Die zondag in 1912... een keerpunt in Benzamiens leven. Benzamien wint de eerste prijs op een voordrachtwedstrijd met zijn gedicht "De echtscheiding". Zijn vrienden van de toneelvereniging en Jeroom vieren dit uitbundig. Op de treinrit naar huis kantelt de sfeer. Jeroom is toch wat jaloers op de prijs van Benzamien en probeert hem te overtreffen op een ander vlak: de prestaties van hun kinderen. Maar zelfs daarin haalt Benzamien de overhand... Zijn dochter is perfect. Tot hij thuiskomt en haar ontdekt in de armen van een vrijer.... een onozel coureurke.
1912-1918 Door 's levens wederwaardigheden gescheiden... Door eenzaamheid weer verenigd. Jeroom en Benzamien worstelen met een zware kater. Jeroom is jaloers op Benzamiens eerste prijs op de voordrachtwedstrijd. Benzamiens dochter is zwanger van coureur Joske en moet trouwen, dit zeer tegen de zin van Benzamien die wou dat ze met Jerooms zoon, een advocaat zou huwen. De oorlogsjaren slaan toe... In het café van zijn dochter geeft Benzamien een drankfestijn n.a.v. de behouden terugkomst van het front van zijn schoonzoon Joske. Zelfs dan slagen Jeroom en Benzamien er nog in om ruzie te maken.
1918-1923 De levensavond valt zo snel... en zwaar is het op rust te moeten gaan. Op een bruiloftsfeest zitten Jeroom en Benzamien elkaar weer constant belachelijk te maken. In zijn beenhouwerij wordt Benzamien onwel. Zowel zijn dochter als zijn schoonzoon proberen hem te overtuigen om te gaan rentenieren. Na een zwartgallig gesprek met een gepensioneerde legercommandant herziet Benzamien zijn besluit om op pensioen te gaan.
1924 Het hart gaat niet mee rentenieren... onze helden door nieuwe gevoelens gekneveld. Jeroom is razend omdat zijn nichtje Lisa, die hem in de zaak assisteert, trouwt met een oude, rijke weduwnaar en hij er voortaan alleen voor staat. Zijn zoon vindt ook dat hij maar beter kan gaan rentenieren. Benzamien wil na een onsuccesvolle zoektocht naar een huurappartement Jeroom overtuigen om samen hun intrek te nemen in het zeer exclusieve home St. Joseph. Ze kunnen hun geluk niet op wanneer mère supérieure hen aanvaardt als pensionnaires. Kost wat kost proberen zen hun afkomst te verbergen door Frans te spreken en chique manieren te leren.
Mère supérieure krijgt het ereteken van "ridder in de kroonorde" en wil daarom een heel chique feest geven. Jeroom en Benzamien adviseren haar hierin en schenken haar kippen en uitgelezen wijn. Peer, de kelner op het feest, blijkt een oude vriend. Hij steekt voortdurend de draak met hen en maakt hen belachelijk bij Mère supérieure. Maar hun wraak is zoet. Benzamien geeft een prachtige declamatie en Jeroom zingt een fantastisch loflied. Mère supérieure is zo in de wolken dat ze hen vraagt om tijdens het lof te zingen.
't Is winter en Jeroom en Benzamien vervelen zich dood tussen het chichi volk van de home St. Joseph. In het café "Chez la veuve de Proske" worden ze verliefd op de weduwe Floranske, die het aangenaam vindt om met de vrienden van de toneelkring van wijlen haar man Proske over hem te kunnen praten. Beiden ondernemen ze verwoede pogingen om in haar gunst te komen. uiteindelijk spelen ze samen pietjesbak, waarbij Floranske de inzet is.