Australië herbergt als continent het grootste aantal giftige dieren en toch vallen er maar weinig doden. De Aboriginals leefden nog in harmonie met de natuur, maar de 22 miljoen mensen die er tegenwoordig wonen, komen regelmatig in aanvaring met de dieren waarmee ze dit enorme land delen. Dat levert soms gevaarlijke situaties op. Bijvoorbeeld in het geval van de zeer giftige Brown snakes, die voorkomen in stedelijke gebieden. Freek gaat met een slangenexpert mee, die meldingen krijgt als er giftige slangen in woonwijken worden gesignaleerd. Voor de grootste problemen zorgen de dieren die de mensen zelf hebben meegenomen naar Australië, in de hoop dat zij nuttig zouden zijn. Een voorbeeld daarvan is de reuzenpad. In de jaren twintig van de vorige eeuw werden ze ingezet om insecten te bestrijden op de plantages in het Noord-Oosten van Australië, maar inmiddels vormen ze een ware plaag. In een opvangcentrum ziet Freek dieren die het slachtoffer zijn geworden van menselijke activiteiten. Daarna bezoekt Freek een Emoe Farm, waar emoe's als productiedier worden gehouden. Het dier werd in de jaren twintig van de vorige eeuw nog bijna uitgeroeid, tegenwoordig is de emoe populairder dan ooit. Daarna stuit Freek op één van de vele bosbranden. Hij krijgt uitleg over de schade die de branden aanrichten, maar ook over het nut van bosbranden voor het ecosysteem. Tot slot gaat Freek langs bij het Lizard lab, bij de Macquarie University van Sydney. Hier mag hij mee met onderzoekers die in de stad veldonderzoek doen naar zogenaamde water dragons. Ze vangen deze grote reptielen midden in Sydney, op vijf minuten rijden van de universiteit.