Mariska Versteegh groeit eind jaren '70 op in Rijswijk. Op school wordt zij als het mooiste, maar vooral ook als het vrolijkste meisje van de klas gezien. Met haar innemende lach weet ze niet alleen vele jongensharten op hol te brengen, maar ook te verbergen welke zorgen ze werkelijk met zich meedraagt. De sfeer thuis is slecht vanwege een dominante vader en wanneer hij van de een op andere dag het gezin verlaat, worden de problemen nog erger. Mariska en haar broer blijven achter met een moeder die volledig instort en met veel financiële problemen.