Verander je naam maar Na zijn scheiding hield Paul contact met zijn puberdochter Inasha. Maar er zijn wat irritaties. Één ruzie loopt zo uit de hand dat Paul een sms’je stuurt: Inasha moet haar achternaam maar veranderen… Inasha kwam elk weekend bij haar vader. Ze geniet van de vrijheid. Haar moeder zit bij de Jehova’s Getuigen, maar Paul is uitgetreden. Bij haar vader kan Inasha nu wel lage bloesjes aan en ze neemt wel eens een vriendje mee. Paul ziet het met lede ogen aan: zijn dochter moet geen losbol worden. Hij stuurt een sms: ‘Mijn huis is geen hotel!’ Inasha denkt dat haar stiefmoeder het stuurde. Ze reageert woedend. Het gaat echt mis als Paul een berichtje van zijn dochter krijgt dat zijn zoon in het ziekenhuis ligt en dat hij niet langs mag komen: dat vindt zijn ex niet leuk. Paul denkt dat zijn dochter tegen hem is: hij stuurt nog één laatste bericht: ze moet zijn achternaam maar inruilen. Iets materieels Jemma is in tranen: gisteren heeft ze tegen haar moeder gezegd dat ze een slechte ouder is. Het ging eigenlijk nergens om ‘gewoon iets wat ik niet kreeg; iets materieels’. En nu heeft de puber spijt. Haar moeder heeft het al zwaar. Jemma’s ouders liggen in scheiding, morgen moet het gezin verhuizen. En eigenlijk is haar mama de liefste van de wereld. En dat wil Jemma haar graag vertellen. Bert gaat met haar op pad – met een dinerbon.