Dieter Coppens gaat met begeleidster Saar op avontuur met zes jongvolwassenen met het syndroom van Down. De groep bezoekt een opvangplaats voor olifanten. Ze helpen hen eten geven, wandelen mee door de rivier, en Ruben krijgt zelfs een modderige kus. Ellen panikeert tijdens een tocht op een bamboevlot, en tussen Isa en Simon ontstaat stilaan iets moois.