Maarten’s vierde brief is gericht aan Hans Gerritsen. Hij is per luchtpost verzonden want Hans woont in Nieuw Zeeland. Hij is een succesvol zakenman, een van de grote kiwi exporteurs naar Nederland. Hij is voor de tweede keer getrouwd met een rijke Nieuw-Zeelandse en woont in een schitterend huis. Aan hem kleeft niets meer van het provinciale dat hem zo kenmerkte onder zijn vrienden. Als student kwam Hans in Amsterdam studeren. Hij woont bij familie op kamers, en Paul is zijn gids in dit nieuwe bestaan. Paul zegt hem geen reproducties van Rembrandt aan de muur te hangen en in Parijs niet in een korte broek rond te lopen. Op een dag, geheel onverwacht, zegt Paul hem de vriendschap op. Hans is diep geraakt en het is een reden dat hij later een baan aan een universiteit in Nieuw Zeeland accepteert. Hij vertrekt met zijn jeugdliefde, Bertie. Na hun scheiding is Bertie naar Nederland teruggekeerd samen met hun zoon, Henk. Henk heeft de roman van Maarten Koning gelezen en neemt het zijn vader kwalijk dat hij een patserig zakenman is geworden. Henk komt naar Nieuw Zeeland voor het huwelijk van zijn jongere zus. Hij heeft een hevige woordenwisseling met zijn vader, maar als deze het nieuws bereikt van de dood van Maarten besluit hij samen met zijn zoon naar Nederland te reizen voor de begrafenis.