De rijke bouwondernemer Baardemaker wordt vermoord en begraven in een betonnen pijler van één van zijn constructies. De man bleek wel wat vijanden te hebben, maar geen van hen had een echt motief om hem te vermoorden. De politie tast dan ook in het duister, tot ook het lijk gevonden wordt van rechter Schoeters. Ook deze man werd op bizarre wijze vermoord: opgesloten in een stalen kooi en uitgehongerd. Commissaris Dekee legt als eerste de link tussen de twee slachtoffers. Beiden bleken betrokken bij een oude moordzaak waarvoor ene Peter Vervoort werd veroordeeld. Schoeters was de rechter die de man veroordeelde en wel op basis van een getuigenis van Baardemaker. En nu is Vervoort vervroegd vrijgelaten uit de gevangenis. Alles wijst er dus op dat de man zich heeft willen wreken. Wat de commissaris niet vertelt is dat hij destijds als politie-inspecteur Vervoort tot bekentenissen heeft gedwongen en nu de volgende is op het lijstje van de moordenaar.