Terwijl Virrie afstand begint te nemen van haar vader, verslechtert de situatie voor de Joodse gemeenschap. Tot ieders grote schrik biedt de Sperre plots geen bescherming meer. Asscher en Cohen protesteren bij de Duitsers en krijgen twintig vrijstellingen als 'troost'. De kinderafdeling waar Virrie werkt, wordt op transport gezet. Als Virrie met de kinderen in de trein zit, wordt ze daar voor vertrek met geweld uitgehaald; ze is immers de dochter van de voorzitter. De fragiele band tussen vader en dochter breekt nu volledig. Virrie is woedend en kan haar vader dit niet vergeven. Ze meldt zich bij het verzet.