Op 28 juli 1929 wordt Remco Campert in Den Haag geboren als zoon van dichter Jan Campert en actrice Joekie Broedelet. Zijn ouders gingen uit elkaar toen hij drie jaar was. Campert woont tot zijn twaalfde afwisselend bij zijn moeder, zijn vader of zijn grootouders. In 1943, Campert is dan 14 jaar, hoort hij dat zijn vader in het concentratiekamp Neuengamme is overleden. Na de Tweede Wereldoorlog gaat hij in Amsterdam bij zijn moeder wonen. In Amsterdam gaat Campert naar het gymnasium. Maar hij maakt zijn school niet af, omdat hij besluit om schrijver te worden.
Om geld te verdienen begint de jonge Campert met het schrijven van reclameteksten en vertalingen. In 1950 richt hij samen met Rudy Kousbroek het tijdschrift Braak op. Samen met het tijdschrift Blurb was dit de aanzet tot een nieuwe literaire stroming waartoe Campert behoort; de Vijftigers. Remco Campert debuteert als dichter met Vogels vliegen toch (1951). Vanaf de jaren zestig begint Campert met het schrijven van romans. Zijn debuutroman Het leven is verrukkulluk (1961) behoort de tot klassiekers van de Nederlandse literatuur.
Van 1996 tot 2006 schrijft Campert samen met zijn goede vriend Jan Mulder een gezamenlijke column CaMu op de voorpagina van De Volkskrant. Campert schrijft nog steeds columns voor de Volkskrant. In juni 2014 begint hij op de achterpagina van dezelfde krant een column over Somberman.
Remco Campert heeft al veel literaire prijzen gewonnen, een greep: de Jan Campertprijs (1956), de P.C. Hooftprijs (1976) en vorig jaar (als eerste) de Gouden Schrijfmachine. Dit jaar komt daar een prestigieuze prijs bij: de Prijs der Nederlandse Letteren (de belangrijkste literaire prijs van Vlaanderen en Nederland). In oktober ontvangt Campert deze prijs uit handen van de koning van België, koning Filip. Maar eerst spreekt College Tour hem op vrijdag 6 maart.