd voor ze daar de voordelen van die Amerikaanse erfenis zouden inzien. De tortilla zette de patat pas echt op de Spaanse menukaart!
In 1845 was een derde van de Ierse bevolking voor zijn dagelijkse voedselvoorziening bijna volledig afhankelijk van de aardappel. En toen sloeg het noodlot toe: twee miljoen doden en anderhalf miljoen emigranten waren het gevolg van de mislukte aardappeloogst, door de zogeheten ‘blight’, een vernietigende schimmelziekte bij aardappelen. Ierland, dat toen nog een Britse kolonie was, hield er behalve een zwarte periode in zijn geschiedenis ook een eeuwig wantrouwen ten opzichte van Engeland aan over. Of hoe de aardappel de geschiedenis en de toekomst van een land beïnvloedt.
Wie België zegt, ruikt frieten. Er staan meer dan 5000 frituren in ons land, op een oppervlakte van amper 30.000 vierkante kilometer. Maar een verschrikkelijke vraag dringt zich op: is de friet eigenlijk wel Belgisch? Er is namelijk een kaper op de kust: ook de Fransen beweren het gastronomische goudstaafje te hebben uitgevonden. En ze hebben daar – zo blijkt – zelfs hun argumenten voor. Hoog tijd om deze oude vete te beslechten.
Eén man is hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor het succes van de patat in Frankrijk, en die man heet Antoine-Auguste Parmentier. Dankzij hem zijn de grote Franse chefs als Escoffier, en later Robuchon en Bocuse, gaan experimenteren met de knol. Parmentier overtuigde eerst het hof en daarna de rest van de Franse bevolking van de voedingswaarde van de aardappel. Nog steeds staan er aardappelen op zijn graf. Een verhaal vol verrassingen, listen en triomfen, én de typisch Franse gastronomie…
De Wit-Russen eten 180 kg aardappelen per persoon per jaar, en dat is meer dan het dubbele van wat wij Belgen jaarlijks achter de kiezen steken. Op het eerste zicht lijkt die enorme aardappelconsumptie het gevolg van beslissingen op het hoogste niveau, eerst van de Russische tsaren en later van de communistische partijleiders in Moskou. Maar vandaag wordt in het onafhankelijke Wit-Rusland 80% van de aardappelen door de mensen thuis gekweekt. De aardappel blijft er dus bijzonder populair. Een verhaal van wodka, oorlogen en overleven in een land dat zonder aardappelen misschien niet eens had bestaan.
De cirkel is rond: Jeroen is in Peru vertrokken en eindigt er ook. Hij vraagt zich af of de aardappel nog een rol kan spelen in de toekomst van een wereld die door McDonalds en Pizzahut wordt gedomineerd. In het ‘Centro Internacional de la Papa’ geloven ze in ieder geval van wel. Ze hebben er grootse plannen met ‘hun’ knol. Meer zelfs, ze zijn ervan overtuigd dat de patat de wereld gaat redden.