Hoe was het mogelijk, dat het kleine Nederland van rond 1600 in enkele jaren tijd uitgroeide tot de grootste handels- en zeemacht ter wereld en tot de Gouden Republiek? Wat bezielde dat handjevol mannen om op kwetsbare schepen alle denkbare ontberingen te trotseren en onbekende oceanen over te steken op zoek naar verre, exotische kusten? Nieuwgierigheid? Zucht naar avontuur? Of was de handel de enige drijfveer, de winst, de welvaart, het fortuin?