In de eerste aflevering staan we stil bij de ontwikkelingen die ons land de laatste 200 jaar heeft doorgemaakt. Waardoor is het land bereisbaar en bereikbaar geworden? De meeste mensen kwamen 150 jaar geleden niet veel verder dan het naastgelegen dorp. Door de komst van het spoor en later ook bruggen duurde het geen dagen, maar hooguit uren om ons land te bereizen. Bruggen hebben Nederland letterlijk verbonden. Ook onze infrastructuur is vaak op de schop gegaan. Zo zijn er de afgelopen eeuw vele kilometers spoor bijgekomen maar ook weer verdwenen. Slechts enkele verborgen sporen en verlate stations herinneren ons aan deze tijd. Verder zoomen we in op de manieren waarop contact mogelijk wordt gemaakt via verschillende communicatiemiddelen. Van houten seinen van de Chappe, geïntroduceerd door Napoleon, of de allereerste autotelefoon, tot het 5G-netwerk dat binnenkort uitgerold wordt. We kunnen nu heel Nederland bereizen binnen 2,5 uur en staan in contact met de hele wereld. Maar de vraag is of we hierdoor ook meer contact met elkaar hebben.
We staan op een kantelpunt. In Groningen moeten steeds meer huizen worden gestut als gevolg van de aardbevingen. De gaskraan wordt daarom langzaam dichtgedraaid en we moeten op zoek naar nieuwe bronnen. Het is niet de eerste keer dat we zo’n grote verandering meemaken. In Limburg heeft de verandering van zwart naar groen een enorme impact gehad op het landschap. Van de hele mijnstreek is niets meer te zien. Alleen de steenbergen herinneren nog aan die tijd. Niet alleen de mijnstreek, ook gashouders en energiecentrales zijn door de tijd verdwenen of vervangen. De verandering is nog niet klaar, we moeten opzoek naar een nieuwe bron van energie. Het land zal opnieuw een transitie moeten doorstaan. Maar we bereid om hieraan me te werken? De veranderingen uit het verleden en ons toekomstbeeld worden met fototransities en animaties in beeld gebracht.
In de derde aflevering kijken we naar de ontwikkeling van steden door de komst van nieuw vervoer. Nu merken we dat fietsers steeds dominanter worden in de centra van oude binnensteden. Maar die zorgen ook meteen voor een probleem: waar laten we al die fietsen? Steden zijn altijd in beweging en worden voortdurend aangepast aan de moderne visie op mobiliteit. Stationsgebieden waren ooit chique wijken. Maar in de jaren tachtig zijn stationsgebieden compleet verloederd geraakt en veranderd in plekken vol junks en hoeren. Nu zijn alle grote stations weer opgeknapt en de nieuwe toegangspoorten tot de stad geworden. Iedere nieuwe vervoersstroom vraagt om nieuwe aanpassingen aan de stad. Nu de zelfrijdende auto voor de deur staat, zal de stad opnieuw moeten gaan veranderen.
Nederland voert al eeuwenlang een gevecht tegen het water. De dreiging kwam eerst vanuit zee, later ook vanuit de rivieren en de laatste tijd ook nog vanuit de hemel. Onze delta is geen veilige plek om te wonen en te werken, maar we doen dit wel. En dus moeten we het water maar naar onze hand proberen te zetten. Door nieuw land te maken, dijken te versterken en continu plannen maken. Een proces dat nooit ophoudt. De zwakke plekken aan de kust zijn verdwenen. Maar daarmee is bijvoorbeeld ook het werk van steenzetters aan de Hondsbossche Zeewering onzichtbaar gemaakt omdat de kust nu op andere wijze wordt beschermd. Nodig, want onze kijk op de verdediging tegen een stijgende zeespiegel is veranderd. Door de tijd heen is hier soms ook te gemakkelijk mee omgegaan. De derde stad van Zeeland, Reimerswaal, is destijds verzwolgen omdat de heer van Reimerswaal de kracht van het water heeft onderschat. Zijn er eigenlijk nog restanten te vinden van deze stad? Rivieren zijn een bron van zoet water en een ideale plek om aan te wonen of ons te vermaken. Maar in de jaren 50, 60 en 70 zijn rivieren vooral gebruikt als afvoerputje van de industrie. Tonnen gif zijn erin geloodst. En niet alleen in de rivieren. Bij Gouderak is zelfs zoveel gif gestort dat een hele woonwijk met de grond gelijk moest worden gemaakt. Het echtpaar Vos moest destijds noodgedwongen verhuizen, inclusief het compleet ingebouwde pijporgel in hun woning.
De opkomst en ondergang van industrieën hebben een enorme impact op de inrichting van Nederland. Wat betekent het verdwijnen van industrie voor de dorpen en steden die dankzij de fabriek hebben kunnen groeien? Wat resteert is vaak de infrastructuur, kanalen of een enkel gebouw als laatste stille getuigen van een verdwenen industrie.
Door handel en reizen is Nederland gevoelig voor besmettelijke ziektes. Het quarantaineterrein in de Rotterdamse haven en de mysterieuze miltvuurbosjes in Friesland getuigen van vroegere epidemieën. Vanwege de internationale handel en het vele reizen is Nederland gevoelig voor besmettelijke ziektes van buitenaf. Er werden maatregelen genomen om ziektes buiten de deur te houden die onder meer mee werden gebracht door matrozen uit tropische oorden. Maar wat als bacteriën of virussen zich genesteld hebben in vee of in het drinkwater? Daarnaast aandacht voor een groene oase midden in de Rotterdamse haven, het zogeheten quarantaineterrein. En hoe zit het met de mysterieuze miltvuurbosjes in Friesland, waar begraven koeien nog steeds zeer gevaarlijk kunnen zijn voor onze gezondheid? Een animatie toont hoe een virus miljoenen mensen in de wereld kan besmetten met de snelheid van een vliegtuig. In twee dagen kunnen in potentie achttien miljoen mensen besmet raken, waar de verspreiding van de pest er vroeger maanden over deed.
Honderd jaar terug werd het agrarische land nog gekenmerkt door een eindeloze hoeveelheid kleinschalige akkers. Daar maakte de herverkaveling rigoureus een einde aan met als gevolg een monotoon landschap waar efficiëntie leidend is. Treffend voorbeeld is het eiland Ameland, waar door middel van visualisaties zichtbaar wordt gemaakt hoe groot het verschil is tussen vroeger en nu. Twee boeren, die beide alle veranderingen hebben meegemaakt, blikken met gemengde gevoelens terug. Ook het Westland onderging een metamorfose via een alsmaar groeiend kassengebied. Maar wie weet nog dat de eerste kassen daar gevuld waren met druiven? Ooit was het bintje de meest populaire (export)aardappel van Nederland, maar de laatste jaren ligt deze soort niet meer op onze borden. Toch probeert een biologische boer het bintje weer nieuw leven in te blazen. Verder aandacht voor de verzilting van ons land, een groot probleem voor de landbouw. Maar het zou ook leiden tot innovaties waardoor Nederland toonaangevend wordt als producent van zilte landbouwproducten.
Het bombardement van Rotterdam heeft naast een verwoeste binnenstad ook veel niet-ontplofte explosieven achtergelaten. Niet alleen van de Duitsers, maar ook van de geallieerden. Via een datavisualisatie wordt zichtbaar waar al deze blindgangers diep onder de grond verborgen liggen. Sporen van oorlog zijn zelfs terug te vinden in de tuin van Janneke Ruijs in Sint Pancras. Daar werden honderden botten en schedels aangetroffen afkomstig van de Slag bij Vronen uit 1297. Tijdens deze middeleeuwse veldslag brachten de Hollanders honderden West-Friezen op gruwelijke wijze om het leven. Maar naast bommen en botten heeft de verdediging van Nederland ook burchten, luchtwachttorens en waterlinies nagelaten. De IJssellinie bijvoorbeeld, die tijdens de Koude Oorlog in het geheim werd aangelegd. Pas in de jaren negentig is bekend geworden hoe groot dit inundatiesysteem was. Zelfs de Tweede Kamer was destijds niet volledig op de hoogte.