Ramon Beuk, topkok en culinair ondernemer, maakt een bijzondere reis naar Suriname. Het is een persoonlijke zoektocht vol impressies, emoties en intieme ontmoetingen, en tegelijk een culinaire ontdekkingsreis door zijn Suriname. Ramon dringt door tot de ziel van het land, zoals alleen een echte Surinamer dat kan. In deze eerste aflevering brengt hij een bezoek aan zijn ouderlijk huis in Paramaribo en ontmoet hij zijn halfbroer Giovanni.
Ramon steekt vanuit Paramaribo de Surinamerivier over en doorkruist hij op de fiets het district Commewijne, dat bekend is om de vele oude plantages. De meesten zijn niet meer in gebruik en in verval geraakt, maar worden nog wel bewoond. Ook bezoekt hij de naburige plantage Frederiksdorp. Deze plantage is in de loop der jaren door de eigenaar gerestaureerd en in oude glorie hersteld. Ramon krijgt een indruk hoe het er vroeger heeft uitgezien.
In deze aflevering duikt Ramon Beuk dieper in zijn roots. Hij bezoekt in het dorpje Dan de Marrons, afstammelingen van gevluchte slaven, diep in het binnenland. Om daar te komen moet Ramon vanuit Paramaribo vliegen naar het kleine vliegveldje van Botopasi, midden in het oerwoud. Van daaruit gaat het met een korjaal, een boot gemaakt van een uitgeholde boomstam, stroomopwaarts de Surinamerivier op naar het dorpje Dan.
In deze aflevering ontmoet Ramon onder andere in het dorpje Totness Surinames meest succesvolle atlete ooit: Letitia Vriesde. Zij won zilver en brons op de 800 meter tijdens verschillende WK’s. Met haar Stichting Sportpromotie Suriname organiseert ze in haar geboortedorp voor de derde keer de Vervat Dijkrun, een hardloopwedstrijd over vijf kilometer waar honderden mensen, jong en oud, aan meedoen. Samen met de moeder van Letitia maakt Ramon een gerecht van leguanenvlees. Hij knijpt even zijn ogen dicht als de leguaan in de pan wordt gehakt.