De rijke herenboer Coene had voor Fons een betere partij gedroomd dan Marieke, de dochter van de koster. Broos heeft een spook gezien en jaagt daarmee zijn ongure stropersgezellen de daver op het lijf. Jef de Smid, de plaaggeest van de gemeente, heeft deze keer Lewieke en Emma als slachtoffer gekozen. Bij Pastoor Munte en zijn ijverige misdienaars is de plagerij wederzijds. Wannes Raps, een oude stroper, wordt betrapt en opgesloten.
Fons is ongelukkig want Marieke wil in het klooster gaan. Er wordt een tipje opgelicht van de sluier over de rivaliteit tussen Pastoor Munte en Moeder Cent. We maken kennis met de pastoorsmeid met de lange tong en het grote hart. Pastoor Munte heeft het tenslotte nog aan de stok met de dronken Dries van den Heul. En we volgen de lotgevallen van Wannes Raps die een schoon, maar tragisch einde nemen.
Lewie trekt ten strijde tegen het ongeloof en hij slaagt erin Gust te bekeren. Hij stelt de heiligen van Zichem aan hem voor en neemt hem mee naar de catechismusles. Dries van den Heul houdt zijn zevende kind ten doop en Broos staat op trouwen. Pastoor Munte heeft een lang gesprek met boer Coene en we komen heel wat te weten over de heren van Zichem.
Nu boer Coene op het punt staat de hand te leggen op het laatste stuk grond van de Heer van Wazinghuis , acht de pastoor het ogenblik gekomen om een bezoek te brengen aan de sinistere oude baron van Berckelaer. Lewie mag intussen de werkkamer van de pastoor opruimen waar hij drie sigaartjes steelt. Gelukkig hoeft wie van zijn pastoor steelt niet uit de biecht te klappen om het weer goed te maken.
Pastoor Munte beijvert zich om de jonge baron uit Kongo te doen terugkomen om het vervallen goed van het Wazinghuis te redden. Dat dwarsboomt de plannen van boer Coene. In de kleuterschool heeft Pastoor Munte een ontmoeting met de "liberale" Moeder Cent. Ondertussen bereidt Zichem zich voor op de komende verkiezingen. Zal Jef de Smid de arbeidende klasse vertegenwoordigen?
Fons probeert Marieke opnieuw te overhalen om met hem te trouwen. Hij behaalt één overwinning: ze gaat mee naar het bal van de burgemeester. Sepke is ook door de angel van de liefde gestoken, maar zijn vrijage met Wieske loopt al evenmin van een leien dakje. Het bal is voor jong en oud een grote gebeurtenis. Het is vooral Niske van de smid die er een vérstrekkend besluit neemt.
De Smid is verkozen tot gemeenteraadslid. Dr. Volders heeft een gesprek met Meneerke Parmentier die hij met juffrouw Beukelaers in het huwelijksbootje wil doen stappen. Clementine hoopt dat de nalatenschap van de juffrouw haar in de schoot zal vallen. Jef De Smid heeft de kerkzangers zover gekregen dat ze met staking dreigen, indien de kerkfabriek hun geen jaarlijks soupeetje toekent.
Lewie heeft beer in de kelder van meester Baekelandt gestort en wordt gestraft. Pastoor Munte gaat op verzoek van Meneerke Parmentier, juffrouw Beukelaers polsen over een mogelijk huwelijk. Het antwoord is positief maar ze verwacht wel een rechtstreeks aanzoek. Inmiddels stelt de koster alles in het werk om de kerkzangers van hun stakingsdreiging te doen afzien.
Met lood in de benen gaat Meneerke Parmentier zijn aanzoek doen bij juffrouw Beukelaers. Het huwelijk komt ervan, al bijt Clementine zich op de lippen van spijt. Niet enkel de liefde ontbreekt op de plechtigheid, ook de kerkzangers hebben hun staking doorgezet. Lewie begint ernstig met zijn ogen te sukkelen. De jonge baron van Berckelaer neemt bezit van Wazinghuis.
Lewie wordt met blindheid bedreigt en dat hij nu zijn communie gaat doen. Melanie zorgt ervoor dat de dokter hem eens onder handen neemt. De gezondheid van vader Mette gaat eveneens met de dag achteruit. En zal voor Herman Coene de glimlach van Juffrouw Elza van het kasteel hem weerhouden van het priesterschap? De enige liefde zonder problemen blijkt die van het vrolijke paar Wieske en Sep.
Boer Coene gaat zo tekeer tegen een knecht dat deze besluit bij de hoogovens, "de socialisten" te gaan werken. Het plan van Jef de Smid om een eigen fanfare te stichten begint vorm aan te nemen. Pastoor Munte, op ziekenbezoek bij Sus Van Truyen, ervaart dat zijn schapen er revolutionaire ideeën op nahouden...
Gepijnigd door de ellende die hij gezien heeft, beslist Pastoor Munte geen wijn meer te drinken aan tafel. Jef de Smid en Pol Taels hebben zich wel moed ingedronken om bij Munte de zaak van de fanfare te gaan bepleiten. Pastoor Munte is snel voor het plan gewonnen als hij verneemt dat de fanfare de Sint-Jansvrienden zal noemen.
De euforie van de fanfare begint in de mannenharten te woeden. Lewie ontmoet een schilder en stelt zijn eigen talent op de proef. Bij Meester Baekelandt wordt plots ook muziekonderricht gegeven. In Herentals tracht Fien Janssens de studenten te behoeden voor de verleiding. En in Zichem groeit iets tussen Fons en Liza van Mette.
Meester Baekelandt leert het Vaderlands lied aan. Lewie ontdekt "De Leeuw Van Vlaanderen" van Conscience en speelt met zijn kameraden de slag der Guldensporen na. Sep gaat met Wieske trouwen. Herman Coene zit te veel met Elza in zijn kop. Als Gabrielle ook nog een oogje op hem laat vallen, wordt de keuze dubbel zo zwaar.
Broos heeft het niet getroffen met Bette Savooi en gaat zijn nood klagen bij Pastoor Munte, zegt dat hij zijn huis in brand zal steken en zich gaat ophangen. Het is echter Bette die de schuur in brand steekt. De moeder van Bette en het kind worden gered maar de moeder overleeft het niet. Broos vliegt in de gevangenis...
De fanfare repeteert en pastoor Munte en Moeder Cent spelen zelfs een deuntje mee. Op de Donkelhoeve is vrouw Coene beter geworden. Boer Coene leert Wieske kennen, die na haar huwelijk met Sep op de boerderij zal komen wonen. Niske heeft ook trouwplannen. De muzikanten bereiden de processie van zondag voor.
In de steenovens zijn de socialisten in staking gegaan. Het twijfelachtige geluk van Liza en Geert Boonejan wordt ernstig bedreigd. Voor moeder Trees is het huwelijk van haar dochter al een grote slag geweest. Clementine meent dat ze over voldoende charmes beschikt om Meneerke Parmentier tot een huwelijk te verleiden.
Als Herman van zijn flamingantisch avontuur terugkomt, durft hij zich haast niet aan zijn vader te vertonen. Pastoor Munte en Moeder Cent worden ingezet. Vrouw Coene, die gelukkig weer beter is geworden, weet het zo te regelen dat Herman naar Leuven mag om zijn studies aan de universiteit verder te zetten. In Leuven maakt hij kennis met de Rooie, een eeuwige student, die hem aan een kot helpt en hem inwijdt in het studentenleven.
De liefde van Herman en Elza is opengebloeid. Als Luc Van Berckelaer bemerkt dat het haar ernst is, besluit hij met de stugge broer Coene te gaan praten. Maar boer Coene blijft onverzoenlijker dan ooit. De baron stelt voor dat Elza op reis zou gaan en de tijd zijn werk te laten doen. Pastoor Munte besluit tot een expeditie naar Antwerpen met het doel Liza weer met haar Geert en haar leven in Zichem te verzoenen. Maar Liza is Niske niet...
Lewie heeft in de abdij van Averbode een tweede familie gevonden. In de schaduw van de abdij beleeft de Wittekop zijn eerste kennismaking met het schone geslacht. Elza is gaan studeren aan het Mozarteum te Salzburg en de verwijdering valt Herman erg zwaar. In de rumoerige studentencafés kan hij geen vergetelheid vinden. En dan is er in Zichem ook iets gebeurd: Bet Kek heeft in een dronken bui een pint op Dries van den Heul zijn kop stukgeslagen. Er komt een proces van ...
Meneerke Parmentier voelt zijn einde naderen en maakt zijn testament op. Clementines hart is vol verwachting. Herman en Elza schrijven elkaar brieven, maar de afstand weegt Herman zwaar. In zijn hunkering naar een warme aanwezigheid gaan zijn gedachten uit naar Gabrielle en zoekt hij troost bij andere meisjes. En terwijl Herman in Leuven van het rechte pad afwijkt, voltrekt zich in Zichem een tragedie met verstrekkende gevolgen.
Na de dood van Meneerke Parmentier wacht Clementine een enorme ontgoocheling. Het verlies van zijn oudste zoon maakt van Boer Coene een wrak. Herman weigert zijn studies stop te zetten om op de hoeve te komen werken. Met privé-lessen tracht hij aan het nodige geld te komen.Hij twijfelt aan de trouw van zijn geliefde. Herman wordt met de dag actiever in het woelige flamingantische studentenleven. Omwille van een artikel in "Ons Leven" wordt hij van de cursussen uitgesloten.
Pastoor Munte geeft een afscheidsmaal aan de socialisten en de ketters van het dorp. Broos, net terug uit de gevangenis, is ook van de partij. Herman beleeft een onverwacht weerzien met Elza. Overtuigd dat zij hem niet trouw is gebleven, raakt hij overstuur en ernstig ziek. Als hij weer beter is, gaat hij naar zee om de vurige Gabrielle op te zoeken. Maar ook daar gaat hij op de vlucht. Boer Coene is er erg aan toe, maar het komt wel tot een verzoening met zijn zoon. Elza komt naar de hoeve ...